Reportage

Gebruikt door Marokko, ongewenst in Spanje: in enclave Ceuta slapen jonge migranten al drie maanden op straat

Ayoub Jara (16) kreeg flinke klappen van de Guardia Civil, zegt hij. Beeld César Dezfuli
Ayoub Jara (16) kreeg flinke klappen van de Guardia Civil, zegt hij.Beeld César Dezfuli

Duizenden Marokkanen glipten in mei de Spaanse enclave Ceuta in – vanwege een conflict deed Marokko niets om ze tegen te houden. Honderden tieners slapen er sindsdien in erbarmelijke omstandigheden op straat. En ze peinzen er niet over terug te gaan.

Dion Mebius

De nacht is het zwaarst, zeggen Abdladim Tribak (16) en de andere zwervers. Het is het ongedierte en de dieven die uit zijn op je telefoon, de enige verbinding met je ouders. Ongetwijfeld dringen zich in het donker ook de gedachten aan thuis op, al zeggen Tribak en zijn zwerfvrienden dat natuurlijk niet hardop. Het zijn pubers.

Karton dient als vloer in Tribaks hutje, een constructie van riet en oude dekens op een stuk braakliggende grond in Ceuta, een van de Spaanse enclaves in Afrika. De hut deelt hij met Abdelkader Alwat, ook 16. Samen dromen ze van een toekomst in Spanje – het echte Spanje, aan de overkant van de Middellandse Zee – of hogerop in Europa. Kleren bewaren ze in een houten, Xenos-achtig kistje. ‘Enjoy This Moment’, staat erop.

Al drie maanden slapen Tribak, Alwat en honderden andere Marokkaanse kinderen op straat in Ceuta. Ze bereikten de enclave van 17 op 18 mei, toen zo’n 12 duizend migranten de Spaanse grensbewaking in de enclave overrompelden en zich, zwemmend en lopend over het strand dat het laagtij prijsgaf, een weg naar EU-grondgebied baanden.

De Marokkaanse autoriteiten, aan eigen zijde verantwoordelijk voor het tegenhouden van migranten, staken geen vinger uit. Pas toen de enclave overkookte van woede en wanhoop damden zij de toestroom in. Twee migranten verdronken, een baby werd ternauwernood van dat lot gered door een agent van de Guardia Civil. Beelden ervan gingen de wereld over.

Ab­dladim Tribak (links) bereikte zwemmend het strand van Cueta. Beeld César Dezfuli
Ab­dladim Tribak (links) bereikte zwemmend het strand van Cueta.Beeld César Dezfuli

Migranten gebruikt

In de nasleep draaide Marokko er geen moment omheen: het had de duizenden migranten als politiek breekijzer ingezet. ‘Daden hebben consequenties’, zei de ambassadeur van het koninkrijk in Spanje. Met die daden doelde zij op het heimelijk bieden van medische zorg aan Brahim Ghali, leider van Polisario, een guerrillabeweging in de door Marokko geclaimde Westelijke Sahara. Dat lekte uit en leidde tot het grootste diplomatieke conflict in decennia.

Van de twaalfduizend vooral Marokkaanse migranten is het gros teruggekeerd. Op eigen initiatief – voor velen is de situatie uitzichtloos – of gedwongen door de Spaanse grenspolitie in de dagen van de overrompeling, zonder dat zij asiel konden aanvragen, een praktijk die mensenrechtenorganisaties sterk afkeuren.

Tot 2.500 migranten bevinden zich volgens schattingen van het lokale bestuur nog in Ceuta, waarvan ongeveer 1.500 in overvolle opvangcentra. De rest? Die leeft op straat. Honderden van deze zwervers zijn minderjarig. Jongens (want het zijn uitsluitend jongens) met vlassnorretjes, of dat niet eens. De jongste kunnen onmogelijk ouder zijn dan een jaar of 12, al liegen ze over hun leeftijd waar hun gelegenheidsvrienden bij zijn.

Benen in verband

Overal op straat lopen plukjes jongens, de tijd dodend of bedelend om geld. Slapen doen ze in zelfgebouwde hutten als die van Kribak, op verwaarloosde grond midden in woonwijken, maar ook in van insecten wemelende bossen en op scherpe rotsen langs de kust, die uitzicht bieden op Europa. Ze hebben wonden aan hun voeten, of een hand die na een insectenbeet als een ballon is opgezwollen. Een enkeling, zoals Ayoub Jara (16), heeft verband om zijn benen. Klappen van de Guardia Civil, zegt hij stellig.

Er zijn ook jongeren die niet op straat slapen. Zo’n 800 verblijven in opvangcentra, in containerwoningen. Spanje mag deze niet-begeleide tieners niet zomaar uitzetten, maar bereikte in augustus een akkoord met Marokko, een aanwijzing dat beide landen de situatie niet verder willen laten escaleren. Marokko stemde in met het terugsturen van de minderjarigen, die vanuit een Marokkaans opvangcentrum naar hun ouders moeten worden gebracht.

Marokkaanse jongeren op de opvangplek die de Spaanse overheid en het Rode Kruis voor hen in Cueta hebben gecreëerd.	 Beeld César Dezfuli
Marokkaanse jongeren op de opvangplek die de Spaanse overheid en het Rode Kruis voor hen in Cueta hebben gecreëerd.Beeld César Dezfuli

Al drie busjes met in totaal 45 kinderen verlieten de enclave. Ook hier kwam felle kritiek op van mensenrechtenorganisaties, die meenden dat Spanje de wet en internationale verdragen met voeten trad door de minderjarigen zonder procedure uit te zetten. Vorige week legde de rechtbank in Ceuta om die reden de massa-uitzetting tijdelijk stil. Tientallen jongeren zouden de opvangcentra intussen zijn ontvlucht uit vrees voor uitzetting en zich hebben gevoegd bij de straatzwervers.’

Zij willen de overkant van de zeestraat bereiken door aan boord van een veerboot of ander schip te glippen. Risky, noemen de aspirant-verstekelingen dat kat-en-muisspel met de politie in de haven. Zich laten registreren willen ze pas als ze Europa hebben bereikt.

null Beeld

Tuinslang als douche

Het is het spel dat ook Abdladim Kribak speelt. Iedere ochtend en avond gaat hij naar de haven om te zien wat er mogelijk is. Hoe hij het eigenlijk wist, dat de Marokkaanse grenspolitie hem half mei niet zou tegenhouden? ‘Dat ging rond op Facebook.’ Het is een van de vele aanwijzingen dat Marokko het vuurtje onder zijn onderdanen vooraf oppookte.

De Westelijke Sahara is voor het islamitische koninkrijk de heiligste van alle staatskwesties. Een nationale feestdag herinnert ieder jaar aan de inname in 1975 van het woestijngebied, tot dan toe een Spaanse kolonie. Marokko heeft een groot deel stevig in handen, maar kreeg onafhankelijkheidsbeweging Polisario er nooit helemaal onder. De medische zorg aan de leider van Polisario vatte het land op als grove provocatie, al bood Spanje die naar eigen zeggen om humanitaire redenen.

De jongens die als gevolg van die geopolitieke twisten nu in Ceuta zijn, leven van aalmoezen. Bijvoorbeeld van Aicha Abdessalam (52), een grote vrouw in een geelblauwe jurk die naast de tenten woont en wier deur altijd openstaat.

Ze doet wat ze kan, zegt Abdessalam. Koken, soms wel voor dertig kinderen per ronde. Ook kunnen ze in haar huis hun telefoons opladen. Een enkele keer hangt ze een tuinslang uit het raam, zodat de kinderen beneden de stank van zich kunnen afspoelen.

Deze jongens kunnen geen kant op, zegt ze. Niet naar Spanje en ook niet terug naar huis, want hun ouders hebben hen niet zonder reden op dit drieste avontuur gestuurd. Eén keer belde ze met zo’n moeder, op verzoek van een 13-jarig kind dat zijn arm had gebroken. ‘Ze reageerde: ‘Maar waarom zou hij terugkomen, als we hem hier niet kunnen voeden?’’

De grens tussen Spanje en Marokko. Achter het hek de Marokkaanse kustplaats Belyounech. Beeld César Dezfuli
De grens tussen Spanje en Marokko. Achter het hek de Marokkaanse kustplaats Belyounech.Beeld César Dezfuli

Weinig kans op asiel

De volwassen migranten, die zowel op straat als in opvangcentra leven, hebben een wonder nodig voor een toekomst in Spanje. Slechts 4 procent van de Marokkanen krijgt uiteindelijk een vaste verblijfsvergunning: ze komen uit een als veilig aangemerkt land.

Wij willen nooit meer terug, klinkt het desondanks vastbesloten in het Tarajal-kamp, een bedrijventerrein aan de grens waar 800 migranten in loodsen op veldbedden slapen. Over het hele terrein schuilen groepjes Marokkanen in de schaduw voor de warme zon. Anderen laten zich niet afschrikken en houden in een kring een voetbal hoog. Ook hier zijn bijna uitsluitend mannen te zien. Een deel is hier met vrouw en kinderen, maar zij blijven binnen in hun loodsen, waar het Rode Kruis geen pers toelaat.

Het migrantenprobleem is hier niet pas in mei ontstaan, zoveel maakt een bezoek aan Tarajal duidelijk. Een deel van de migranten zit al veel langer vast in deze ‘toegangspoort naar Europa’. Zoals Ayoub Bouchatta (29), die zeven maanden geleden overkwam vanuit Fnideq, een nabijgelegen plaats die zwaar lijdt onder de sluiting van de grens en de onmogelijkheid om met Ceuta handel te drijven.

‘Alles is dicht’, zegt Bouchatta in goed Frans. ‘En als je klaagt, krijg je slaag van de politie.’ Dáár wil hij van weg: de recht- en uitzichtloosheid.

Cueta Beeld César Dezfuli
CuetaBeeld César Dezfuli

‘Vijfde colonne in stad’

Ceuta heeft een uniek karakter, door en door Spaans maar sterk beïnvloed door de immigratie van islamitische Marokkanen, die bijna de helft van de 85 duizend inwoners vormen. De lokale beschermheilige is de Heilige Maria van Afrika, maar er staan meer moskeeën (33) dan gebouwen van de katholieke kerk (13). Eén moskee werd zelfs neergezet door Francisco Franco, als dank aan de Marokkaanse troepen waar hij tijdens de Spaanse Burgeroorlog sterk op had geleund. Boven de voordeur staat de naam van de dictator in steen gebeiteld.

Die relatief rustige samenleving is sinds de massale instroom in mei uit het lood geslagen. Na de eerste paniekreactie maakt een deel van de ceutís zich nog steeds grote zorgen over de aanwezigheid van de rondzwervende Marokkanen.

Vox, de radicaal-rechtse partij die de laatste jaren in heel Spanje sterk groeide, probeert er een electoraal slaatje uit te slaan. Landelijk Vox-leider Santiago Abascal reisde de afgelopen maanden twee keer naar Ceuta om te fulmineren tegen de migranten. Er is een ‘vijfde colonne uit Marokko’ in jullie midden, schreeuwde Abascal zijn volgers toe. Hij eiste een ‘permanente militarisatie’ aan de grens.

Na zijn laatste, onrustig verlopen bezoek verklaarde de stadsraad hem ‘persona non grata’, een symbolische maatregel. Toch kan niemand de ogen sluiten voor de aantrekkingskracht van Vox, dat bij lokale verkiezingen in 2019 al 22 procent van de stemmen behaalde. Onvrede is er al langer. De werkloosheid is hoog en de demografie verschuift: het percentage inwoners met Marokkaanse roots neemt gestaag toe.

Natuurlijk begrijpen ze dat hun stadgenoten Vox stemmen, zeggen Lola Prieto (56) en Isabel María Amores (53), die aan het ontbijt zitten op een terras in het historische centrum. Zeker sinds mei. ‘We leven best een beetje in angst’, zegt lerares Amores. ‘Ze zwerven de hele dag over straat.’

En er is geweld bij, valt Prieto, een kapster, haar bij. ‘Ze hebben iemand neergestoken op het strand. De kleinzoon van een buurtbewoner.’ Ze heeft weinig op met de politiek, alle partijen maken er een janboel van, maar een stem op Vox sluit ze de volgende keer niet uit.

In de haven

Het is een discussie waar Abdladim Kribak en de rest van de jonge straatzwervers niet van wakker liggen. Voor hen telt één ding: Europa bereiken. Op een warme namiddag wagen ze nog maar eens een poging. Het plan is als volgt, spreken Kribak en drie anderen af terwijl ze naar de haven van Ceuta lopen. Kribak offert zich op: hij zal proberen de politieagent bij de poort af te leiden. Als dat lukt, rennen de andere drie het terrein op, richting de veerboot. Wie weet kan zelfs Kribak van de chaos profiteren.

De simpelste plannen zijn vaak de beste, maar dat gaat dit keer niet op. De agent ziet de jongens van ver aankomen en schreeuwt dat ze moeten opzouten. Kribak schudt de teleurstelling rap van zich af; het is niet de eerste. Morgen zal het lukken. ‘Hopelijk.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden