Grondlegger
Meteen na zijn beëdiging op Huis ten Bosch haastte minister Alexander Pechtold zich naar Amsterdam om te praten met Hans van Mierlo, grondlegger van D66....
Het overleg speelde zich af bij Van Mierlo thuis, aan de Herengracht. Bij de buren werden nieuwe ruiten geïnstalleerd, en twee glaszetters stonden op de trap voor de deur te kletsen; de één met een blauw petje op, de ander met een oranje petje van de Staatsloterij. Ze volgden de kleine media- oploop voor de gesloten deur van de beroemde buurman vanuit hun ooghoeken. Te veel belangstelling zou verraden dat ze nieuwsgierig waren. Ze kwamen liever ‘cool’ en nonchalant over.
De deur zelf – daarover valt weinig te zeggen. Gewoon een oude, brede, donkergroene deur, met degelijk hang- en sluitwerk. Onlangs is er een spionnetje in aangebracht, zodat de oude politicus kan zien wie er aanbelt zonder open te hoeven doen. Het lijkt me iets waar je je lang tegen verzet, maar waar je uiteindelijk ja tegen zegt om van het gezeur van je familie en geliefden af te zijn.
Enfin.
Het was een mooi uur dat Alexander bij zijn grondlegger doorbracht. Behalve de werkmannen bij de buren miste hij diverse kleuterklassen die passeerden, een jonge vrouw in een rood hardlooppakje, een bus toeristen, diverse oudere dames met krentenbollen, een buurvrouw die uit het raam hing om haar viooltjes water te geven, een verliefd stelletje dat met de koppen tegen elkaar de plattegrond van Amsterdam ondersteboven probeerde te lezen, een telefonerende neger en een dakloze likkend aan een Magnum.
Toen zwaaide Van Mierlo’s deur open.
Naast elkaar kwamen de heren naar buiten, de nieuwe minister met zijn colbertje uit. Hij had zijn wijsvinger door het lusje gestoken en het jasje over zijn schouder geslagen. Van Mierlo had zijn jasje aan, maar zijn donkerrode das hing achterstevoren, waardoor een blauw labeltje zichtbaar was. Pechtolds das hing goed, een constructie van rode, blauwe en groene strepen.
De eerste vraag ging over de mogelijkheid dat de nieuwe minister het misschien maar tot zaterdag uitzingt. ‘Je gaat niet voor één dag minister worden’, zei Van Mierlo. Vanwege de zon hield hij zijn ogen wat toegeknepen.
‘Twee dagen dan altijd nog’, verbeterde Alexander met een klein lachje. Zijn gouden manchetknopen blikkerden en aan zijn riem droeg hij een mobiele telefoon.
Daarna ging het over de inhoud, waarbij Van Mierlo benadrukte dat het onderzoek naar bestuurlijke vernieuwing dat Pechtold in zijn portefeuille heeft best wel een sprong voorwaarts is. ‘Je kunt daar smalend over doen, maar dan zie je niet wat er staat.’ Nooit eerder hadden de conservatieve partijen VVD en CDA de machtsvorming ter discussie gesteld, en nu wel, eindelijk – een sterk uitgangspunt voor D66.
De oude maestro glimlachte.
Ook Pechtold vond uiteraard dat ze een goed gesprek hadden gehad, maar nu moest hij verder, andere D66-coryfeeën langs, om nog meer goede gesprekken te voeren. ‘Deze portefeuille moet voor mij nog rijpen’, zei hij, waarmee de bestuurlijke vernieuwing heel even in een kaas veranderde die nog een paar dagen moet liggen voor hij echt gaat stinken. Gelukkig kwam toen de dienstwagen voor en kon de nieuwe minister vertrekken. De grondlegger bleef achter met de zon die scheen.