Gezakt voor het topsportexamen
Olympisch kampioen worden en vervolgens te horen krijgen dat er op je diensten geen prijs meer wordt gesteld. Of teleurgesteld zijn over het slot van een indrukwekkende carrière waar brons bij de Spelen het hoogst haalbare bleek....
AAN HUN stamtafel in café Thijssen in Amsterdam treffen Maurits Hendriks en Tom van 't Hek elkaar misschien wel voor de laatste keer. Honderden ideeën, adviezen aan elkaar, ontwikkelingen en kernwaarden in de hockeysport vlogen hier de afgelopen jaren over tafel. Maar nu beiden de toevoeging ex- voor bondscoach hebben staan - de één uit vrije wil, de ander daar min of meer toe gedwongen - zullen de ontmoetingen minder talrijk worden.
Hockey is niet langer de bindende factor tussen de verschillende karakters die door hun werk nader tot elkaar werden gebracht. Hendriks ambieert een baan in het buitenland en zal binnenkort als adviseur naar Pakistan reizen. Van 't Hek heeft een sabbatical year genomen; met het presenteren van het radioprogramma Langs de lijn wordt zijn jongensdroom werkelijkheid.
Ze praten over het moeizame einde van hun carrière bij de Nederlandse hockeybond, de grootste teleurstelling is inmiddels wel verdwenen. Ze delen de opvatting dat steeds vaker, bijna als vanzelf, ook de plezierige momenten komen bovendrijven. De afrekening is niettemin hard. Het goud voor de mannen was niet voldoende om het vertrouwen van de spelers te winnen. En het brons van de vrouwen was niet het hoogst haalbare.
'We zijn niet geslaagd voor het topsportexamen', zegt Van 't Hek. 'We hebben het niet goed gedaan. En dus ben ik teleurgesteld in mezelf. Vier jaar geleden haalden we brons in Atlanta en toen waren we euforisch. Nu is de bodem blijkbaar de derde plaats geworden. Dus we zijn wel degelijk gegroeid, maar het gevoel blijft bestaan dat we er niet alles uit hebben gehaald.'
En dus heeft de bondscoach het niet goed gedaan. Maar zelfs het hoogst haalbare, goud op de Olympische Spelen, bleek geen garantie voor een succesverhaal. 'Professor' Einstein, zoals Hendriks door zijn spelers werd genoemd, werd ondanks de olympische titel gewogen en te licht bevonden. Zijn krampachtige manier van coachen en het onvermogen om zijn werk te relativeren leverden irritaties op bij de spelers. Na vier jaar assistent- en twee jaar hoofdcoach moest Hendriks het veld ruimen.
Hendriks: 'Ik zie ook wel dat coachen dermate intensief is dat er altijd een moment komt dat je moet kijken of je het volgende traject ook weer samen kunt aangaan. Dat is vaak onafhankelijk van het resultaat.
'Verhoudingen slijten omdat het werk zo intensief is. Je geeft het maximale van jezelf bloot en je vraagt het maximale van je spelers. Dat is een elastiek dat je zes jaar lang op maximale spanning houdt, maar op een gegeven moment gaat de rek eruit.
'Als ik puur naar dat gegeven kijk, kan ik ook heel gemakkelijk accepteren dat er nu een moment is voor een andere bondscoach. Maar ik ben wel degelijk teleurgesteld in het feit dat het eindresultaat in de evaluatie zo weinig heeft meegespeeld.'
Met zeventig procent van de spelers had Hendriks verder gekund, zegt hij zelf. Dat niet iedereen zijn werkwijze veroordeelde, bleek tijdens het sportgala waar hij uit handen van aanvoerder Stephan Veen de trofee van sportploeg van het jaar ontving. 'Maurits heeft meer aan dit succes bijgedragen dan nu wordt gesuggereerd', zei Veen. Maar voor een aantal andere, bepalende, spelers, was verder spelen onder Hendriks ondenkbaar.
Hendriks: 'Essentieel bij het coachen is dat je met elkaar zo duidelijk mogelijk een weg naar het uiteindelijke doel uitstippelt. Daar zit wel een bepaalde flexibiliteit in, maar ik wijk daar niet snel vanaf. Daarin vraag ik ook veel van mijn omgeving, waardoor er spanning op komt te staan en daar betaal je een prijs voor. In sommige gevallen is dat de sfeer geweest. Maar dat is mijn werkwijze.'
