Geen fatsoenlijke vent in Banja Luka

Het maatschappelijk klimaat is kil en klam in de republiek Srpska. Een groot tekort aan mannen maakt het er voor de meisjes en vrouwen in dit deel van Bosnië niet beter op....

Van onze verslaggeefster Charlotte Huisman

In de bus naar Banja Luka is de 24-jarige studente architectuur Mileca verdiept in het boek De Vagina Monologen. ‘Waarom gaan alle Servische mannen vreemd?’, is de vraag die haar bezighoudt.

Mileca was op bezoek geweest bij haar vriend in het Servische gedeelte van Sarajevo. Ze toont een fotootje op haar mobiel van een donkere jongen met een charmante grijns. Ze vertrouwt hem voor geen cent, vertelt ze. Maar in haar woonplaats Banja Luka, de hoofdstad van Republiek Srpska, het Servische deel van Bosnië, is volgens haar geen goede vent te vinden.

Haar klacht wordt volmondig beaamd door de vele jonge single-vrouwen in de stad. Ze zitten met vriendinnen te roken op de terrassen aan de korte wandelpassage in het kleine, maar groene en schone centrum waar de bescheiden winkelstraat uitkomt op het hoofdplein met de orthodoxe kerk. Op deze paar honderd meter vindt het flaneren in Banja Luka plaats.

Juist in deze korte wandelpassage is de sfeer van stagnatie en isolement bijna tastbaar; de meiden, meestal perfect verzorgd, de mannen, vaak in trainingsbroek, lijken niets anders te doen dan heen en weer lopen. De meesten hebben geen geld om iets te ondernemen. De lonen liggen in de Republiek Srpska nog lager dan in het Moslim-Kroatische deel van Bosnië en de werkloosheid is hoog.

Elke vooruitgang in Bosnië wordt tegengehouden door het geruzie in de etnisch verdeelde politiek, het politieke klimaat is er de laatste maanden alleen maar verslechterd. Bijna twaalf jaar na het einde van de oorlog zijn met name de Bosnisch-Servische politici drukker met het verkondigen van hun nationalistische denkbeelden dan met het opkrikken van de deplorabele economie. Als de Bosnische leiders evenveel energie zouden stoppen in hervormingen en verzoening als in nationalistische retoriek, had Bosnië allang vooruitgang gemaakt, luidde het vernietigende oordeel van de VS en de EU deze maand.

Banja Luka is daarbij een van de Bosnische steden die kampen met een mannentekort. Etnische zuiveringen, volksverhuizingen, massale moordpartijen en grote vluchtelingenstromen naar het buitenland hebben in heel Bosnië in de jaren negentig de bevolkingssamenstelling ingrijpend veranderd. Banja Luka, met nu ongeveer 200 duizend inwoners, was voor het uiteenvallen van Joegoslavië een multi-etnische stad. Tijdens de oorlog (1992-’95) verjoegen de Bosnische Serviërs tienduizenden Bosnische Moslims en maakten hun zestien moskeeën, waaronder de Ferhad Pasa uit 1583, met de grond gelijk.

Hun plek werd deels ingenomen door Servische vluchtelingen uit andere delen van het voormalige Joegoslavië. Sommige huidige inwoners zeggen pijnlijke herinneringen hebben aan deze etnische zuivering. Maar vaker hoor je: die Moslims zijn zo anders dan wij, het is prima dat ze weg zijn.

De mannen in Banja Luka zijn zich bewust van hun luxepositie, maar velen vinden ook dat de vrouwen overdrijven. Als vrouwen echt hun best doen, vinden ze heus wel een man, redeneren ze. Een 28-jarige architect merkt op: ‘Veel vrouwen halen hun neus op voor mannen die niet rijk zijn of geen grote auto hebben.’

Onzin, zeggen Sonja, een 25-jarige slanke, blonde rechtenstudente, en Hella, een 28-jarige advocate met grote blauwe ogen en lang steil haar. Beiden denken dat ze hun hele leven single zullen blijven. ‘Bij 28 jaar wordt het al heel lastig. Je moet hier voor je 25ste getrouwd zijn. Door het grote aanbod kiezen mannen liever een niet-ambitieuze vrouw die elke dag voor ze wil koken’, zegt Hella. ‘De mannen kunnen kiezen en wij niet. Ze zijn arrogant en onbetrouwbaar’, zegt Sonja.

Hella woont haar hele leven in Banja Luka. Ze herinnert zich als de dag van gisteren de tijd dat de Moslims moesten vertrekken. ‘Het was vreselijk. Mijn meeste vriendinnetjes waren Moslim.’

Sonja komt uit Bihac, dat nu in het Moslim-Kroatische deel van Bosnië ligt. Ze zijn onlangs met z’n tweeën teruggeweest naar de plek waar ze tot haar dertiende woonde. ‘We werden weggekeken. We durfden onze Servische namen niet te noemen’, vertelt ze. ‘Er is nog lang geen verzoening in Bosnië tussen de Serviërs en de Moslims’, zegt Hella. ‘De haat zit te diep. Als je echt problemen wilt, moet je verliefd worden op een man uit een andere etnische groep. Ik ben bang dat we nog een oorlog gaan meemaken.’

Wie je ook spreekt in Banja Luka, bijna niemand zegt een oorlog in de nabije toekomst uit te sluiten. ‘Iedere Serviër maakt in zijn leven een oorlog mee’, is er een gevleugelde uitspraak. En als Kosovo, dat door Serviërs wordt beschouwd als de bakermat van hun beschaving, onafhankelijk wordt, zeggen sommigen niet te schromen de wapens op te pakken; zeker als hun Republiek Srpska niet dezelfde status mag krijgen.

De Bosnisch-Servische politici pleiten ervoor dat het Servische gedeelte van Bosnië zich afscheidt; als Kosovo onafhankelijk mag worden, mogen wij dat ook, redeneren zij. Het merendeel van de Bosnische Serviërs ondersteunt dit plan, dat door het Moslim-Kroatische deel van het land wordt afgewezen. Op straat hoor je: ‘De Moslims zijn al met meer en krijgen veel meer kinderen dan wij. Ze willen ons alleen maar overheersen binnen de federatie.’

Maar de Hoge Vertegenwoordiger van de Internationale Gemeenschap, die in Bosnië nog steeds de dienst uitmaakt, houdt het voorgestelde referendum over afscheiding tegen.

Dus lijkt men in Banja Luka voornamelijk te wachten. Op een bus met mannen, zoals de jonge meiden op de terrassen. Op een eigen staat. Of op een mogelijke volgende oorlog.

Ook op de toetreding tot de EU wordt gewacht, en vooral op de broodnodige welvaart die die stap moet brengen. Men heeft weinig hoop dat dit in de nabije toekomst gaat gebeuren. Europa is in Banja Luka ver en abstract; vanwege de visumplicht hebben weinigen de laatste tien jaar een EU-land bezocht. ‘Dat ik vrij kan reizen door de EU kan ik me net zo moeilijk voorstellen als dat ik ooit nog een vriendje krijg’, zegt Hella.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden