CDA-minister
Frankrijk, wen er maar aan: Wopke Hoekstra is keihard charmant
Nederlanders zijn toch van het compromis, dachten de Fransen. Maar niet Wopke Hoekstra. De minister van Financiën schuwt de harde confrontatie niet en is evenmin vies van powerplay. En dat alles met een brede glimlach.
In Frankrijk moeten ze er nog even van bijkomen. Nederland heeft een staatsgreep gepleegd bij hún nationale luchtvaartmaatschappij! Nederland, dat bekend staat om zijn vrije marktdenken. Belangrijker: Nederlandse politici zijn mannen en vrouwen van het compromis. Ze leggen zich mokkend neer bij besluiten waar ze het niet mee eens zijn. Zo zijn Nederlanders.
Maar zo is niet Wopke Hoekstra, beseffen de Fransen nu. De CDA’er schuwt de harde confrontatie niet en is evenmin vies van powerplay. Bij ING weten ze daar alles van. Hoekstra leunt in maart 2018 zo hard op toenmalig president-commissaris Jeroen van der Veer, dat die door de knieën gaat. De raad van commissarissen wil het salaris van bestuursvoorzitter Ralph Hamers met een miljoen euro verhogen. Hoekstra dreigt ING met ‘wettelijke of niet-wettelijke maatregelen’ als Van der Veer het ‘buitensporige’ beloningsvoorstel niet intrekt. Exit loonsverhoging voor Hamers.
In september dwingt Hoekstra hoogstpersoonlijk af dat er een kop rolt in het ING-bestuur. Dat heeft net voor 775 miljoen euro geschikt met het Openbaar Ministerie, omdat de bank het witwassen van crimineel geld heeft gefaciliteerd. ING denkt dat daarmee de kous af is, maar Hoekstra vindt het onverteerbaar dat de hele banktop blijft zitten na het schandaal. Hij ontbiedt Van der Veers opvolger Hans Wijers op het ministerie. Exit financieel directeur Koos Timmermans.
In de ministerraad staat Hoekstra ook op zijn strepen. Eerst eist hij dat de financiële gevolgen van het dichtdraaien van de gaskraan volledig binnen de meerjarenbegroting worden opgevangen, zoals afgesproken in het regeerakkoord. ChristenUnie en D66 willen die tegenvaller liever op de staatsschuld afschuiven, maar daar gaat Hoekstra voor liggen. Begin oktober heeft hij naar verluidt een flinke aanvaring met Rutte over het repareren van een begrotingsgat van 236 miljoen euro.
IJzeren Hein met hartelijke woorden
Omdat Hoekstra zijn ijzerenheinigheid verstopt achter een brede glimlach en hartelijke woorden, komt hij ermee weg. Ook in Europa. In het Financieele Dagblad vergelijkt een Brusselse diplomaat hem in gunstige zin met partij- en ambtgenoot Jan Kees de Jager, die bekendstond als botte hark. ‘Hoekstra is zeer duidelijk en stevig in zijn stellingname, maar hij is niet onbeleefd. Hij presenteert zichzelf goed’, aldus dit anonieme oordeel. Hoekstra verkondigt in Brussel het vertrouwde Nederlandse standpunt: de Europese Unie moet gaan over economische samenwerking, niet over politieke integratie. Daarmee stelt Nederland zich recht tegenover Frankrijk op.
Hoekstra staat in Brussel minder sterk dan zijn voorgangers. Het Verenigd Koninkrijk is een bondgenoot van Nederland en kan – als op twee na grootste EU-lidstaat – veel Franse plannetjes blokkeren. Nu de Britten vertrekken veranderen de stemverhoudingen in de EU in het nadeel van Nederland, terwijl de macht van Frankrijk groeit.
De Nederlandse positie is ook verzwakt door het vertrek van Wolfgang Schäuble. De Duitse CDU-minister van Financiën was een begrotingshavik die de Fransen en de Europese Commissie meermaals de voet dwars zette als ze probeerden Duitsland (en de andere noordelijke lidstaten) geld of invloed te ontfutselen. Schäubles opvolger Olaf Scholz is lid van de pro-Europese SPD en veel meer geneigd met de Fransen mee te bewegen.
Hoekstra heeft de vacature van ‘aanvoerder van het noorden’ die Schäuble achterliet met verve opgevuld. De Frankfurter Allgemeine Zeitung riep hem onlangs uit tot ‘nieuwe hoop van de euro’. ‘Wie stelt zich anders te weer tegen laksheid en schuldenmakerij?’, vraagt de Duitse krant zich retorisch af. Samen met premier Rutte heeft Hoekstra een groep van eerst acht, inmiddels tien, kleine lidstaten geformeerd die tegenwicht bieden aan de Frans-Duitse as. Hoekstra doet namens deze ‘Hanzeliga’ geregeld voorstellen die indruisen tegen het Franse streven naar snelle politieke en financiële integratie.
‘Wopke en de zeven dwergen’
De grote lidstaten in het zuiden zetten de Hanzeliga weg als ‘Wopke en de zeven dwergen’. De Spaanse minister van Financiën Nadia Calviño spreekt over ‘kleine landjes die weinig gewicht in de schaal leggen’. Haar Franse evenknie Bruno Le Maire vertelt de nieuwssite Politico hoe de besluitvorming in het eurogebied volgens hem dient te verlopen. Eerst moeten Frankrijk en Duitsland het samen eens worden. Daarna halen ze Italië en Spanje erbij. Als de Grote Vier een besluit hebben genomen, leggen de andere vijftien eurolanden zich daarbij neer. Anders schiet het niet op, vindt Le Maire.
Frankrijk heeft als grote lidstaat makkelijk praten. De kritiek dat Nederland een te grote broek aantrekt, is nogal gratuit. Want wat is het alternatief? Moet Nederland zich dan als een burgemeester in oorlogstijd neerleggen bij de ongunstige machtsverhoudingen en zich tevreden stellen met minieme concessies? Assertiviteit is een riskantere strategie, omdat die wraakacties kan uitlokken, maar het is duidelijk meer Hoekstra’s stijl.
Vooralsnog werpt de tactiek vruchten af. In december weten Hoekstra en de andere Hanzelanden de Frans-Duitse voorstellen voor verdere Europese integratie grotendeels te ontmantelen. Hoekstra toont zich in het FD tevreden. ‘Als je kijkt naar de inzet van Frankrijk ongeveer een jaar geleden en je ziet wat er nu op tafel ligt, dan is dat verworden van een olifant tot een muis. En die muis zit ook nog in een kooi met een paar sloten op de deur. Als dat Frankrijk frustreert... Daar zit ik totaal niet mee.’
Desondanks staan hij en Le Maire vrijdagochtend in Parijs gebroederlijk te benadrukken dat ze zich samen zullen inzetten om van Air France-KLM ‘een groot succes’ te maken. Voor de camera’s is het pais en vree, achter de schermen wrijft Le Maire nog eens over zijn pijnlijke schenen. ‘Ik ben over het algemeen vrij ongeduldig’, zegt Hoekstra in 2014 tegen Intermediair, als hij wordt gevraagd naar zijn slechtste eigenschap. ‘In mijn werk ging ik er soms te veel met een gestrekt been in.’
Hij heeft dat nog niet afgeleerd.