IN EEN reactie daarop werd deze maand een geheel ander type coach aangesteld. De zeer charismatische, maar technisch-tactisch zwak onderlegde Joost Bellaart werd als hoofdcoach naar voren geschoven. Op verzoek van de spelers gaat er weer gelachen worden in de Nederlandse ploeg. Hockey wordt weer een simpel spelletje als het aan Bellaart ligt.
Ook de constructie is nieuw. Niet de bondscoach, maar de commissie topsport beslist over de invulling van de vacatures van assistent (Michel van den Heuvel) en manager (vacant) die in een driemanschap aan het werk gaan. Het bevreemdt Van 't Hek en Hendriks dat het plotseling allemaal anders moet.
'De afgelopen jaren heeft het prima gewerkt, dat hebben de resultaten wel uitgewezen', zegt Van 't Hek. 'Er wordt nu met een stelligheid over de nieuwe constructie gesproken alsof dat het nieuwe licht aan de hemel is. Dat heeft mij enorm verrast. Het wekt de indruk dat wij de afgelopen jaren op een dictatoriale, autonome wijze gewerkt zouden hebben, maar dat is nooit zo geweest.
'Ik lig er niet wakker van, maar het is oude wijn in nieuwe zakken. Er is al jarenlang heel open overleg geweest tijdens vergaderingen met de bond. Alles wat maar enigszins van belang was voor het Nederlandse hockey ging daar over tafel.'
Hendriks: 'Voor mij is het moeilijk te begrijpen dat het juist nu allemaal anders moet. Het is een gek moment om te kijken naar een nieuwe structuur. Volgens mij hebben zowel de dames als de heren een succesvolle periode afgesloten. Dat is niet voor niks. Dat hoef je niet sec op te hangen aan de coach, maar je hoeft daaraan ook niet helemaal voorbij te gaan.'
Van 't Hek: 'Het doel heiligt niet alle middelen in de sport. Maar wie naar een coach kijkt, kijkt toch in eerste instantie naar de resultaten die hij heeft behaald. En of hij dat nou op een aardige manier heeft gedaan of niet goed communiceert, dat is allemaal prima, maar dat is een afgeleide van waar het uiteindelijk om draait. Het komt op mij wat merkwaardig over dat iemand die goud haalt bij de Champions Trophy en de Olympische Spelen weg moet omdat er iemand moet komen voor de sfeer.'
De toekomst van het Nederlandse hockey gaat de twee aan het hart. Daarvoor is het afscheid nog te kort geleden. 'Het is afkicken', zegt Hendriks. 'Er zijn zoveel belevingen op zo'n intensief traject, dat je wel even bezig bent om alles een plaats te geven.
'Maar ik ben er inmiddels wel wat rustiger onder. Je herinnert je steeds andere dingen en het wordt steeds leuker om terug te kijken. De eerste emoties worden iets genuanceerder. De positieve dingen komen langzaam naar de oppervlakte.
Van 't Hek: 'Dat herken ik wel. Voor mij is de afloop een enorme teleurstelling geweest. Die moet je verwerken en dat kost tijd. Naarmate het meer op de achtergrond raakt, kan ik er rustiger en beter op terugkijken. Want je raakt als coach toch een beetje verkokerd door de spanning en alles wat zich rond het team heeft afgespeeld.'
Hij noemt de Olympische Spelen van Sydney 'veruit de moeilijkste periode' in de zes jaar dat hij als bondscoach aan het werk was. 'Ook de meest leerzame, maar ik had het graag een maandje uitgesteld.' Het belabberde spel van de ploeg leidde tot irritaties in de ploeg waardoor de beoogde finaleplaats werd gemist.
'Als ik mezelf iets verwijt dan is het de gebrekkige communicatie. Terwijl ik dat juist altijd zo belangrijk heb gevonden. We zijn in het laatste jaar voor de Spelen confronterender en harder geworden om de laatste stap naar het goud te kunnen maken. Maar dat hebben we niet helder kunnen krijgen bij de speelsters.
