Franse stakers dreigen bedrijf op te blazen
Voor een gijzeling van de baas door boze werknemers rukken Franse media niet meer uit. Wel voor harde dreigementen.
‘Wat vind je, zullen we het zeggen?’
‘Nederlandse pers, dat moet kunnen.’
‘Oké, luister: we voeren actie, maar we willen het intelligent doen.’
‘We zijn geen gekken hier’
‘dus die gasflessen, die waren leeg.’
‘En die lege flessen zijn al weer uit het bedrijf gehaald. Het ging om de symboliek.’
Het gesprek gaat tussen Gregory en Hadjid, beiden 33 jaar en beiden negen jaar geleden bij Nortel begonnen. Hoog opgeleide IT-ers, die voor het eerst van hun leven actie voeren. En met succes, vinden ze, wijzend op het wagenpark voor de bedrijfspoort. ‘France2, TF1, TVi, BFM, France Bleu – alle grote nieuwszenders zijn uitgerukt. Het is een schande dat dit nodig was om aandacht te krijgen.’
Met ‘dit’ bedoelen ze het dreigement dat de werknemers van Nortel woensdagochtend de wereld instuurden. In het bedrijf waren tien gasflessen geplaatst. Die zouden ontploffen, tenzij er een fatsoenlijke ontslagregeling zou komt; Nortel wil het contract van 467 van de 683 werknemers beëindigen. ‘We gaan de boel opblazen’, dat was de belofte.
In de ontslaggolf van de afgelopen maanden groeiden gijzelingen uit tot het voornaamste machtsmiddel van actievoerende Franse arbeiders. Bij 22 bedrijven werden leidinggevenden tegen hun zin een dag of langer vastgehouden. Doorgaans gebeurde dat in hun directiekamer, soms zelfs met een croissantje als ontbijt.
Alles went: voor een gijzeling rukken de media niet meer uit. En alleen met media-aandacht denken de actievoerders vastgelopen onderhandelingen weer vlot te kunnen trekken.
De werknemers van New Fabris, fabrikant van auto-onderdelen in Châtellerault in hartje Frankrijk, gingen begin deze week een stap verder. Ze plaatsten gasflessen in hun met sluiting bedreigde fabriek. ‘Als wij niks krijgen, dan moeten zij ook met lege handen staan’, was de uitleg van vakbondsman Guy Eyermann.
‘We hebben het van hen afgekeken’, bekent Christoph van het stakingscomité van Nortel. ‘We zijn geen terroristen, maar wanhopigen. Toen Sarkozy het parlement toesprak, voerden we actie in Versailles. We protesteerden bij het kantoor in La Défense van Ernst & Young, zaakwaarnemers van Nortel. Maar aandacht kregen we niet. Nu begrijpen ook vrienden en streekgenoten eindelijk dat er wat aan de hand is.’
Nortel is gevestigd in Chateaufort, een dorp tussen de graanvelden op zo’n dertig kilometer ten zuidwesten van Parijs. Mocht Nortel sluiten, dan verliest de gemeente eenderde van zijn inkomsten.
Veel van de in problemen verkerende bedrijven in Frankrijk zijn fabrieken met vooral laaggeschoolde arbeid. Nortel is anders. Het bedrijfspand is chique, voor de ingang ligt een park met een grote vijver. In die vijver drijft nu een vlotje, met de tekst ‘Nortel staakt’. De vlaggen bij de ingang hangen halfstok, op het grasveld zijn kruisen opgericht voor alle functies die gaan verdwijnen; daar is ook een ‘graf voor de onbekende ingenieur.’ Op een guillotine prijkt een foto van Franck Michel, directeur van de Franse vestiging. Overal lummelen groepjes werknemers.
Nortel, dochter van een Canadees moederbedrijf met 26 duizend werknemers, maakt en onderhoudt mobiele netwerken, maar ook signalering voor het spoorwegnet. Het bedrijf geldt als een van de parels van de Franse telecom. De werknemers zijn hoogopgeleid en veelal blank; sociale onrust kende het bedrijf niet. Hooguit 3 procent van de werknemers is vakbondslid.
Een goede afvloeiingsregeling, dat is de inzet van de stakers. Bij bandenfabrikant Continental werd na maandenlange actie 30 duizend euro per werknemer bedongen. De Nortel-mensen zetten in op een ton.
Een van de vele Franse leenwoorden in de Nederlandse taal is ‘sabotage’. Gregory en Hadjid willen er niets van weten. ‘Het zou voor ons gemakkelijk zijn de boel te saboteren. Maar als er ook nu geen reactie komt, moeten we misschien wel.’