Groei met grenzen

ALS DE voorbije eeuw in economisch opzicht met één woord moet worden samengevat, dan valt de keuze op groei. Want in dat woord ligt niet alleen de triomfantelijke welvaartswinst van de afgelopen honderd jaar besloten, maar ook de schade die hierdoor is toegebracht....

Economische groei is een relatief nieuw fenomeen. Gedurende de Middeleeuwen was het een onbekend verschijnsel; de economie bleef van jaar op jaar min of meer even groot. Pas door het ontstaan van het kapitalisme zijn we er aan gewend geraakt dat het inkomen per hoofd van de bevolking van jaar op jaar groter wordt - conjuncturele schommelingen daargelaten.

Was Nederland in de Gouden Eeuw er met het handelskapitalisme vlot bij, het industriële tijdperk wilde hier aanvankelijk niet aanbreken. Pas laat in de negentiende eeuw ontstond hier de dynamiek die Engeland gedurende die hele eeuw kenmerkte.

Maar in de twintigste eeuw is het met de groei razendsnel gegaan. Het Centraal Bureau voor de Statistiek, zelf opgericht in 1899, berekende dat in 1900 het nationaal inkomen per werknemer uitkwam op 20 duizend gulden (in guldens van vandaag). Inmiddels wordt per werknemer 120 duizend gulden inkomen vergaard.

Aan de veranderde besteding is goed te zien welke sociaal-maatschappelijke invloed uitgaat van zo'n spectaculaire toename van het inkomen. Werd in 1950 ruim 50 procent uitgegeven aan voedsel, nu is dat teruggelopen tot een magere 12 procent. Eten is in deze eeuw als uitgavenpost bijna verwaarloosbaar geworden.

Technologie, in de ruimste zin van het woord, is de motor achter de inkomensgroei. Omdat we slimmer zijn gaan werken - door een betere organisatie, efficiëntere machines en het uitvinden van nieuwe producten - is de productiviteit per gewerkt uur gestegen. Die groei hebben we deels gebruikt om tijd te kopen - de verkorting van de werkweek - en deels om meer te consumeren.

Die toenemende consumptie, dat bijproduct van de groei, stelt Nederland voor indringende vragen. Die doen zich vooral voor bij zaken die, anders dan de economie, niet kunnen groeien: rust en ruimte. Lawaai en lelijkheid doen afbreuk aan het welzijn. De toenemende productie heeft bovendien een negatief effect op het milieu.

De botsing van welvaart en welzijn kwam in de jaren zeventig pregnant in het nieuws. De Club van Rome bepleitte in 1972 het begrenzen van de groei. Mede door de apocalyptische rampverhalen van deze groep bezorgde wetenschappers en politici is vanaf die tijd actie ondernomen. De groei is weliswaar niet begrensd - dat kan ook niet zonder de essentie van het kapitalisme te vernietigen - maar het negatieve milieu-effect van de productie is door een combinatie van regulering en subsidiëring aanzienlijk verminderd. En ook hier was het sleutelwoord: technologie. Die zorgde voor schonere vormen van productie.

De historische sleutelrol van technologie helpt ons op weg bij het nadenken over de economie in de volgende eeuw.

Het gaat hierbij allereerst om zaken die technologisch moeilijk oplosbaar zijn: de schaarste van rust en ruimte. Nederland is vol en lawaaiig, en er is geen ingenieur die daar tegen enigszins aanvaardbare kosten iets wezenlijks aan kan veranderen. Als Nederland dit probleem wil oplossen, dan moeten er keuzes worden gemaakt die pijn doen, dat wil zeggen: schadelijk zijn voor de economische groei.

Ten tweede zal de ontwikkeling van de technologie ook in de afzienbare toekomst het tempo en de richting van de economische groei bepalen. Wie een voorspelling moet doen, zet zijn kaarten vermoedelijk op de informatie- en communicatie-technologie (ICT) - de computer lijkt immers, met de komst van Internet, eindelijk zijn belofte van een productiviteitssprong te gaan inlossen.

Dit perspectief is in Nederland nog geen gemeengoed. Vergeleken met de Verenigde Staten loopt Nederland achter. Als in de nieuwe eeuw de groei inderdaad uit de computer blijkt te komen, dan loopt Nederland dus niet voorop. De overheid investeert momenteel vooral in de transportsector; miljarden worden besteed aan projecten als de HSL en de Betuwelijn. De vraag is of de overheid met al zijn aandacht voor het traditionele transport - denk ook aan het Schiphol-debat - wel voldoende oog heeft voor de innovatie die de ICT-sector kenmerkt. Juist bij het bestrijden van een van de kernproblemen van ons land, het dreigende tekort aan rust en ruimte, kan deze bedrijfstak behulpzaam zijn.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden