Groningse artsen waarschuwen voor polio-achtig virus waarvoor nog geen vaccin beschikbaar is
Groningse onderzoekers waarschuwen voor een polio-achtig virus dat wereldwijd bij een paar honderd kinderen voor verlammingen heeft gezorgd. Twee van die kinderen komen uit Nederland en er is geen vaccin.
Boosdoener is een verkoudheidsvirus dat bij het overgrote deel van de besmette kinderen niet meer dan een snotneus veroorzaakt. Vermoedelijk trekt het virus in maximaal een op de duizend gevallen van de luchtwegen naar het ruggenmerg, waardoor patiënten verlamd raken. Dat kan variëren van een lichte verlamming in de armen tot een volledige verlamming, waarbij de patiënt niet meer zelfstandig kan ademen. Een behandeling is er niet, een vaccin evenmin.
Volgens officiële cijfers zijn er de afgelopen twee jaar wereldwijd circa 300 kinderen verlamd geraakt door dit virus, van wie twee in Nederland. Een van hen is een peuter uit Winschoten, die vorig jaar binnen 48 uur compleet verlamd raakte. Hij lag bijna vijf maanden aan de beademing in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), waarna hij in klinieken in Duitsland terechtkwam. Het is onzeker of hij ooit nog van de beademing af komt.
Onderzoekers van het UMCG waarschuwen dat het daadwerkelijke aantal verlammingen door enterovirus EV-D68 waarschijnlijk veel hoger ligt dan de officiële cijfers suggereren. Het is namelijk niet verplicht om besmettingen met dit virus te melden. Bovendien wordt de diagnose vaak gemist, denkt arts-microbioloog Coretta Van Leer van het UMCG.
Artsen laten bij verlammingen de ontlasting van de patiënt onderzoeken, zegt Van Leer, omdat het poliovirus zich vermenigvuldigt in de darmen. 'Als het geen polio blijkt te zijn, denken artsen vaak niet aan een verkoudheidsvirus.' En dat terwijl dit virus, het enterovirus EV-D68, eenvoudig gevonden kan worden door neusslijm te laten testen in een laboratorium.
Meldingsplicht
Van Leer en haar collega's van het UMCG verwachten dat het virus, dat om het jaar een golf van besmettingen veroorzaakt, in 2018 weer actiever zal worden. Dan zouden er ook weer nieuwe verlammingen kunnen optreden. Om daar zicht op te krijgen, willen de Groningse onderzoekers een Europese meldingsplicht voor deze ziekte. Zo'n plicht is er ook voor polio en andere besmettelijke aandoeningen als Sars, tuberculose en mazelen.
'Het is nog te vroeg voor zo'n meldingsplicht', zegt Aura Timen, hoofd van het Centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding van het RIVM. 'Een meldingsplicht is pas zinvol als we ook maatregelen kunnen nemen. Bij polio konden we bijvoorbeeld alle mensen rondom de patiënt vaccineren, we konden een Rijksvaccinatieprogramma optuigen. Maar tegen dit enterovirus hebben we geen vaccin. We kunnen dus niets doen.'
Het RIVM houdt het enterovirus D68 ondertussen wel goed in de gaten, zegt Timen. 'Wanneer we aanwijzingen hebben dat het virus volgens jaar weer de kop op steekt, waarschuwen wij de behandelaren. Maar nu hebben we die aanwijzingen nog niet.'
Ook hoogleraar virologie Louis Kroes van het Leids Universitair Medisch Centrum betwijfelt of een meldingsplicht op dit moment zinvol is, omdat nog onduidelijk is of enterovirus D68 een groot gevaar voor de volksgezondheid zal opleveren. 'Een meldingsplicht is niet primair bedoeld om dat uit te zoeken', zegt Kroes. 'Het is een instrument voor bestrijding van een infectie.'
Kroes vindt wel dat het virus goed in de gaten gehouden moet worden, onder meer om te zien of het inderdaad om het jaar actief is. Omdat enterovirus D68 verwant is aan de klassieke poliovirussen, verwacht Kroes dat het ook bij dit virus mogelijk is een vaccin te ontwikkelen. 'Of dat werkelijk noodzakelijk is, is voorlopig nog niet duidelijk.'