Geen kenner zet zijn geld op Pereiro of Sastre
De Tour 2006 wordt vandaag beslist in een tijdrit. Dat is niet voor het eerst. Maar historie biedt in deze ronde nauwelijks houvast....
Elke dag wordt in de perszaal van de Tour een papier met daarop de weersvoorspelling rondgestuurd. Normaal wordt het velletje ongeïnteresseerd ter zijde geschoven. Vrijdagmiddag werd het belangstellend bekeken.
In het laatste uur van de tijdrit, zo tussen vier en vijf, wordt in Montceau-les-Mines een storm verwacht. Alsof de Tour van 2006 op de dag van de apotheose ook nog apocalyptische omstandigheden behoeft om de toeschouwers te kunnen boeien.
Drie renners, Oscar Pereiro, Carlos Sastre en Floyd Landis, hebben nog uitzicht op een huldiging in de gele trui op de Champs Elysées. Een vierde, Andreas Klöden, kan zich op het podium fietsen. Het wordt door de marginale verschillen de tijdrit van hun leven.
Vanwege zijn kwaliteiten als tijdrijder wordt Landis gezien als de belangrijkste kandidaat voor de eindzege. Hij heeft een staat van dienst in de discipline, de anderen niet. Van alle kenners in de Tour is er daarom niet een die zijn geld op Sastre of Pereiro zet, ook al heeft deze Tour bewezen dat wat logisch lijkt juist niet gebeurt.
Zelfs de managers van Sastre en Pereiro kiezen voor de concurrentie. ‘Ik koester nog steeds hoop voor Pereiro. Hij vertrekt als laatste en zal dus de tussentijden van de anderen kennen. En er zijn al gekkere dingen gebeurd deze Tour*Maar Landis blijft favoriet’, zei Jose-Miguel Echevarri, baas bij Caisse d’Epargne. ‘Wij zullen al blij zijn met een tweede plaats.’
De organisatoren krijgen in elk geval wat ze wensten. Ze keken vorig jaar jaloers naar de Giro d’Italia, die tot het slotweekeinde spannend bleef. Bij de uittekening van het parcours hoopte Jean-Francois Pescheux vorig jaar nog op een zinderend slotduel tussen Ivan Basso en Jan Ullrich. De twee grote favorieten moeten door omstandigheden verstek laten gaan. Maar met een trio dat door minder dan een minuut van elkaar wordt gescheiden in het algemene klassement, krijgt hij meer dan gehoopt.
Het 57 kilometer lange parcours tussen Le Creusot en Montceau-les-Mines lijkt geschikt voor mannen die de grote versnelling rond kunnen krijgen. Dat zou in het voordeel van Landis moeten zijn. Hij moet een halve minuut goedmaken op Pereiro en achttien seconden op Sastre. Maar eigenlijk spreekt alles in zijn voordeel.
De Spanjaarden klampen zich vast aan strohalmen. Pereiro zei dat hij ervaring heeft met tijdritten die over de eindzege in een ronde beslissen. Bij de amateurs won hij zo eens een etappewedstrijd. En in 2003 verloor hij maar tien seconden op Ullrich in de Ronde van Zwitserland, beweerde hij. Het waren er zestien. En Ullrich speelde in die ronde geen rol van betekenis. Pereiro werd er derde.
Voor een klimmer is Sastre geen slechte tijdrijder. Riis heeft hem de kneepjes van het vak geleerd. Bij CSC zijn alle renners omgevormd tot uitmuntende tijdrijders. Maar de voorspelde regen en wind, die verkoeling moeten brengen in een door een hitte geteisterde regio, zullen niet in het voordeel zijn van de lichtgewicht.
In de Tourhistorie verwisselde de gele trui dankzij een tijdrit in de slotdagen zes keer van eigenaar. Robic (1947), Gaul (1958), Janssen (1968), Roche (1987) en LeMond (1989 en 1990) gaven Landis of Sastre het goede voorbeeld.
Het zal hun moed geven. Maar misschien ook niet. Want uitgerekend in deze Tour heeft historie geen moment een houvast geboden.