Guichelheil en Bordeauxse pap

Elke stap die een wandelaar in het Land van de katharen zet, is dikwijls een stap terug in het verleden....

Door Cees Gloudemans

Grauwe wolken benemen het uitzicht op de Pech de Bugarach, een dominante berg en geologisch fenomeen, want het oudste gesteente ligt boven. Genadeloos voor de wandelaar die in dit gedeelte van de Aude de Sentier Cathare of een variant van de katharenroute volgt. En dichtbij een gîte d'étappe waar een bord op de voordeur 'aanhangers van Le Pen' weert.

Een juweel van een obstakel kapt een discussie af over de katharen die in straf tempo uit deze streek naar Lombardije en Catalonië liepen om de brandstapels van de inquisitie voor te zijn. De gerestaureerde Romeinse boogbrug, die het kraakheldere riviertje de Blanque overwelft, is mosgroen uitgeslagen en spekglad. De klim naar de volgende hoogtelijn is ook niet praatvriendelijk.

Het geploeter van twee wandelaars en een bioloog die als gids fungeert, overstemt het geblaf van jachthonden. Een everzwijn verdwijnt in het struikgewas en verlengt zijn leven. Schoten blijven uit.

Het rumoerige gesjor aan takken en struiken langs een paadje dat onzichtbaar omhoog kronkelt, loont opnieuw: drie soorten heide bij elkaar, boom-, struik- en bloedrode dopheide, in een bos van tamme kastanjes. 'In de Middeleeuwen het brood der armen', wijst de gids naar de tamme-kastanjebomen waardoorheen een heirbaan loopt; licht golvend en verend door de humus van eeuwenoud gebladerte.

Breed hadden de meeste katharen het niet in de 12de en 13de eeuw. De boerenbevolking in wat in toeristentaal Pays Cathare heet, had een afkeer van rijkdom, want dat was een bron van zonde. De inhaligheid van geestelijken was een geliefkoosd doelwit van volkswoede. 'De paus zuigt het zweet en het bloed uit de armen op', laat Le Roy Ladurie de kathaarse prediker Bélibaste zeggen. 'En de bisschoppen en priesters doen precies hetzelfde, zij zijn rijk, geëerd en genotzuchtig.'

Historicus Le Roy Ladurie baseerde zich in zijn bestseller Montaillou op het minutieus bijgehouden inquisitie-dossier van Jacques Fournier, bisschop van Pamiers, die het later tot paus zou schoppen. Wat kathaarse boeren vooral dwarszat, was de tiende, de heffing van de kerk op oogst en vee. Ook kasteelheren en de machtige graven van Foix en Toulouse hadden (uitgesproken) kathaarse sympathieën. Een trits burchten, althans wat ervan over is, houdt de herinnering aan de vervolging van de katharen levendig.

Quéribus, het laatste katharenbolwerk, en de ruïne van de burcht Peyrepertuse lijken in het vervlakkende daglicht op te gaan in de rotsrichels waarop ze zijn gebouwd. Tegen zonsondergang worden hun contouren van grote afstand zichtbaar. Dreigend torenen ze uit boven de wijngaarden van de Hautes-Corbières. Maar tegen verraad van binnenuit, uithongering of vergiftiging van waterdepots waren ze niet bestand. De Peyrepertuse viel al na een beleg van drie dagen. Vergeten voedsel in te slaan.

Elke stap die de wandelaar in het 'Land van de katharen' zet, is dikwijls een stap terug in het verleden. De katharenroute voert door een geaccidenteerd terrein van kalksteenformaties, maquis, dicht struikgewas dat aan de noordkant van hellingen hoog kan opschieten, en garrigues, door beweiding veel opener landschap en vaak een kruidentuin zonder hekken.