'Misschien hadden we meer uitleg moeten geven over de achterliggende bedoeling van het proces. Nu is het door sommige mensen opgevat als een gebrek aan vertrouwen en heeft het een averechts effect gehad. Zij voelden zich, uiteraard ten onrechte, in de steek gelaten.
'Achteraf ben ik niet trots op bepaalde dingen die ik heb geroepen, omdat je de oorzaak toch ook een beetje buiten jezelf wilt zoeken. Het heeft bij mij wel even geduurd om weer terug te keren naar het besef dat ik eindverantwoordelijk was. Maar aan de andere kant was het ook weer niet zo dramatisch. Ik ben wel fel geweest, maar zo ben ik altijd geweest. Dat is mijn manier van doen. Ik heb geen personen beschadigd, ik heb geen namen genoemd, dus ik denk dat het ook wel weer meevalt.
'Bij mij komt steeds vaker het hele traject terug en niet alleen dat ene laatste stukje. En dan is het een heel mooi traject geweest met een heel moeilijk slot.'
HET VERTROUWEN in de coach gaat vaak gepaard met winnen, zo merkte Van 't Hek. En ook Hendriks kreeg de meeste kritiek van zijn eigen spelers te verduren toen het team in Sydney niet volgens verwachting presteerde. Nadat de ploeg na het verlies tegen Pakistan zelfs definitief uitgeschakeld leek, laaiden de emoties bij Jacques Brinkman en Ronald Jansen hoog op.
'Er waren spelers die al voor het toernooi hun afscheid hadden aangekondigd, dus voor hen had de teleurstelling een andere dimensie. Er zou nooit meer een kans komen om revanche te nemen', zegt Hendriks.
'Onze grootste kracht was tegelijkertijd onze zwakte. Er was veel ervaring en kennis. Dat heeft ons er enerzijds doorheen gesleept, omdat de heren konden terugvallen op hetgeen we in de jaren ervoor hadden gedaan. Maar dat heeft ook tot gevolg dat vele mensen denken de juiste weg te zien en zich daar ook mee willen bemoeien. Deels wil je als coach die ervaring bewaren, dat is de kracht van het team. Maar je wilt het zo sturen dat individuen zich niet te veel gaan bezighouden met het bepalen van de richting. Dat moet een teamproces blijven.
'Het is duidelijk dat er twee spelers zijn geweest die op dat moment de oorzaken hebben gezocht bij de coach en ook bij hun teamgenoten. Dat is een begrijpelijke reactie van zo'n sporter. Als je niet begrijpt dat een sporter daardoor emotioneel kan zijn dan begrijp je het wezen van sport niet. Daar heb ik het nooit moeilijk mee gehad.
'Die sombere stemming is vervolgens heel mooi omgeslagen. In een paar uur tijd heeft het team alle schroom van zich afgegooid en is er een enorme onverzettelijkheid ontstaan. Dat heb je daarna kunnen zien in de wedstrijden. Daar ging iedereen voor hetzelfde. Als coach probeer je daarin de toon te zetten. Niet meer zeiken over de dingen die niet goed zijn, maar nu gewoon allemaal dezelfde kant op. Het is belangrijk dat je daarin slaagt. Dat er niet drie spelers op zo'n moment uit de boot stappen.
'Maar ik kan niet begrijpen dat niet alle spelers - uiteindelijk van het juk bevrijd en met een olympische medaille om de nek - hebben gevoeld hoe mooi dat is. Dat je die medaille, juist na alles wat je hebt moeten doorstaan, niet veel meer waarde toekent. Het is niet gemakkelijk geweest en zeker niet voor een team dat veel successen gewend is.
'Natuurlijk gaat iedereen met een gouden medaille uiteindelijk tevreden naar huis. Maar ik denk dat een aantal spelers te veel is blijven hangen in de dingen die niet goed zijn gegaan.
'Een gouden medaille maakt niet alles goed. Maar juist door alle lastige dingen die je hebt meegemaakt, juist omdat het zo verschrikkelijk moeilijk is geweest, denk ik: petje af mannen. We zijn af en toe langs de afgrond gegaan, maar we zijn er toch maar mooi doorheen gekomen. De waarde van het goud is daardoor voor mij alleen maar groter.'