vier vragen
Gruppe S wilde een burgeroorlog in Duitsland ontketenen. Kroegpraat of een potentiële moordmachine?
De vermeende terreurgroep Gruppe S wordt verdacht van het beramen van aanslagen in Duitsland. Hun doel zou het ontketenen van een burgeroorlog zijn geweest. ‘Kroegpraat’, zegt de verdediging. Een potentiële ‘moordmachine’, zeggen de aanklagers.
Wat is Gruppe S en wie worden aangeklaagd?
Gruppe S (‘Groep S’) wordt door het Duitse Openbaar Ministerie (OM) aangemerkt als een rechts-extremistische terreurgroep. Het proces tegen hen is dinsdag begonnen in Stuttgart. Twaalf mannen bevinden zich in de beklaagdenbank. Hoofdverdachte Werner S. zou de leider zijn van de groep. Andere leden rekruteerde hij in extreem-rechtse kringen, voornamelijk online.
De mannen komen uit verschillende Duitse deelstaten. Een is verpleger, een ander stukadoor, de meesten zijn werkloos. De jongste is 32 jaar, de oudste verdachte 61. Gemeenschappelijke delers volgens het Duitse OM: haat jegens buitenlanders, moslims, Joden en politiek andersdenkenden, plus het verlangen naar een nieuwe maatschappelijke orde, een ander Duitsland.
De meeste verdachten zouden over een groot netwerk in extreem-rechtse kringen beschikken. Een van de verdachten, Tony E., was al langer in beeld bij justitie. Hij zou de rechterhand zijn van hoofdverdachte S. en wordt eveneens gezien als een sturende kracht binnen de groep.
Waar worden ze precies van verdacht?
De groep had aanslagen willen plegen op asielzoekerscentra, moskeeën en politici. Daarvoor hadden ze onder meer bijlen, zwaarden en vuurwapens verzameld. Het doel was om een burgeroorlog te creëren en zo de maatschappelijke orde laten wankelen. Er zouden zelfs plannen zijn geweest de Duitse Bondsdag te bestormen en daarbij zoveel mogelijk parlementariërs om het leven te brengen. De plannen werden nooit uitgevoerd. Al voor het oprichten van de groep in september 2019 werd het OM getipt door een informant en werd Gruppe S nauwlettend in de gaten gehouden.
Elf verdachten worden aangeklaagd voor lidmaatschap van een rechts-extremistische terreurgroep en het overtreden van de wapenwet. De twaalfde verdachte wordt alleen beschuldigd van het ondersteunen van Gruppe S. De mate van betrokkenheid van de verdachten verschilt. Dit wordt ook aangevoerd door de verdediging: niet iedereen zou van plan zijn geweest om aanslagen te plegen, het was stoerdoenerij en kroegpraat.
Voor de bewijslast beroept het OM zich onder meer op afgeluisterde telefoongesprekken en berichten op Telegram. Op opnamen is te horen hoe Werner S. op zoek was naar mannen die ‘intelligent, hard, nietsontziend, snel’ zijn, mannen die kunnen doden. Uit het bronnenmateriaal komt volgens het OM een beeld naar voren van mannen die leven in een wereld vol gewelddadige oorlogs- en (zelf)moordfantasieën.
Het is, zoals de Duitse pers schrijft, een ‘mammoetproces’. De uitspraak wordt verwacht in augustus, maar er is in elk geval tot halverwege 2022 tijd ingepland bij het gerechtshof van Stuttgart. Hoofdverdachte Werner S. beroept zich op zijn zwijgrecht.
Hoe verhoudt de groep zich tot extreem-rechts in Duitsland?
Het OM hoopt met dit proces ook een beter beeld te krijgen van extreem-rechtse netwerken in Duitsland. De aanklagers gaan ervan uit dat het netwerk rondom Gruppe S veel groter is dan de twaalf verdachten in Stuttgart. Ook willen ze inzicht krijgen in hoe rechts-extremisten zich organiseren, contact met elkaar zoeken en nieuwe leden rekruteren.
Het onderzoeksjournalistieke televisieprogramma Monitor van de Duitse omroep ARD legt een verband tussen de leden van Gruppe S en bestaande extreem-rechtse groepen in Duitsland, zoals burgermilities en zogeheten Bruderschaften, broederschappen. Er zouden minstens twintig van dat soort groepen actief zijn in het land. Sinds de pandemie zijn ze vaker in beeld omdat ze ook meedoen aan demonstraties tegen de coronamaatregelen. In augustus 2020 bestormde een groep demonstranten nog de Bondsdag.
Hoe vaak krijgt Duitsland te maken rechts-extremistische terreur?
Duitsland werd de afgelopen jaren vaker opgeschrikt door geweld uit extreem-rechtse hoek. In februari 2020 opende een 43-jarige schutter het vuur op een shishalounge in Hanau, vlak bij Frankfurt. Duitsers met een migratieachtergrond waren het doelwit van de aanslag, elf mensen kwamen hierbij om het leven. ‘Het terrorisme van rechts is weer een gevaar voor ons land geworden’, zei minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas na de aanslag.
Het jaar ervoor wilde een extreem-rechtse schutter een aanslag plegen op een synagoge, in het oostelijke Halle. Hij slaagde er niet in de synagoge binnen te dringen en schoot twee andere mensen dood. In de zomer van hetzelfde jaar werd de CDU-politicus Walter Lübcke in zijn achtertuin doodgeschoten, vanwege zijn progressieve migratiestandpunten.
De afgelopen twee jaar lijkt het extreem-rechtse geweld op te leven, maar het is al langer een probleem in Duitsland. Tussen 2000 en 2007 was in Duitsland de neonazistische terreurgroep NSU actief. Ook in de jaren negentig, na de Duitse eenwording, werd het land geplaagd door geweld uit rechtse hoek.
Volgens de Duitse geheime dienst zijn er zo’n 24 duizend rechts-extremisten in het land, waarvan de helft bereid is om geweld te gebruiken. Ter vergelijking: er zijn ook 29,5 duizend links-extremisten in het vizier van de veiligheidsdienst, waarvan ongeveer 9 duizend bereid zijn tot geweld. Rechts-extremisme beperkt zich niet tot lone wolfs, ongure fora en zolderkamers: ook bij de Duitse politie zitten mensen met extreem-rechtse denkbeelden, bleek vorige herfst uit onderzoek.