Gewapende strijd dreigt in Atjeh

De 'militaire operaties' waarmee de regering dreigt, maken een einde aan de broze vrede, die op 9 december begon met de ondertekening van een akkoord in Genève. In dat akkoord kwamen GAM en de regering overeen dat beide partijen de gevechten zouden staken, en vervolgens Atjeh zouden demilitariseren. Het akkoord bracht wel rust, maar de uitvoering verliep stroef.

GAM zou volgens het verdrag in fasen de wapens neerleggen, en tegelijkertijd zou het Indonesische leger zijn soldaten terugtrekken in de kazernes. Maar GAM talmde met het inleveren van wapens en het leger op zijn beurt weigerde obstinaat zijn soldaten uit hun gevechtsposities terug te halen naar de kazerne.

De regering begon steeds luider te dreigen zich uit het vredesproces terug te trekken, en GAM deed weinig om de sfeer te verbeteren. Een moeizaam tot stand gekomen laatste vredesgesprek in Genève mislukte vorige week nog voor het begon. Minister Bambang Yudhoyono trok zich woedend terug, toen GAM te elfder ure het gesprek twee dagen wilde verzetten.

Yudhoyono stelde GAM een ultimatum. Het rebellenleger moet voor 12 mei eenzijdig al zijn wapens inleveren en tevens zijn eis voor onafhankelijkheid van Atjeh afzweren. Doet GAM dat niet, dan beginnen in Atjeh omvangrijke 'militaire operaties', die definitief een einde moeten maken aan de aspiraties van de rebellen.

De eisen van de regering gaan veel verder dan het vredesakkoord van 9 december. In het akkoord staat wel dat GAM de speciale autonomie accepteert die Indonesië Atjeh wil geven. Maar over het afzweren van de onafhankelijkheid rept het akkoord niet.

GAM heeft niet gereageerd op het ultimatum, en lijkt zich in plaats daarvan voor te bereiden op de confrontatie met een enorme legermacht. Volgens de meest gangbare schattingen beschikt GAM over ruim tienduizend leden, maar niet meer dan achtduizend wapens. De legerleiding heeft laten weten het karwei met vijftigduizend man te kunnen klaren.

Het provinciale parlement en tientallen vooraanstaande Atjeërs hebben een beroep gedaan op president Megawati Soekarnoputri om een vreedzame oplossing te zoeken.