Gastcolumn
Gastcolumn: 'Mijn generatie dreigt als verloren de geschiedenis in te gaan'
Mijn generatie dreigt verloren de geschiedenis in te gaan, schrijft gastcolumnist Kiza Magendane. 'Bodemloosheid lijkt ons te kenmerken.'
Neymar, Lieke Martens en ik zijn in 1992 geboren. Dit jaar zijn of worden wij 25. Wie 25 is, bereikt een kantelleeftijd. Mijn twee genoemde leeftijdgenoten schreven op hun 25ste geschiedenis. Dit geldt niet voor mijn hele generatie. Wij lijden aan een bodemloos bestaan. Wij weten ook niet wie wij daarvoor verantwoordelijk moeten houden.
Over 25 jaar zijn en geschiedenis schrijven gesproken: Neymar werd voor een recordbedrag van 222 miljoen euro van Barcelona naar Parijs overgedragen. Als nationaal volksheldin werd Martens de beste voetbalster van het Europese toernooi. Na het zien van de film 'All Eyez On Me' besefte ik dat de hiphoplegende Tupac nog maar 25 jaar oud was toen hij overleed. Op deze leeftijd had hij al bijna alle denkbare records in de muziekindustrie verbroken.
Het Nederlandse vrouwenelftal dat vorige week met Martens Europees kampioen werd, heeft een gemiddelde leeftijd van precies 24,90 jaar, afgerond 25. De Leeuwinnen werden het gezicht van een natie. Ze lieten ons de beste vruchten van samenwerking proeven. 25 jaar is dus niet zo maar een leeftijd. Het is een leeftijd van kampioenen. Een leeftijd om records te verbreken en geschiedenis te schrijven.
Toch dreigt mijn generatie verloren de geschiedenis in te gaan. Niet iedereen is Neymar, Tupac of Martens. Deze sterren zijn postmoderne profeten. Met hun talenten en harde werken geven ze ons hoop in tijden van angst en onzekerheid. Tegenover deze iconen staat helaas een onzichtbare groep zonder muziek- of voetbaltalent. Deze onzichtbare twintigers gaan een toekomst tegemoet waarin zekerheid alleen in geschiedenisboeken staat. We worden ook wel 'de verloren generatie' genoemd. Bodemloosheid lijkt ons te kenmerken.
Bestaansonzekerheid
Sociale wetenschappers gebruiken het begrip 'precariteit' om die bodemloosheid van mijn generatie te duiden. Kunsthistoricus en journalist Roel Griffioen vertaalt precariteit mooi met 'bestaansonzekerheid'. 'Proberen iets op te bouwen, zonder ergens op te kunnen bouwen', aldus een Correspondent-lezer in een poging om hedendaags bestaansonzekerheid te definiëren.
Mijn generatie is al lang aan het idee van een toekomst zonder houvast en richting gewend. Gediplomeerde jongeren werken een jaar lang gratis om 'werkervaring' op te doen. Een vast contract is geen regel maar een uitzondering. Ik zie de opmars van flexwerkers en freelancers die tussen banen en projecten als een tennisbal heen en weer stuiteren.
Het is alleen moeilijk om het verantwoordelijke monster voor deze bestaansonzekerheid aan te wijzen. In de meeste gevallen komen wij niet verder dan een cliché dat stelt dat alles de schuld van het neoliberalisme is. De Occupy-protestbeweging; de Maagdenhuisbezetting van twee jaar geleden; het pleidooi van Jesse Klaver tegen 'het economisme' en dat van Marianne Thieme tegen 'het compromisme'; de recente anti-G20-demonstraties in Hamburg: allemaal geluiden die 'het neoliberalisme' als veroorzaker van onze bodemloosheid aanwijzen.
Vergezichten
Neoliberalisme is een allesomvattend en daardoor ongrijpbaar monster. We hebben alleen een deel van haar gezicht gezien en niet haar hele lichaam kunnen vangen. Dit gezicht krijgt vorm via gemaakte politieke keuzen, in de afgelopen zeven jaar bijvoorbeeld: draconische bezuinigingen op kunst; de sluiting van bibliotheken in kleine dorpen; de afschaffing van de basisbeurs voor hbo- en wo-studenten en de afschaffing van kleine alfa- en theologische opleidingen op grote universiteiten. Alles wat geen 'meetbaar rendement' oplevert, is volgens critici onhoudbaar in de neoliberale tijdgeest.
Het resultaat is dat men zich machteloos voelt tegen dit allesomvattende, doch ongrijpbare monster. Een deel van de studenten en werknemers ervaart prestatiedruk om zekerheid te realiseren. Excessief drugsgebruik en burn-outs behoren tot de realiteit. Verrassend genoeg worden er simplistische antwoorden gegeven om dit onzichtbare monster te bestrijden.
Vooral onze politieke leiders maken zich schuldig aan simpele antwoorden. Zo beloofden sommige politici 'vaste banen' tijdens campagnes. Een vaste baan beloven is reactionair tegenover de 20ste eeuw en houdt geen rekening met de huidige mondiale economische structuren. Onze arbeidsmarkt verandert constant. Helaas gaan politici en bestuurders niet mee met de tijd en mijn generatie wordt daar de dupe van.
Misschien hebben wij vergezichten nodig. Maar onze premier vindt dat 'visie' is 'als de olifant die het uitzicht belemmert'. Dus geen vergezichten om het onzichtbare monster te bestrijden.
De enige zekerheid die wij de komende jaren houden, is om iedere week Martens en Neymar op het veld te zien schitteren. Entertainment gecombineerd met religieuze verlossing. In hun voeten leggen wij onze hoop. Lang leve 1992, lang leve de verloren generatie.
Kiza Magendane is deze maand gastcolumnist van Volkskrant.nl.