Gewone naam, ongewone voetballer
De beroemde Nederlandse spelers van Glasgow Rangers ontmoeten morgen op Ibrox Park in de wedstrijd tegen Hearts FC een landgenoot met een bliksemcarrière, Mark de Vries....
Gewone naam, ongewone loopbaan, tenzij het gewoon is dat een onbekende, al wat oudere Nederlandse voetballer plotseling in Schotland opduikt en daar na een paar maanden op straat wel wordt herkend. En zelfs geadoreerd. Hij heet Mark de Vries, heel gewoon.
Van de bedompte kelder in de Nederlandse eerste divisie kwam hij afgelopen zomer terecht in de loge van het Schotse voetbal, bij Hearts FC uit Edinburgh dat hem opspoorde bij Dordrecht'90.
Zeven maanden staat hij in de hoogste regionen van de Schotse topscorerslijst. Freeze is on fire, heet dat dan. 'Er staan plotseling allemaal stukjes over mij in kranten en tijdschriften.'
Wonderlijk verhaal. De Vries was, totdat hij voor een minimum-loon door Dordrecht werd gecontracteerd, voetballer van Volendam en het Franse Niort. 'De trainer die me naar Niort haalde zaagde me na vier maanden af. Beetje raar was dat. Acht maanden lang bungelde ik er maar wat bij.'
Het antwoord op de vraag hoe vaak hij in vijf seizoenen voor Volendam en Niort heeft gescoord, volgt vlot: drie keer. De verklaring, met zelfspot uitgesproken: 'Ik ben wat laat op gang gekomen.'
Dertien maal scoorde hij tot nu toe voor Hearts, een verbazingwekkend aantal voor een aanvaller die jarenlang leek veroordeeld tot een plaats in de marge van het profvoetbal. Pas in Dordrecht ontlook hij, aan de hand van een veteraan, Marco Boogers, en een trainer die hem niet uit het oog verloor, Harry van den Ham.
'Boogers haalde me naar Dordrecht. Na twee maanden kreeg ik een contractje en toen ging het lopen. Ineens ging ik doelpunten maken. Harry is een fantastische gozer aan wie ik veel te danken heb en van wie ik veel heb geleerd. Als ik scoor komt dat vaak door een tip van hem. Het gaat automatisch, hij heeft het honderdduizend keer tegen me gezegd.'
De fans op Tynecastle reageerden verbouwereerd en de Schotse pers kwam superlatieven tekort toen De Vries in de op een na vurigste derby die Schotland kent, Hearts - Hibernian, vier maal scoorde. Het was een mooi gebaar voor de onbekende spits die transfervrij was aangetrokken.
Aan de zijlijn feliciteerden de vier werknemers die hem maandenlang hadden gevolgd, elkaar uitbundig. Onder hen de manager, Craig Levein. Uit The Scotsman: 'Mark de Vries made himself an instant hit with the Hearts fans.'
De Vries: 'Levein zocht een lange, balvaste spits. Ik moet de bal vasthouden, doorkoppen, voor de goal komen, oorlog maken. Dát zoeken ze in Schotland en Engeland. Het is niet zo gek dat Schotse clubs ook in de Nederlandse eerste divisie naar spelers zoeken. Een spits zoals ik kost hier minstens zeven miljoen gulden. Dat is niet te betalen voor Hearts.'
Het vertrouwen in de spits die pas bij Dordrecht doelpunten begon te maken was groot; verbazingwekkend groot zelfs. Hij kreeg een contract aangeboden met een looptijd tot 2006.
De Vries zelf twijfelde evenmin: 'Boogers en Van den Ham hebben me hiervoor klaargestoomd. Ik had wel verwacht dat ik zou gaan scoren. Ik zag mezelf niet op de bank zitten. Ik ben 27, ik heb het wel zo'n beetje gezien op die bank. Daar heb ik te vaak en te lang gezeten.'
Het Schotse voetbal, karakteristiek vanwege het hoge tempo en de harde duels, is hem op het lijf geschreven.
De Vries paste zich snel aan: 'In de eerste weken liep ik met dikke lippen en blauwe ogen rond. Ik kreeg de ene na de andere klap. De ellebogen zitten hier nogal los. Nu doe ik het zelf ook, om mezelf te beschermen.'
En nee, Schotse voetballers drinken niet buitensporig veel. 'De meesten drinken appelsap. En ik weet het zeker, want dat drink ik zelf ook. Het is net zo'n vooroordeel als dat sommige Schotten denken dat wij in Nederland op klompen lopen en allemaal tulpen verkopen.'
Ook in de schaduw van de twee vorsten van het Schotse voetbal, Glasgow Rangers en Celtic, kan worden geoogst. 'Ik speel in volle stadions en ik verdien meer. Dat was ook een reden om uit Nederland weg te gaan. Het gaat er straks óók om wat ik in mijn zak heb zitten.
'Ik kan nog acht jaar mee. Engeland, dat zou het mooiste zijn. Nog één, twee transfers, als een soort Hasselbaink, je weet het nooit. Twee jaar geleden had ik niets, nu heb ik alles.'