NieuwsDe Gouden Koets
Gaat de koning ooit nog in de ‘foute koets’ rijden?
Komt de Gouden Koets ooit nog de glazen vitrine uit waarin hij nu staat in het Amsterdam Museum? Wat ooit een symbool van eenheid was, is nu een nationale splijtzwam geworden. Donderdag opent koning Willem-Alexander de expositie waarin de gerenoveerde koets te zien is – ook het gehekelde zijpaneel Hulde der Koloniën.
Is het museum voor de gerestaureerde Gouden Koets een tussenstop of het eindstation? Dat is de belangrijkste vraag tijdens de tentoonstelling van het rijtuig in het Amsterdam Museum, die tot eind februari duurt. Koning Willem-Alexander, als kroondrager eigenaar van de koets, verricht vandaag de opening van de tentoonstelling.
De expositie in diverse zalen rond de binnenplaats, waarop de koets in een glazen behuizing is neergezet, mondt uit in een volksraadpleging. Kan de Gouden Koets nog de weg op, moet hij voorgoed binnen blijven of zijn er andere oplossingen denkbaar? De bezoeker mag het zeggen.
Een museale omgeving is de koets niet vreemd. De levensloop van het rijtuig begon in 1898 met zijn uitstalling in het toenmalige Paleis voor Volksvlijt aan het Frederiksplein in Amsterdam. Koningin Wilhelmina kwam het geschenk van de Amsterdamse bevolking aan de vooravond van haar inhuldiging wel bekijken, maar liet zich daarnaartoe vervoeren in een ander rijtuig. In de Gouden Koets rijden wilde ze de eerste jaren niet, huiverig als zij en haar moeder Emma waren voor al te uitbundige pracht en praal. Die zou maar voeding geven aan anti-Oranje-sentimenten bij de opstandige socialisten.
Twistsymbool
In de ruim honderd jaar daarna is het rijtuig vaker tentoongesteld: in het Rijksmuseum (1901), met een vaartocht langs 39 plaatsen in Nederland (1949), tot aan diverse exposities in onder meer het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek (1963), het Autotron in Drunen (1977), de Nieuwe Kerk in Amsterdam (1998) en Het Loo in Apeldoorn (2002). Het lijstje is niet eens compleet. Maar de gemene deler is dat als er al discussies waren, deze vooral gingen over de vraag of het rijtuig met al dat bladgoud niet te protserig was. De Gouden Koets, die was ‘mooi van verre, maar verre van mooi’.
Nu liggen de zaken anders. De faam van de Gouden Koets als bezienswaardigheid sinds 1903 op Prinsjesdag, en bij bijzondere koninklijke gebeurtenissen, is verbleekt. Van nationaal symbool van eenheid – zoals het rijtuig was bedoeld – tot nationale splijtzwam. De Gouden Koets is een foute koets. Hoe heeft het zover kunnen komen?
Hulde der Koloniën
Steen des aanstoots is het linker zijpaneel, ‘Hulde der Koloniën’, waarop mensen (voorheen ‘onderdanen’) uit de Nederlandse Antillen, Suriname en Nederlands-Indië ‘schatten en voortbrengselen’ geven aan de op een troon gezeten Hollandse maagd. Ze krijgen er beschaving en ontwikkeling voor terug. In de begeleidende catalogus bij de tentoonstelling spreekt de Leidse historicus Karwan Fatah-Black van ‘racistische beeldvorming die door koloniale machthebbers eeuwenlang is uitgedragen’.
Het is een van de vier panelen op de Gouden Koets van kunstschilder Nicolaas van der Waay (1855-1936). De tentoonstelling reconstrueert dat Van der Waay vermoedelijk in contact is gekomen met de gebroeders Spijker – bouwers van de Gouden Koets – tijdens de Internationale Koloniale Handels- en Uitvoertentoonstelling in 1883, waar hij schilderingen maakte voor het Amsterdamse paviljoen op het Museumplein. Daar deed hij ook inspiratie op voor zijn nu omstreden afbeeldingen op de Gouden Koets.
Sluimerend ongenoegen was er de voorbije decennia wel. De expositie laat zien hoe in 1990 kunstenaar Ruben La Cruz een protestkoets maakte voor het Rotterdamse zomercarnaval, met daarop teksten als ‘Negers te koop’. Maar tien jaar geleden laaide het verzet pas echt op, om niet meer weg te gaan. Twee activisten (Barryl Biekman en Jeffry Pondaag) en twee politici (Harry van Bommel van de SP en Mariko Peters van GroenLinks) riepen in een gezamenlijk opiniestuk in NRC Handelsblad op ‘Hulde der Koloniën’ van de Gouden Koets af te halen en een plaats te geven in het Rijksmuseum. De reacties waren lacherig. ‘Bizar’, zei premier Mark Rutte. ‘Het herschrijven van de geschiedenis door de Gouden Koets te vernielen, daar ben ik niet voor.’
In 2015 besloot koning Willem-Alexander de koets te laten restaureren, zoals in de jaren voordien met de Glazen Koets was gebeurd. Sindsdien is dit oudere, en volgens velen veel mooiere, rijtuig op Prinsjesdag in gebruik. Onderwijl ging de maatschappelijke discussie door, en niet alleen over ‘de grauwe koets’. Zwarte Piet, negerzoenen – op allerlei fronten manifesteerde zich een nieuw (zelf)bewustzijn over oude gebruiken. De tentoonstelling eindigt met protestborden van de Black Lives Matter-demonstratie van juni vorig jaar op de Dam.
Het Amsterdam Museum schafte zelf in 2019 de term ‘Gouden Eeuw’ af. Directeur Judikje Kiers maakte deel uit van de adviescommissie die de restauratie van de Gouden Koets begeleidde en zag haar wens het rijtuig te mogen exposeren in vervulling gaan. ‘Wij proberen actualiteit en geschiedenis te verbinden’, zegt Kiers. ‘Een meerstemmige tentoonstelling als deze past daar heel goed in.’ Dilemma’s werden voorgelegd aan een ‘klankbordgroep’. Zoals: op de genoemde koloniale tentoonstelling in 1883 werden ook levende mensen (‘primitieven’) geëxposeerd. Kunnen daar nu nog foto’s van worden getoond? Antwoord ja, mits voorzien van veel context voor de bezoeker.
Koning Willem-Alexander zei vorig jaar in een persgesprek dat de Gouden Koets zou worden gerestaureerd ‘in volle glorie, zoals hij was’. Dat is nu gebeurd. ‘Ik volg de discussie, maar neem daar niet aan deel’, zei hij ook. Toch zal hij in februari, in overleg met Rutte, een beslissing moeten nemen. Het Amsterdam Museum gaat 1 maart dicht voor renovatie. De Gouden Koets kan dan terug naar de koninklijke stallen in Den Haag, in afwachting van eventueel nieuw gebruik.
Maar in de Tweede Kamer is daar weinig animo voor. D66-Kamerlid Joost Sneller verwoordt het gevoel dat inmiddels bij de meeste politieke partijen leeft: ‘De premier heeft mijn volledige steun als de Gouden Koets in het museum blijft en de koning op Prinsjesdag in een andere koets door Den Haag trekt.’ Mooi toeval: het geheel verbouwde museum Paleis Het Loo gaat volgend jaar weer open. De tuinen en stallen daar zijn ook een optie.