Gevlucht in de cocaïne uit angst voor nederlagen
De Australische tennisser Pat Cash heeft in zijn juist verschenen boek Uncovered onthuld dat hij tijdens zijn actieve loopbaan regelmatig hasj en cocaïne heeft gebruikt....
Cash veroverde in 1987 de titel op Wimbledon. In zijn boek, waarvan de krant Daily Mail deze week passages publiceert, beweert Cash dat het in zijn tijd heel gewoon was dat tennistoppers een stickie rookten. Hijzelf deed dat om zijn problemen te vergeten. 'Als ik niet high was dan was ik depressief, zeer depressief'. Een verklaring daarvoor noemt hij zijn angst om te verliezen.
'Winnen werd een drug die ik moest hebben, anders werd ik depressief. Je hebt het gevoel dat niemand van je houdt als je verliest, je wilt jezelf van kant maken. Ik was niet echt een prater, dus ik werd boos, vernielde hotelkamers en raakte al op mijn zeventiende aan de drugs.'
In het tenniscircuit was bekend dat tal van spelers verdovende middelen gebruikten. De inmiddels overleden Amerikaan Vitas Gerulaitis stond bekend als een cocaïne-gebruiker. Aan dat genotmiddel raakte ook Pat Cash verslaafd. 'Bij mijn eerste optreden op Wimbledon sliep ik met een joint onder het kussen en stak er elke avond één op. Het hielp me, dus ik nam meer. Daarna volgde cocaïne en dan de volgende drug.'
Met een finale-zege op Ivan Lendl kroonde Pat Cash zich in 1987 tot Wimbledon-kampioen. Hij raakte verslaafd aan cocaïne om de pijn te vergeten. Drie jaar geleden, toen hij stopte met tennis, koos hij voor opname in een ontwenningskliniek. Ook zijn vrouw, van wie hij gescheiden leeft, schreef zich daarvoor in.
Nu zegt hij: 'Ik kon niet omgaan met de pieken en dalen in mijn loopbaan. Nu mijd ik de extremen. Mijn eigenwaarde is niet meer afhankelijk van de uitkomst van een tenniswedstrijd. Toen ik Wimbledon won, wilde ik meteen doorgaan voor de US Open. In plaats van te genieten, keek ik al naar de volgende berg. Een karaktertrek, weet ik nu. Teveel doelen nastreven, kan je gek maken.'