Gifgasaanvallers voelen zich niet belemmerd door 'internationale gemeenschap'
Drie jaar geleden deed Bashar al-Assad zijn chemische wapens weg, op last van de VN-Veiligheidsraad. Het ging om tonnen mosterdgas, sarin en andere chemicaliën. Het was een titanenklus, onder leiding van Sigrid Kaag, en het gold als een reuze-overwinning van wat we 'de internationale gemeenschap' noemen en waarvan na enkele herschikkingen op het wereldtoneel tegenwoordig niet altijd even helder is wie zich daar wel of niet onder scharen.
Zo is het onduidelijk of de man in dat grote witte huis tussen het golfen door überhaupt belangstelling heeft voor 'de internationale gemeenschap', en is van de man in het Kremlin niet altijd met zekerheid te zeggen aan wiens kant hij staat - behalve aan zijn eigen kant. De Chinezen doen alleen mee met 'de internationale gemeenschap' als een en ander ze in staat stelt een enorme lading plastic zooi te verkopen, het dondert niet aan wie, of een enorme lading hout, goud en andere grondstoffen te bekomen. En de Europese Unie is zo druk met niet uit elkaar vallen, dat de buitenlandse ambities vooralsnog zijn gestold op papier, in prachtige verklaringen voorzien van gele sterren en de zwierige handtekening van Federica Mogherini. Als je ze tegen het licht houdt, die Europese verklaringen, zie je in de witruimte tussen de regels machteloosheid en berusting ronddolen.
Dat Assad mogelijk nog een voorraadje gifgas had achtergehouden - of per ongeluk over het hoofd gezien bij de opruiming en later toevallig teruggevonden, of gekregen, of bijgekocht, of dat hij is overgestapt op het huismiddel chloor - werd al snel gesuggereerd. Die beschuldiging was niet geheel uit de lucht gegrepen: Human Rights Watch heeft zich de afgelopen jaren een slag in de rondte gerapporteerd. Over gifgasaanvallen, en over vermoedelijke gifgasaanvallen, soms met chloorgas, soms mogelijk met iets anders, niet zelden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid toe te schrijven aan de regeringstroepen van Assad. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat ook andere oorlogvoerende partijen in Syrië het soms met mosterdgas proberen.
Ze zullen zich daarin niet belemmerd voelen door de internationale gemeenschap: 'wie het bij een machteloos niet doen houdt, stemt toe', is niet voor niets een populair spreekwoord. In het verleden riep iemand uit 'de internationale gemeenschap' nog weleens dreigend 'rode lijn!', maar inmiddels kun je in Syrië door de rode lijnen de grond niet meer zien.
Oorlogsgruwelen zijn er altijd geweest. Nieuw is dat oorlogsmisdaden mede dankzij de firma's Apple, Samsung, Twitter en Facebook uitstekend gedocumenteerd en onmiddellijk verspreid worden. Daarom konden belangstellenden dinsdag langdurig en in detail kennis nemen van de effecten van gifgas op mannen, vrouwen en kinderen. Later was ook te lezen dat een bom een gebouw trof waarin de slachtoffers van de gasaanval werden behandeld.
Al is de pannenkoek nog zo dun, hij heeft altijd twee kanten, legde Ellie Lust - 's lands populairste politiewoordvoerder - onlangs uit. In het geval van Syrië is het pannenkoekenbeslag als een veel te dikke klodder in de pan gekwakt en gebakken tot een vormeloze massa waar een ieder zijn eigen kant aan kan ontdekken en koesteren.
Uit 'de internationale gemeenschap' vielen gisteren gemengde reacties op te tekenen. Van 'oorlogsmisdaad', tot 'het waren niet onze vliegtuigen' en 'het is de schuld van Barack Obama'. Het klonk dodelijk vermoeid.