NieuwsPenitentiaire inrichting in Heerhugowaard
Gedetineerden klagen directeur gevangenis aan voor verspreiding van corona
Negentien gedetineerden van de penitentiaire inrichting in Heerhugowaard hebben aangifte gedaan tegen hun gevangenisdirecteur. Zij stellen hem verantwoordelijk voor de verspreiding van corona binnen de inrichting: het dragen van mondkapjes wordt hen verboden.
Volgens de aangifte zijn op alle afdelingen in Heerhugowaard gedetineerden de afgelopen maanden besmet geraakt met het covid 19-virus, op sommige afdelingen zou meer dan driekwart van de gedetineerden besmet zijn.
De ondertekenaars van de aangifte wijten de virusuitbraak onder meer aan het mondkapjesverbod voor gedetineerden. Zo zouden zij onder meer zonder beschermingsmiddelen gezamenlijk werk moeten verrichten in dezelfde ruimte. Gedetineerden die dit weigeren – ook wanneer zij in de risicogroep vallen – zouden worden ‘bedreigd met extra sancties zoals langere opsluiting op cel’ of zouden te horen krijgen dat bij werkweigering de datum voor voorlopige invrijheidstelling gevaar loopt.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft de aangifte nog niet gezien, en wil er daarom nog niet inhoudelijk op reageren.
‘De kritiek op het mondkapjesverbod heerst ook in andere penitentiaire instellingen’, zegt voorzitter Jeroen Soeteman van de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten (NVSA). Zo is een gedetineerde in Krimpen aan den IJssel disciplinair gestraft omdat hij per se een mondkapje wil dragen en weigert het af te doen. Zijn klacht bij de Beklagcommissie is ongegrond verklaard. In het oordeel schrijft de commissievoorzitter: ‘Vanwege de veiligheid binnen de inrichting is het van belang dat het personeel gedetineerden moet kunnen identificeren en op basis van hun gelaatsuitdrukkingen hun gemoedstoestand moet kunnen inschatten.’
Geen ijsberen
‘Dit beleid is totaal fout, het brengt mensen in gevaar’, zegt Kamerlid en oud-gevangenisdirecteur Madeleine van Toorenburg (CDA). ‘Het slaat echt helemaal nergens op dat het kunnen lezen van gezichtsuitdrukking wordt geprevaleerd boven gezondheid. Gedetineerden zijn geen ijsberen die gevaarlijk zijn vanwege een gebrek aan gezichtsuitdrukking. Dit zijn gewoon mensen met een heel terechte angst voor besmetting.’
Van Toorenburg zegt de aangifte van de gedetineerden in Heerhugowaard goed te begrijpen: ‘Net als ieder ander hebben gedetineerden het volste recht om hun gezondheid te beschermen. Ik begrijp dat inmiddels ook de inrichting in Roermond met allerlei besmettingen kampt. Dat is heel zorgelijk.’ Ze heeft het mondkapjesverbod bij minister Dekker aangekaart en zal er publiekelijk Kamervragen over gaan stellen.
Het gevangeniswezen telt 8717 gedetineerden. Volgens het ministerie van Justitie zijn onder hen op dit moment slechts 25 zieken die positief zijn getest, onder wie nu nog acht in Heerhugowaard. Half december waren er in alle inrichtingen nog 58 besmettingen. Het totale aantal besmettingen in de maand december was 121, van wie de meesten alweer zijn genezen.
Uit een inventarisatie van de NVSA onder haar leden blijkt dat ook het gevangenispersoneel vaak geen mondkapjes en andere beschermingsmiddelen zou dragen. In veel gevangenissen en tijdens gedetineerdenvervoer zouden de RIVM-maatregelen tegen corona door gevangenispersoneel niet altijd worden nageleefd.
Eenduidig beleid
Volgens Eric Nijman, directeur Gevangeniswezen van de Dienst Justitiële Inrichtingen, geldt er een eenduidig beleid en kunnen gevangenisdirecteuren ‘op lokaal niveau, als de omstandigheden daar om vragen, aanvullende maatregelen nemen. Als er geen besmettingen zijn, zijn aanvullende maatregelen niet nodig.’
Nijman benadrukt dat mondkapjes voor gedetineerden niet gewenst zijn. Niet alleen vanwege veiligheid, maar ook omdat andere maatregelen de kans op besmetting heel klein maken.
Voorzitter Marcel Smit van juristenvakbond Juvox stelt dat hij er bij het laatste overleg met de Dienst Justitiële Inrichtingen, half december, op heeft aangedrongen dat het beleid in alle inrichtingen eensluidend zou moeten zijn, ‘door Den Haag gedicteerd en door de directeuren uitgevoerd’, omdat het beleid verschillend werd uitgelegd en daardoor tot onbegrip leidde. Dat is volgens Smit ook toegezegd.