Geef jonge veteraan de juiste hulp
Vandaag is de jaarlijkse Veteranendag. Maar aan gedenken hebben veel beschadigde militairen niet veel. Erkenning en goede hulp is nodig, zegt Louis Timmermans....
Het roer moet om. Er moet een wet komen die de aanspraak van veteranen op zorg, positie en voorzieningen vastlegt. Erkenning is belangrijk, maar ook het veiligstellen van veranderde levensbehoeften is een grote steun voor een militair die weliswaar rekening hield met de mogelijkheid gevaar te lopen, maar er niet op had gerekend zelf zo veel moeilijkheden te moeten overwinnen na terugkeer in Nederland. Helaas is dat wel de realiteit voor veel beschadigde veteranen. Deze moeilijkheden verdwijnen niet door de jaarlijkse veteranendag, hoe waardevol deze ook is.
Twee jaar geleden heb ik hier ook aandacht voor gevraagd (Forum, 29 juni 2005). Maar de moeilijke situatie waarin beschadigde veteranen verkeren, is sindsdien nauwelijks verbeterd.
Veteranen worden steeds jonger. Nu wordt bijvoorbeeld gevochten in Afghanistan en daar vallen, ook aan Nederlandse kant, jonge doden en gewonden. De oorlog is weer in ons land. De trieste waarheid is dat vrijheid een prijs heeft, waar die vrijheid ter wereld ook bevochten wordt. Voor militairen is die prijs hoog; er vallen niet alleen doden en gewonden, iedere militair die wordt uitgezonden naar een crisissituatie staat bloot aan veel druk en spanning. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van anderen kan hem in levensbedreigende situaties brengen. De stress die dat meebrengt, wordt niet aan de grens afgeschud:
20 procent van alle uitgezonden militairen ondervindt problemen, sociaal en op het gebied van gezondheid. 5 procent is psychisch ernstig beschadigd. Deze veteranen leiden aan ptss, post-traumatische stress-stoornis, een ernstige psychische aandoening die kan optreden na schokkende ervaringen. Ptss leidt vaak tot agressie, depressie, verslavingsproblematiek, isolement, baanverlies en op de klippen lopende relaties. Zelfmoord kan het trieste besluit zijn van deze martelweg. Het gaat om veel mensen; uitgaande van de groep ‘jonge’ veteranen (vanaf de vredesoperaties in Libanon) betreft het 2.500 veteranen, die lijden aan ptss. En dat aantal stijgt.
Het ministerie van Defensie weet zich noch steeds geen houding te geven tegenover beschadigde militairen. Daardoor wordt het probleem gebagatelliseerd. Defensie komt op 1 procent veteranen met ptss. Dat is erg weinig. Amerikaans onderzoek van het Army’s Walter Reed Medical Center wijst uit dat veel meer militairen ernstige stressverschijnselen vertonen. Van de 400 duizend militairen die in Irak dienden, vertonen tienduizenden verschijnselen van ernstige stress. Vaak is ptss niet te genezen. Een veteraan die medisch is uitbehandeld, moet het verder alleen zien te rooien. Gelukkig kunnen zij terecht bij een van de vijftien afdelingen van de BNMO (Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers).
De notitie Veteranenbeleid 2007 vertoont, naast veel goede voornemens en plannen, ook blinde vlekken. Ook de Nationale Ombudsman heeft knelpunten in de zorg voor veteranen met ptss geconstateerd, maar dit onderzoek is helaas stopgezet. Hierdoor ontbreekt een objectief oordeel over de zorg door Defensie in het verleden en een meetpunt om verbeteringen in nazorg objectief vast te stellen.
In dezelfde notitie wordt melding gemaakt van zelfdoding onder militairen. Het onderzoek is zo vaag dat geen harde conclusies zijn te trekken. Frappant is dat het actief dienende militairen betreft, in een veteranennota! Ik kan Defensie een stukje verder helpen. Onder veteranen komt tweemaal zo veel zelfdoding voor als onder civiele burgers. En beschadigde veteranen lopen het grootste risico. Dat staat te lezen in een recent onderzoek van de Portland State University in Oregon. Er is dus dringend onderzoek nodig naar zelfdoding onder veteranen en het is onverteerbaar dat over zo’n belangrijk punt nauwelijks wordt gerept.
De behoefte aan contact leidt wel tot eigen initiatief door veteranen. Het Elders Hoes in Heerlen, een inloophuis voor veteranen, is opgericht door veteranen, de BNMO en de gemeente Heerlen. Het wordt gerund door veteranen, is iedere dag open en het is een welkome plek voor veteranen die in een veilige omgeving – en voor velen betekent dat los van Defensie – hun verhaal kwijt willen of contact zoeken met gelijkgestemden. De BNMO wil veel meer van dit soort huizen, waar ook partners terechtkunnen. Het is een vorm van nazorg waaraan grote behoefte is. Ik verwacht dan ook dat Defensie dit initiatief van harte wil ondersteunen.