Gerry Adams niet vervolgd

Gerry Adams zal niet worden vervolgd voor betrokkenheid bij een van de akeligste moorden uit The Troubles. Na de Sinn Fein-leider vijf dagen te hebben verhoord is de Noord-Ierse politie tot de conclusie gekomen dat vervolging weinig kans van slagen heeft.

VAN ONZE CORRESPONDENT PATRICK VAN IJZENDOORN

LONDEN - Wel zal de politie het dossier naar justitie sturen. De reacties op Adams' arrestatie hebben aangetoond hoezeer het onverwerkte verleden de vrede kan bedreigen.

Adams werd ervan verdacht zijn fiat te hebben gegeven aan de liquidatie van Jean McConville. Deze 37-jarige weduwe en moeder van tien kinderen werd in december 1972 uit haar flat in Belfast gesleurd en door het hoofd geschoten op een strand nabij de Ierse stad Dundalk. De IRA verdacht deze protestante vrouw, die getrouwd was met een katholiek, ervan te werken voor de Britse staat. Later bleek dat deze aantijging onjuist was.

De politie handelde op basis van verklaringen die twee inmiddels overleden IRA-veteranen hadden afgelegd in het kader van een historisch onderzoeksproject van een universiteit in Boston. De 65-jarige Adams heeft altijd ontkend een paramilitair in het verboden republikeinse leger te zijn geweest. Eind jaren negentig was hij een van de architecten van de Goede Vrijdag-akkoorden, die relatieve rust hebben gebracht in Noord-Ierland.

De prijs voor die vrede was vrijlating van veroordeelde terroristen en, meer in het algemeen, het laten rusten van het traumatische verleden. Afgelopen dagen is aangetoond hoe moeilijk dat kan zijn. In The Falls, de katholieke wijk van de hoofdstad, werd een nieuwe muurschildering van Adams onthuld, gevolgd door een protestoptocht van zeshonderd republikeinen voor wie Adams niemand minder is dan de Nelson Mandela van Noord-Ierland.

Ook zorgde het voor een schisma in Stormont, de regeringszetel. Vice-premier Martin McGuinness, vriend en partijgenoot van Adams, dreigde het vertrouwen in de politiekorps op te zeggen omdat daar nog steeds 'duistere krachten' actief zouden zijn, doelend op leden van de in katholieke kringen zo gehate Royal Ulster Constabulary. Eerste minister Peter Robinson, een unionist, beschuldigde McGuinness daarop van 'schofterige' chantage.

Maar er lijken ook andere 'duistere krachten' actief te zijn. Volgens enkele IRA-veteranen was Adams een prominente figuur in het verboden republikeinse leger. Zij zagen hoe hun 'wapenbroeder' de dans ontsprong om vervolgens een tweede leven als politicus te beginnen. Daarbij verried hij, in hun ogen, ook nog eens hetgeen waarvoor ze gevochten hebben, namelijk een herenigd Ierland.

Dat verklaart tevens waarom IRA-veteranen de naam van Adams hebben genoemd tijdens de genoemde 'Boston Interviews'. Kort voor haar overlijden verklaarde Dolours Price : 'Ik geloof niet in het vredesproces. Het moet worden ondermijnd en ik denk dat Adams zijn aandeel moet toegeven in alle gebeurtenissen uit het verleden.'

Advocaten hebben de oudste dochter van McConville voorgesteld een civiele zaak tegen Adams te beginnen. Omdat zij niet bij de ontvoering aanwezig was, kan de politie weinig met haar informatie. Haar oudste broer was dat wel, maar hij is nog steeds te bang aangifte te doen.

Er is vrede in Belfast, maar de angst regeert.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden