Gewone man is bang dat er rotzooi komt
NOG MAAR vijf maanden zijn er te gaan voor in Hongkong de Britse Union Jack wordt vervangen door het rood met de vijf gouden sterren van China....
Maar terwijl de beau monde plaatsen boekt op de overdrachtbals, wil het gekift tussen de komende en de gaande machthebber maar niet ophouden. China heeft, onder luid protest van Londen en Washington, 25 wetten op de nominatie gezet om te veranderen of te verdwijnen. Elf ervan zullen alleen worden aangepast, maar het gekozen parlement kan op 1 juli zijn biezen pakken. Demonstreren en andere burgerrechten komen aan banden te liggen.
Groot-Brittannië wil graag de geschiedenis in gaan als de heerser die in Hongkong democratie bracht. Het komt wat laat, aan het eind van een 155-jarige koloniale periode, maar het is conform de trend in de regio. Peking ziet hierin de bevestiging van het vermoeden dat de Britten de teruggave willen ondermijnen.
China voelt zich eigenlijk al meester in Hongkong. De opvolger van de gouverneur is aangewezen en heeft zijn nieuwe kabinet zo goed als rond. Een voorlopig parlement vergadert al volop. Het volksbevrijdingsleger staat te trappelen om een troepenmacht te sturen.
De zakenelite in Hongkong, die de nieuwe machtsverhoudingen snel aanvoelde en in Peking al jaren de deur plat loopt, ziet er niets kwaads in. Tijdige voorbereiding kan een rimpelloze overdracht alleen maar ten goede komen. De aandelenbeurs breekt alle records en het onroerend goed - toch al het duurste ter wereld - is een klim naar nieuwe hoogten begonnen. Buitenlanders delen het optimisme. De kamers van koophandel melden dat er meer bedrijven komen dan gaan. Er vertrekken wel Britten, maar dat blijken ambtenaren en bouwvakkers te zijn. De ondernemers blijven komen.
Onder de Chinese bevolking (98 procent) komt de trek naar Canada en Australië tot stilstand. Weifelaars, die een buitenlands paspoort hebben bemachtigd, kregen heimwee en verruilden de rust van buitenwijken in Vancouver en Melbourne voor de vertrouwde, jachtige drukte van hun havenstad.
Overdrijven Londen en Washington met hun protesten? Het opmerkelijke is dat er naast alle zakelijk vertrouwen onder de bevolking een diepe achterdocht heerst over China's democratische bedoelingen. De afspraak om vijftig jaar 'één land, twee systemen' te vormen, zou wel de economie gelden, maar niet de politiek. De gewone man in Hongkong is wel degelijk bang. Bang dat zijn baan wordt overgenomen door volksgenoten van het vasteland. Bang dat de pas verworven rijkdom verloren gaat. En bovenal bang dat er rotzooi komt.
De democraten, in het huidige parlement de grootste groepering, vrezen de dictatuur. Hun strijd tegen Pekings politieke besluiten bracht hen in botsing met de pragmatische China-gezinde partijen. Ze zijn buitenspel gezet, maar blijven in de opiniepeilingen verreweg de grootste politieke groepering.
De peilingen geven ook aan dat de kongsi van Hongkongs groot-kapitaal en Pekings communisme matig aanslaat. Een grote meerderheid is tegen aanpassing van de 25 wettelijke regelingen. De populariteit van China's topman voor Hongkong, de conservatieve reder Tung Chee-hwa, is gezakt tot het niveau van gouverneur Patten. Zelfs onder zijn aanhangers valt kritiek te beluisteren op zijn onbesuisde uitspraak dat sociale orde belangrijker is dan individuele vrijheid. In de talrijke praatprogramma's op de radio luchten luisteraars hun woede.
De bondgenoten van China gokken op het befaamde Chinese pragmatisme, dat na 1 juli de aanhang van de democraten zou kunnen worden uitgehold . Als het protest in een klimaat van zelfcensuur en intimidatie verstomt, kiest de bevolking alsnog de partij voor de zakenelite die haar de welvaart heeft bezorgd, zo luidt de gedachtengang. Is Singapore, de andere Chinese stadstaat, niet een schoolvoorbeeld van repressief kapitalisme? Sommige democraten zijn bang dat Hongkong onherroepelijk deze kant op zal drijven, maar willen dit niet zonder slag of stoot laten gebeuren.
Anderen vestigen hun hoop op de verschillen. Singapore draait op multinationals en overheidsondernemingen. Het particuliere bedrijfsleven, de kurk van de Hongkongse economie, is er zwak ontwikkeld. De Britse kolonie is groot geworden met kapitalistische eigenzinnigheid. Het virus van de democratie zou de bevolking wel eens zwaar besmet kunnen hebben. Tenslotte beweegt Taiwan, het vierde Chinese gebied, zich ook in deze richting.
De grote test is of de democraten het kunnen uitzingen tot de door Tung en China beloofde verkiezingen voor het echte parlement, die volgend jaar worden gehouden. Als die open en eerlijk zijn, zouden ze alsnog hun populariteit kunnen omzetten in politieke macht en, wie weet, afgeschafte burgerrechten weer kunnen herstellen.
Toine Berbers