Getergd als altijd en terug als rondekampioen

De favoriet bleek een uitdager, maar won toch de Vuelta: Alberto Contador mag zich weer kampioen noemen.

BART JUNGMANN

Zou zijn overwinning in deze Vuelta hem eindelijk de status bezorgen waarnaar hij zo zichtbaar hunkert? Zou Alberto Contador, met alle vormen van voorbehoud die tegenwoordig nodig zijn, eindelijk zijn plaats hebben bemachtigd op het erepodium van de eeuwigheid?

Aan de bijna 30-jarige Spanjaard heeft altijd het aureool van de antiheld gekleefd, een sportman die op hoge toon erkenning eiste en het misschien daarom wel nooit kreeg. Altijd speelde er wel iets van doping, een bedenkelijke werkgever of was er een tegenstander die de aandacht opeiste.

Niettemin: Alberto Contador won sinds 2007 elk jaar wel een grote ronde en soms zelfs twee. In elk geval werd hij als zodanig gehuldigd.

Achteraf werden één Ronde van Italië en één Ronde van Frankrijk hem afgepakt omdat een buisje met bloed op vals spel duidde. Maar dan nog blijft overeind dat hij op alle drie belangrijke podia voor een ronderenner weleens de beste is geweest .

Deze Vuelta was het Contador zelf die alle aandacht opeiste en dan ook nog eens in positieve zin. Hij vocht zo hard als hij kon, op het terrein dat hem het best ligt, maar uiteindelijk sloeg hij zijn slag met een prachtig staaltje blufpoker. De Ronde van Spanje werd de mooiste wedstrijd van het jaar met de mooiste winnaar.

Contador startte als de favoriet van wie niemand zeker wist of hij die rol wel aankon. Na eindeloos gesteggel moest hij dit seizoen de wedstrijdfiets in de schuur zetten. Een dopingtest in de Tour van 2010 werd hem twee jaar na dato fataal.

Al zijn sindsdien behaalde overwinningen, om te beginnen de Tour, werden hem afgepakt. Op 6 augustus mocht hij voor het eerst weer officieel op de fiets stappen. Het startpodium was Noord-Brabant en de Eneco Tour zal internationaal nooit zo de aandacht hebben getrokken als die week.

België en Nederland zijn niet bepaald het werkterrein voor een roofvogel van het type Contador, maar duidelijk werd dat hij de afgelopen maanden niet had stilgezeten.

Zijn ploegleider Bjarne Riis zei in het blad Procycling dat Contador direct na het dopingvonnis de knop had omgezet. 'Bij iedere andere renner zou het niet normaal zijn te verwachten dat hij na een lange periode van inactiviteit - ik bedoel dan het niet kunnen rijden van wedstrijden - een grote koers als de Vuelta wint. In het geval van Alberto is het dat wel. Waarom? Omdat hij de beste is.'

Riis zei dat in de aanloop naar de ronde, maar het is de afgelopen weken langdurig de vraag geweest of Contador wel de beste was. De Vuelta leek in het begin een kaartspel met vier troeven, waarin het alle kanten op kon gaan. Vervolgens ontpopte Joaquim Rodriguez zich als de beste, al was het maar omdat hij in de tijdrit halverwege knap overeind bleef.

Daarna werd het spektakel alleen maar heviger en intenser. Froome viel af als troefkaart, Valverde schoot ook telkens tekort, maar Contador bleef rodetruidrager Rodriguez bestoken met aanvallen.

Telkens wanneer het in de slotkilometers omhoog ging, volgde een spervuur aan demarrages. Nooit lukte het Contador definitief afstand te nemen en meestal was het Rodriguez die de laatste aanval plaatste en weer wat seconden sprokkelde.

Waarschijnlijk was Contador niet de beste, althans niet zo overduidelijk als Riis suggereerde, maar was hij het meest gebrand op de overwinning. Vermoedelijk is dat beslissend geweest.