Lavendel, tijm, mint, rozemarijn, alsem, guichelheil - niet langer een dicteewoord - , witte en rode kornoelje, wolfsmelk, wilde asperge, amandelboom, acacia, steeneik, donzige eik en de heesterachtige kermeseik. Een geurend mengsel van kruiden, planten en bomen in een natuur die puur aandoet totdat een blauwe gloed de idylle verstoort: Bordeauxse pap ofwel kopervitriool met gebluste kalk, een van de eerste chemische bestrijdingsmiddelen uit de 19de eeuw waarmee wijnranken tegen parasitaire ziektes worden besproeid.

De katharenroute slingert zich langs verstilde, pittoreske dorpen die aan het infuus van het toerisme liggen, en verrast heuvel na heuvel. Plotseling is er het uitzicht op de langgerekte vallei van Fenouillèdes, de 'venkelslenk', en voert een adembenemende afdaling naar een verwaarloosde wijngaard die te koop staat, en het riviertje de Aigly dat zich door de Gorges de Galamus wringt. Tegen een ravijnwand is de Hermitage de St. Antoine geplakt, een kluizenaarsnest dat het gevoel van eenzaamheid versterkt in een kloof waar de wandelaar vast lijkt te lopen.

Een paar honderd kilometer zuidelijker dient het Spaanse equivalent van de Galamus zich onbarmhartig aan. Nagenietend van het uitzicht op een keten van bergkammen die als zaagtanden door het landschap snijden, heeft de wandelaar niet in de gaten dat hij tijdens de afdaling van de Coll de Pendís in een kloof is terechtgekomen. Totdat een opening tussen buxusstruiken een ravijn onthult: Els Empedrats.

Het geruis dat zo ver weg leek, gaat over in het donderend geraas van een bergbeek die naar het dal van de Bastareny-rivier kolkt. Hoog boven de kloof bewaken twee steenarenden hun territorium. Een eekhoorn schiet weg en de bewijzering is onverbiddelijk: de torrent over en weer terug, het gekletter van het water volgen en opnieuw de juiste stenen kiezen voor een oversteek, steeds dieper afdalend in een kloof die net als de Galamus lijkt dood te lopen.

Deze variant van de Camí dels Bons Homes is spectaculair, maar vermoedelijk nooit belopen door vluchtende katharen. Die maakten gebruik van routes die (handels)reizigers en schaapherders volgden op hun lange dagmarsen van de Arriège aan de Franse kant van de Pyreneeën naar de Cerdanya in Catalonië. Zoals het brede pad van de Pendís naar Bagà waar een gotische brug over de Bastareny toegang verschaft tot een oud stadje met een mijnverleden.

Bagà ligt aan de rand van het Parc Natural del Cadí-Moixeró, het grootste natuurreservaat van Catalonië. Na het passeren van het drielandenpunt op de grens van Andorra, Spanje en Frankrijk, op een hoogte van 2519 meter, en bergafwaarts via de zondoordesemde, zuidelijke Pyreneeënhellingen slalomt de Camí met mediterrane traagheid door het park; langs vroeg-Romaanse kerkjes met sobere interieurs, middeleeuwse stadjes die opbloeiden door mijnbouw en textiel en nu hopen op een impuls van het toerisme en dwars door het kalksteenmassief van de Serra del Cadí.

De volgende dag biedt vanuit Bagà een geleidelijk stijgend traject uitzicht op de Empedrats die er wonderbaarlijk vreedzaam bij ligt. Vanaf de Coll de la Bena gaat het via de Coll de la Balma 400 meter omhoog richting Coll de Torn. In het hardblauw boven een verweerd landschap tekenen zich twee stipjes af, voorbodes van een kolonie vale gieren die nadrukkelijk de aandacht afleiden van een soepel pedalerende mountainbiker, en de Pedraforca, de gevorkte berg, bijna 2500 meter hoog, omringd door legendes en beladen met een inktzwarte historie.

In deze omgeving joeg de inquisitie op 'heksen met duivelse praktijken' die aan de voet van de Pedraforca naar geneeskrachtige planten zochten. Aan sommige werd een vruchtafdrijvende werking toegedicht. Die wetenschap was voldoende om kruidenvrouwen tot dezelfde straf te veroordelen als katharen: de brandstapel.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden