Gelderland loog over werkkamer commissaris

Kamminga en griffier Chris Crasborn bestelden voor ruim 50 duizend euro aan meubels bij een relatie van Kamminga in Groningen. De order had bij het bedrijf Ahrend terecht moeten komen. Deze kantoorinrichter was als winnaar uit de bus gekomen bij de Europese aanbesteding voor de herinrichting van het provinciehuis.

Bij vragen in 2001 hierover door de SP kregen Provinciale Staten te horen dat alles volgens het boekje was verlopen. Kamminga beriep zich op het monumentale karakter van de kamers, die tot een speciale inrichting noopte. Ook gaf hij aan dat alles in overleg was gegaan met Monumentenzorg. Daar is volgens een provinciewoordvoerder geen bewijs voor teruggevonden.

Het was wel mogelijk geweest om voor de commissariskamer aan de Europese aanbesteding te ontkomen, aldus de woordvoerder. Dan hadden de meubels rechtstreeks bij de ontwerper besteld moeten worden. Dat is niet gebeurd. 'De regels zijn te makkelijk geïnterpreteerd.'

Uit e-mails die binnen de ambtelijke top van Gedeputeerde Staten werden uitgewisseld, blijkt nu dat daar wel degelijk bekend was dat de regels werden overtreden.

SP-fractieleider Paul Freriks is blij dat hij na vier jaar eindelijk de waarheid te horen krijgt. Hij is ervan overtuigd dat Kamminga zelf betrokken was bij het omzeilen van de regels, hoewel direct bewijs daarvoor ontbreekt.

De affaire is weer aan het rollen gekomen door oud-gedeputeerde Wim Scheerder. Die deed een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur bij het opvragen van oude e-mailcorrespondentie. Die had hij nodig in het hoger beroep dinsdag voor het gerechtshof in Arnhem. Het hoger beroep betrof de Geldergate-affaire, een fraude-zaak over het provinciale evenementenbeleid.

Gelderland wilde zich in 2000 en 2001 richten op het organiseren van evenementen. Daarvoor wilde de provincie een contract afsluiten met Gelderland Events. Voordat alle juridische plooien waren gladgestreken, stuurde Scheerder namens Gedeputeerde Staten een brief naar de bank waarin hij een krediet bepleitte voor het evenementenbureau. Eind 2003 veroordeelde de rechtbank Scheerder voor valsheid in geschrifte tot een werkstraf van 240 uur en voorwaardelijke gevangenisstraf. Dat Scheerder ook steekpenningen zou hebben aangenomen, achtte de rechtbank niet bewezen. Zowel het OM als Scheerder is in hoger beroep gegaan. Kamminga was een getuige in de zaak.

Aanvankelijk wilde Gedeputeerde Staten de verantwoordelijkheid voor de brief nemen, maar uit getuigenverklaringen is gebleken dat de rest van GS onder leiding van Kamminga hierop later is teruggekomen. Kamminga heeft inmiddels een andere baan. Hij is voorzitter van de metaalwerkgeversorganisatie FME - CWM.