Gods woord verkondigen is in Almere ten eerste goede werken doen
Reportage Een kerk is er niet alleen om Gods woord te verkondigen. Er moeten ook dingen worden gedaan. In Almere hebben twaalf van de achttien christelijke kerken, de meeste aangesloten bij de PKN, hun diaconiewerk gebundeld.Door Margreet Vermeulen..
Petra Bos gelooft niet in God en ze komt nooit in de kerk. Maar het is wel dankzij de kerk dat ze haar geloof in de mensheid heeft behouden. ‘Als de kerk er niet was geweest, had ik met mijn man en vier kinderen onder een brug geslapen. Er was niemand die ons kon helpen. En kijk nu eens om je heen.’
Het zeskoppige gezin Bos woont in een ruime, lichte bovenwoning in Almere-Buiten. Het pand is eigendom van de diaconie van de vereniging Maatschappelijk Relevante Kerken Almere. De vereniging heeft het pand aangekocht in verband met het grote aantal gedwongen huisuitzettingen in Almere. Petra, haar man en de kinderen mogen er wonen tot ze hun financiën weer een beetje op orde hebben.
Liefde is ontegenzeggelijk de belangrijkste waarde van de Bijbel en de christelijke kerk. Maar hoe draag je als kerk een dergelijke waarde en de bijbehorende normen uit? Door soep uit te delen aan de behoeftigen en daklozen te huisvesten? Of heeft de kerk niet zozeer een uitvoerende als wel een verkondigende taak?
In Almere hebben de kerken er niet lang over hoeven na te denken. Van de achttien christelijke kerkgenootschappen – van zeer evangelisch tot uiterst vrijzinnig – hebben er twaalf hun diaconale werk gebundeld in de vereniging Maatschappelijk Relevante Kerken Almere.
De vereniging heeft een voedselloket opgezet, er zijn cursussen ontwikkeld voor gezinnen die moeite hebben om rond te komen, er is hulp bij het invullen van moeilijke formulieren en er wordt onderdak geboden aan gezinnen die door schulden op straat zijn komen te staan.
‘Je wilt als kerk iets betekenen in de samenleving. Zeker in een nieuwe stad met zo weinig sociale verbanden en zo veel eenzaamheid en armoede’, zegt Peter Mons, de spin in het web van het diaconale werk in Almere. ‘Het normen-en-waardendebat heeft ons daarin gesterkt. Wij willen het goede verkondigen. Niet door een grote mond op te zetten, maar door zelf het goede te doen. Met behulp van een paar honderd vrijwilligers.’
Met het louter verkondigen van Gods woord op zondag in de kerk, bereik je in het goddeloze Almere trouwens niet veel mensen. Slechts 12 procent van de Almeerders (180 duizend zielen) voelt zich verwant met een christelijke kerk. Van die 12 procent is ongeveer de helft aangesloten bij een kerk, en daar weer een minderheid van gaat regelmatig naar de kerk.
‘Veel mensen maken in Almere een nieuwe start en zeggen hun vertrouwde netwerk vaarwel’, weet Roelie Bosch, fractievoorzitter van de ChristenUnie in Almere. ‘En als er geen broer of zus meer is die aan je vraagt: Waar was je? Ik zag je zondag niet in de kerk, dan keldert het kerkbezoek naar een recordlaagte. Dat heeft Almere ons wel geleerd’, aldus Bosch.
Dat de kerken door premier Balkenende werden genegeerd toen hij het normen-en-waardendebat lanceerde, snappen ze in Almere wel. Want het instituut kerk heeft zich naar de marge van de samenleving laten manoeuvreren. ‘De traditionele kerken hebben erg lang onder vuur gelegen en uiteindelijk hebben ze de deur naar buiten dichtgedaan’, meent diaconaal werker Peter Mons.
‘Onder het motto: laat ze buiten maar sprokkelen, wij warmen ons binnen wel aan het vuur, heeft de kerk zich lange tijd naar binnen gekeerd in de ijdele hoop dat de bui van ontkerkelijking over zou waaien. Alleen over ontwikkelingshulp en de derde wereld durfde de kerk de laatste jaren nog wel eens ferme uitspraken te doen. Dat is rampzalig geweest. Ik moet nu soms cursussen geven over hoe je arme mensen kunt vinden. Als het zo ver gekomen is, ben je niet de aangewezen partner om met het kabinet een brede maatschappelijke discussie over normen en waarden te helpen opzetten.’
In het kerkcentrum De Drieklank jongleert dominee Andries Fidder van de PKN-gemeente Almere-Buiten met twee telefoons. Op de ene lijn is een huisarts en op de andere lijn de familie van een psychotische man. Kan de dominee niet voor een spoedopname zorgen? Fidder zucht. Alsof een dominee van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) anno 2006 de macht en het gezag heeft om een psychiatrische opname te regelen. Maar na een paar uur heen en weer bellen is het hem, een beetje tot zijn eigen verbazing, toch gelukt.
De kerk moet het goede uitdragen, door zelf het goede te doen, vindt ook de dominee. ‘Het spreken zonder daden is een onmogelijke combinatie.’
Maar wie denkt dat een doorsnee dominee zich dagelijks kan concentreren op goede werken, heeft het fout.
Dominees en pastoors zijn vooral bezig met overleven. Hoe onderhoud ik mijn gebouw? Hoe krijg ik de begroting sluitend? Hoe werf ik vrijwilligers? Is er vanavond iemand om de kerkdeur open te doen? Wie neemt de telefoon aan? Etcetera.
Fidder zou zijn tijd liever gebruiken om een medicijn te ontwikkelen tegen eenzaamheid, wat volgens veel Almeerders de allergrootste kwaal van hun stad is. Fidder: ‘Als er een nieuwe buurt wordt opgeleverd, is het de eerste maanden erg leuk. Men gaat nog zonder schroom bij de buren een hamer lenen. Maar al na een half jaar worden schuttingen en muren opgetrokken en gaat iedereen op zichzelf leven. Vergelijk het met een volle lift. Je staat op elkaars lip, maar er ontstaat geen contact, want iedereen raakt in zichzelf gekeerd.’
In weerwil van al die machteloosheid is het de dominee onlangs gelukt een ontmoetingscentrum te openen in een basisschool in de nieuwe Stripheldenbuurt in Almere. Als de mensen niet naar de kerk komen, dan brengt Fidder de kerk wel naar de mensen.
Niet om zieltjes te winnen. Niet om bijbelse waarden over te dragen. Nee, zijn prioriteit is de saamhorigheid in de buurt te versterken. Om nieuwe bewoners te helpen onderlinge relaties op te bouwen.
Stelt de kerk zich nu niet al te bescheiden op? Is dit dezelfde kerk die de landelijke kopstukken zo hard nodig vinden, omdat anders het het normen-en-waardendebat te oppervlakkig blijft? Het lijkt wel alsof de kerk in Almere zich een beetje schaamt voor Gods woord.
De vraag komt voor de dominee niet onverwacht. ‘Ontmoeten betekent: niets moeten. Als wij werkelijk waarden als liefde, trouw en integriteit willen overdragen, dan mag zo’n ontmoetingsruimte geen smoesje zijn om mensen naar de kerk te lokken.
‘Bovendien is de tijd dat wij in een zwart pak geboden en verboden rondstrooiden echt voorbij. We hebben te maken met mondige mensen. Die kun je helpen de geest te slijpen. Maar ze maken uiteindelijk zelf hun keuzes.’
Dat is dominee Cornelia Hübner van de Lutherse Kerk in Almere uit het hart gegrepen. ‘Wie ben ik om te zeggen: u mag niet scheiden, ook al bent u ongelukkig in uw huwelijk? Wie ben ik om met het morele wijsvingertje te zwaaien?’
Liever dan zich boven de kudde te verheffen, staat de huidige generatie dominees naast de mensen. ‘Als een maatje’, benadrukt Hübner. ‘Ik wil samen met de mensen naar antwoorden zoeken als ze bij me komen met vragen over hun huwelijk, over geweld in het gezin of over de vraag wat ze moeten denken van de islam.’
Vorig weekend nog was dominee Fidder op huisbezoek bij een ernstig zieke vrouw. Of de dominee voor of tegen euthanasie was, wilde zij weten.
Fidder had daar geen eenduidig antwoord op. Dat is volgens hem ook niet te geven. ‘En dat verwachten de meeste mensen ook niet van me. Ze willen hun mening toetsen aan die van jou, zodat ze tot de best mogelijke afweging komen. Ze willen niet dat je de tien geboden nog eens voor ze oplepelt.’
Zo actief als de kerken in Almere proberen vorm te geven aan goede werken, zo terughoudend zijn ze als het gaat om een inhoudelijke bijdrage aan het normen-en-waardendebat. Volgens diaconaal werker Peter Mons is de kerk onzeker over wat hij wel en niet moet zeggen. ‘Doe je iets moderns, dan ga je al snel onderuit. Als je iets ouderwets zegt, ook. Het is voor de traditionele kerk in dit tijdsgewricht echt heel moeilijk om geloofwaardig en richtinggevend te zijn.’
Petra Bos is voorlopig gered. Maar ze gelooft nog steeds niet in God. Evenmin is ze al in de kerk gesignaleerd. De diaconale werker glimlacht. ‘Als wij mensen een ijskast geven, ligt er echt geen Bijbel in de vriezer verstopt.’