Gemartelde Maastrichtenaar heeft nooit een rechter gezien
Faleh Abdullah al-Mansouri, de Maastrichtenaar die acht jaar (van 2006 tot 2014) vastzat in een Iraanse cel, is nooit voor een rechtbank verschenen. Ook is er nimmer een vonnis tegen hem uitgesproken. 'Van die veroordelingen hoorde ik pas na mijn vrijlating', zegt hij in een interview met Wordt Vervolgd, het maandblad van Amnesty International, dat deze week verschijnt.
Tijdens zijn gevangenschap werden meerdere berichten verspreid over vermeende vonnissen. Hij zou ter dood zijn veroordeeld, later tot dertig jaar gevangenisstraf en weer later tot vijftien jaar cel. Het laatste vonnis werd in 2009 zelfs bevestigd door de plaatsvervangend ambassadeur van Iran in Den Haag.
Maar Al-Mansouri heeft daar nooit weet van gehad. 'Ik ben al die jaren nooit bij een rechtbank geweest en ik heb nooit een vonnis gezien, laat staan een advocaat', zegt hij. In augustus vorig jaar werd hij onverwacht vrijgelaten. Hij werd vastgebonden en geblinddoekt in een busje afgezet bij de Nederlandse ambassade in Teheran. 'Ik weet nog altijd niet waarom ze me hebben laten gaan.'
Al-Mansouri deserteerde in 1989 als Iraans beroepsmilitair en vluchtte naar Nederland. Hij was actief voor Amnesty International en GroenLinks, werkte in een bejaardencentrum, maakte deel uit van de Maastrichtse integratiecommissie en is in 2001 voor zijn verdiensten koninklijk onderscheiden als lid van de Orde van Oranje-Nassau.
De Maastrichtenaar werd in 2006 landelijk bekend toen hij in Damascus door Syrische veiligheidsagenten werd gearresteerd en uitgeleverd aan Iran, dat hem als terroristenleider zou zien. Hij is voorzitter van de ALO (Ahwaz Liberation Organisation), de bevrijdingsorganisatie die streeft naar onafhankelijkheid van de olierijke Iraanse provincie Khuzestan. Op internet zijn gewelddadige video's over ALO te zien, maar Al-Mansouri heeft altijd gezegd op vreedzame wijze te strijden voor een onafhankelijk 'Al-Ahwaz'.
Amnesty International en diverse bestuurders en politici voerden actie voor de Maastrichtenaar. 'Wij willen Al-Mansouri zien', werd maandenlang in een reclamespotje op de radio verkondigd, onder anderen door toenmalig burgemeester Gerd Leers. In 2007 deed ook PVV-leider Geert Wilders mee aan een avondwake voor de Iraanse ambassade in Den Haag.
In het eerste interview sinds zijn vrijlating vertelt Al-Mansouri ook over de martelingen die hij moest ondergaan. In de gevangenis in Damascus kreeg hij poedelnaakt gloeiend heet water en daarna ijskoud water over zich heen. De Syrische beulen deden autobanden om hem heen en sloegen hem op zijn voetzolen. Of hij werd op een brancard vastgebonden en horizontaal rondgedraaid 'als het rad van fortuin'.
Ook in Iraanse gevangenissen gingen de martelingen door. Hij werd geslagen en met zijn hoofd tegen de muur gebeukt. Meerdere keren verloor hij het bewustzijn, waarna hij aan zijn armen over de vloer naar zijn cel werd gesleept. Maandenlang werd hij bijna elke nacht verhoord. Na zeven maanden woog hij nog maar 40 kilo, 35 kilo minder dan in Nederland. Het meest ondraaglijk vond hij echter dat de agenten hem deden geloven dat zijn vrouw en kinderen ook vastzaten. 'Op de een of andere manier konden ze de stem van mijn oudste zoon Adnan imiteren, waardoor ik ervan overtuigd raakte dat hij in de cel naast me zat', aldus Al-Mansouri.
Lees ook: Mansouri: in Nederland een ingeburgerde activist, in Iran een terrorist