Geen aanklacht tegen Spaanse prinses Cristina
De jongste dochter van de Spaanse koning Juan Carlos, prinses Cristina, wordt niet aangeklaagd in de corruptiezaak waar haar man in is verwikkeld. Dit heeft een gerechtshof inPalma de Mallorca dinsdag besloten.
De 47-jarige Cristina was betrokken bij volgens justitie mogelijk frauduleuze praktijken van haar man, Iñaki Urdangarin. Hij zou overheidsgeld hebben verdonkeremaand. Twee van de drie rechters oordeelden dinsdag echter dat niet is aangetoond dat de prinses medeplichtig was en dat haar rol geen strafrechtelijke aanklacht rechtvaardigt.
Onderzoeksrechter José Castro vond afgelopen maand dat er voldoende aanwijzingen waren dat de prinses strafrechtelijk moest worden vervolgd. Als directielid van de omstreden stichting Instituto Nóos van echtgenoot Urdangarin zou ze wel medeplichtig zijn. Daarin kreeg Castro echter vrijwel niemand aan zijn zijde. Zowel aanklagers als verdedigers pleitten ervoor Cristina hier niet voor te vervolgen, meldden Spaanse media. Het staat justitie echter vrij in een later stadium met nieuwe aanklachten te komen.
Urdangarin leidde het Instituto Nóos van 2003 tot 2006. Het echtpaar trok zich in 2006 terug uit de stichting, toen berichten opdoken dat die niet zonder winstbejag opereerde en inkomsten wegsluisde. De stichting had zich ten doel gesteld 'in het algemeen belang' onderzoek te doen 'naar strategieën voor beheer en sponsorschap'. Tot de grootste klanten behoorden in de jaren 2004-2006 de regionale overheden van de Balearen, Valencia en Madrid.
De stichting zou feitelijk als pr-bureau handenvol geld hebben verdiend en ook subsidies hebben opgeslokt. Ex-stichtingsvoorzitter Urdangarin wordt daarom verdacht van fraude, belastingontduiking, verduistering en valsheid in geschrifte. Meer dan 6 miljoen euro aan overheidsgeld zou in het Instituto Nóos zijn verdwenen.
