Gastcolumn
Gastcolumn: Geleerd zijn juristen wel, maar niet zo wetenschappelijk
Een jurist geef je toegang tot de bibliotheek en vier jaar later komt hij daaruit tevoorschijn met een dokterstitel, schrijft Antoinette Vlieger.
Een bejaarde dame wordt tijdens een georganiseerde fietsvakantie op een e-bike gezet. Ze protesteert, maar de begeleider dreigt dat ze anders de hele week in haar eentje moet wandelen. Twee uur later komt ze ten val: pols gebroken en een fikse hoofdwond. Maanden later rijdt ze haar auto tegen een boom. Dit blijkt te komen door een bloedprop, ontstaan bij die eerdere val. Is de reisorganisatie dan ook aansprakelijk voor de autoschade?
Ander voorbeeld. Iemand krijgt op zijn werk een machine op zijn voet. Twee weken later, in het gips en op krukken, struikelt hij over de deurmat en breekt zijn knieën. Is de werkgever dan ook aansprakelijk voor die knieën? Een studente steekt over zonder uit te kijken. Een auto moet uitwijken en kukelt in de metrotunnel die wordt aangelegd. De boel ontploft en dit leidt een kilometer verderop tot verzakkingen. Moet de studente alles betalen?
Verband
Als in een ziekenhuis een fout wordt gemaakt, moet de schade worden betaald. Maar wat als een sterilisatie is misgegaan en de 'schade' de geboorte van een kind is? Is het ziekenhuis dan aansprakelijk voor alle kosten van dit nieuwe leven? Hoeveel schade zien we als het gevolg van een fout? Dat hangt, aldus de wet, af van de omstandigheden.
Bij letselschade wordt eerder gezegd dat er verband is, dan bij kapotte spullen. Bij aansprakelijkheid omdat je iets stoms gedaan hebt, zoals dronken rijden, wordt snel verband aangenomen, en moet je allerlei indirecte schade betalen. Wanneer je niets fout hebt gedaan maar nu eenmaal verantwoordelijk bent, zoals bij een ontsnapte kat, is er minder gauw verband.
Voor wetenschappers is zoiets niet te volgen. Iets is het gevolg van het ander, of niet. Juristen hebben daar niet zo'n last van, maar daarom heet het dus rechtsgeleerdheid. Want geleerd zijn we wel, maar niet zo wetenschappelijk. Anders had het wel rechtswetenschap geheten. Daar kun je natuurlijk anders over denken. Zo ken ik een decaan die zijn zonen liet weten de studie rechten wel wetenschappelijk te vinden. De heren hadden net bij natuurkunde een definitie geleerd waar zijn vak niet inpaste en dat deed hij af als 'indoctrinatie van de bèta's'.
Empiristen zijn duur
Opvallend is dat diezelfde decaan de empirische wetenschap aan zijn faculteit wilde afschaffen. Dat was namelijk veel te duur. Een jurist geef je toegang tot de bibliotheek en vier jaar later komt hij daaruit tevoorschijn met een dokterstitel. Empiristen zoals ik, kijken wat er in de werkelijkheid gebeurt en dan krijg je al snel te maken met reiskosten, vertalers of computerprogramma's die op de juridische faculteit niet standaard beschikbaar zijn. Bezuinigende bazen besluiten dan dat empirie te duur is.
Probleem hiervan is natuurlijk wel dat met de promovendi, op den duur ook de empirische docenten verdwijnen. Gisteren nog sprak ik een jurist over de selectie van eventuele gemeenteraadsleden. We moesten, stelde hij voor, hen een contract laten tekenen dat ze integer zouden zijn. Mijn vraag of er wetenschappelijk bewijs was dat dit wel of juist geen effect heeft op integriteit, werd met verbazing ontvangen. En dergelijke verbazing baart mij dus zorgen. Ik snap best dat er bezuinigd wordt op universiteiten. Maar ik zou er toch voor willen pleiten om het onderwijs in causale verbanden niet naar de prullenbak te verwijzen.
Antoinette Vlieger werkte jaren aan de Universiteit van Amsterdam, publiceerde een roman en is nu advocaat in Hilversum. Zij is deze maand gastcolumniste van Volkskrant.nl.