Hij wil altijd en overal winnen, zelfs als het gaat om ronden als die van de Algarve en Murcia. Een andere coureur van zijn niveau is slechts op zoek naar vormbehoud. Hij wil winnen. Misschien dat het daarom zo moeilijk was in de afgelopen jaren alle harten te veroveren. Het grote publiek houdt niet zo van eeuwig getergde topsporters.

Maar nu paste dat precies in het verhaal. Van favoriet veranderde Contador gaandeweg in de uitdager. En uitdagers moeten nu eenmaal getergd zijn. Alle volgers hadden een week geleden al de conclusie getrokken dat Contador tekortschoot, dat een half jaar van inactiviteit hem toch was opgebroken. Maar hijzelf trok die conclusie niet.

Daarover zei hij: 'Mijn wilskracht is een belangrijk onderdeel van mijn wedstrijdmentaliteit. Ik vecht tot het bittere einde.' Hij noemt zichzelf een non-conformist in die benadering.

'Ik wist hoe moeilijk het was de rode trui nog te veroveren, tegelijkertijd bleef ik gefocust op de paar kansen die ik nog had. Als ik dat niet was geweest, had ik nooit kunnen doen wat ik deed.'

Contador plaatste zijn beslissende coup in een etappe die er niet toe leek te doen. Met enkele ploeggenoten als vooruitgeschoven posten versnelde hij in een voorlaatste klim, verraste daarmee Rodriguez en sloeg een gat dat niet meer te dichten bleek.

Uitzinnig van vreugde passeerde hij als ritwinnaar de eindstreep. Zaterdag was er de laatste krachtproef, net als vorige week maandag een muur bovenop een berg. De top luisterde naar de veelzeggende naam Bola del Mundo, wereldbol dus. Opnieuw bleek Contador feilbaar. Hij moest Rodriguez, en in mindere mate Valverde, laten gaan. Het verstand voerde de boventoon en het verschil bleef binnen de perken.

Zondag volgde de intocht in Madrid voor zijn tweede Vuelta-triomf. Volgend jaar zal hij in Frankrijk vast de uitdager zijn van Bradley Wiggins. Kijken of hij wel zand in de machine van Sky kan gooien. Kijken wat dat met zijn populariteit doet.

RITZEGE VIJF ARGOS, TWEE KEER RABO IN DE TOPTIEN

Twintig Nederlanders gingen van start in de Ronde van Spanje. De Vacansoleil-renners konden zich slechts tonen in de ontsnapping. Die van Argos waren vooral bezig sprinter John Degenkolb in stelling te brengen. Dat laatste is uitzonderlijk goed verlopen.

Degenkolb was de sterkste in vijf massasprints, waarbij aangetekend moet worden dat de concurrentie niet imponerend was. Maar het Duitse talent werd perfect geloodst. Vooral Koen de Kort ontpopte zich als een onmisbare schakel in deze keten naar succes.

Het meest mocht vooraf worden verwacht van het contingent van Rabobank, dat iets goed te maken had na de jammerlijk mislukte Tour de France. Maar een ritzege zat er bij lange na niet in. Evenmin konden de klassementsrenners Gesink en Mollema zich echt met de koers bemoeien. Bauke Mollema, vorig jaar vierde in het klassement, kwam niet verder dan een achterhoedegevecht.

Zaterdag zat Robert Gesink bij de laatste beklimming beloftevol voorin, maar toen het echt steil werd, viel ook hij terug. Voor die rit had hij gehoopt een sprongetje te maken naar de topvijf, maar dat kwam er dus niet van. Hij beëindigde de Vuelta als zesde in het klassement, de verrassend sterke Laurens ten Dam werd achtste.

Dat is het goede nieuws van deze ronde, want het is lang geleden dat twee Nederlanders de toptien haalden in één grote ronde. Gert-Jan Theunisse en Steven Rooks werden in 1989 vierde en zevende in de Tour de France.

Overigens tekenden zes Nederlanders toen voor een ritzege, won Theunisse ook nog eens het bergklassement, Rooks het 'combinatieklassement' en was hun formatie PDM de nummer één van het ploegenklassement.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden