Geachte redactie
Brunaficeren
In de boekenbijlage (18 mei) zag ik drie recensies: Isaak Babel (5 sterren), Dan Brown (3 sterren) en Heleen van Royen (2 sterren). Als ik een willekeurige boekwinkel binnenloop, zie ik tafeltjes vol met alleen maar de laatste 'Heleen' en de laatste 'Dan'. Isaak Babel is niet op voorraad en moet ik bestellen.
Er lijkt een omgekeerde correlatie te bestaan tussen kwaliteit en kwantiteit. Het is toch treurig dat de boekenbranche nog slechts gered lijkt te kunnen worden door te 'Brunaficeren'.
Sicco de Jong, Zuidlaren
NIOD
Zonder daartoe aangespoord te zijn door een probleemanalyse, en in weerwil van het oordeel 'excellent' van een internationale evaluatiecommissie, dreigt de KNAW het NIOD als uniek instituut op te laten gaan in een Center for Humanities. Dat lijkt me een erg slecht idee.
Sinds 1945 bedient dit instituut uiteenlopende groepen gebruikers. Geleidelijk aan is vanuit de oorspronkelijke doelstelling een bredere expertise ontwikkeld over vraagstukken rond oorlog en genocide. Door de unieke collectie worden hier werkelijk wezenlijke problemen onderzocht voor en door heel verschillende groepen. Van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en hun nabestaanden, tot wetenschappers van uiteenlopende disciplines en verwanten van mensen die na de Tweede Wereldoorlog zijn veroordeeld en geïnterneerd.
De bibliotheek en de collecties van het NIOD, en de contacten die ik door het gebruik daarvan opdoe, maken mijn onderzoek mogelijk. Doordat studiezaal, bibliotheek en collecties in het NIOD zijn ondergebracht, en daar verschillende onderzoekers (zowel van het NIOD als van elders) hun onderzoek doen, kan er op een buitengewoon prettige wijze en in een intellectueel stimulerende omgeving erg goed worden gewerkt. De toegankelijkheid van de collecties en de specifieke deskundigheid van het personeel en hun hulpvaardige betrokkenheid, maken het NIOD tot een prachtige instelling.
Scholieren, nabestaanden, wetenschappers en anderen vergaren hier hun kennis over grote en kleine zaken, en doen er inzichten op die hun leven en daarmee de samenleving kunnen verrijken. Laat dat specifieke karakter niet verloren gaan in een grote en brede instelling.
Lex Bosman, hoogleraar architectuurgeschiedenis, Universiteit van Amsterdam
Dementie
Tot nu toe mis ik in de discussie over lijden bij dementerenden een essentieel element. Dat is het besef van de geheel unieke en volwaardige persoonlijkheid, of het 'wezen' van de persoon in kwestie.
Worden schriftelijke euthanasieverklaringen niet vooral opgesteld door mensen die, wanneer zij zouden vervallen tot een staat van afhankelijkheid, maar vooral van totaal gebrek aan zinvolle en intelligente communicatie, zichzelf vanaf dat moment niet meer beschouwen als 'heel' of 'die unieke mens' die zij waren? De dementiepatiënt - wat is ook alweer de stam van het woord patiënt? - is niet meer die gedreven en betrokken huisarts, niet meer die ontzettend geestige tante naar wier bezoek iedereen uitkeek, is niet meer die bevlogen en erudiete wetenschapper, is niet meer die vrolijke, gevoelige en altijd spitsvondige... vult u maar in.
Is dat niet de reden dat zij van tevoren aangeven zich geen volledig mens meer te voelen wanneer dat stadium is aangebroken? Hoezeer zij ook in eenmaal dementerende staat het bestaan minder zwaar lijken te beleven. Aan het werkelijke bestaan nemen zij in intellectueel, geestelijk, emotioneel en spiritueel opzicht niet meer deel. Derhalve kiezen zij er bij volle bewustzijn voor er dan ook lijfelijk niet meer te willen zijn.
De mens die de schriftelijke euthanasieverklaring ondertekende is er bij gevorderde dementie al niet meer. Die mens kan per definitie dan niet alsnog instemmen met euthanasie.
Frederiek Muller, Den Haag
undefined