Volkskrant-onderzoek

Flink deel veehouders staat open voor uitkoop, al doet het pijn: ‘Dit is geen werk, hè, dit is een roeping’

Janus en Hans Houbraken tussen de koeien in Bergeijk. Hans: ‘Als ik alles verkoop en investeer in ASML-aandelen, levert me dat meer rendement dan melken. Maar wat moet ik dan doen als ik ’s ochtends wakker word?’ Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Janus en Hans Houbraken tussen de koeien in Bergeijk. Hans: ‘Als ik alles verkoop en investeer in ASML-aandelen, levert me dat meer rendement dan melken. Maar wat moet ik dan doen als ik ’s ochtends wakker word?’Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Weinig veehouders geloven in het stikstofprobleem en velen wantrouwen de overheid. Toch staat menigeen open voor een uitkoopregeling, blijkt uit onderzoek in opdracht van de Volkskrant. Al doet het wel pijn. ‘Nederland heeft ons nodig.’

Pieter Hotse Smit

In de stal die hij al 52 jaar aanveegt, houdt Janus Houbraken stil. Tussen de pasgeboren kalfjes, leunend op zijn bezemsteel, vertelt hij over de tijd dat hun landbouwgrond werd gewonnen op de natuur. Zo ging dat na de oorlog. En niet alleen hier in het Brabantse Bergeijk. Met de hongerwinter in het achterhoofd was het overal vrij baan voor de voedselproductie. Natuur maakte plaats voor grazende koeien.

Voor de ommekeer blijkt in Bergeijk maar één generatie nodig. Op 83-jarige leeftijd moet vader Janus, die nog altijd iedere dag meehelpt op wat ooit zijn boerderij was, zien te verwerken dat zijn zoon overweegt de tijd terug te draaien. Dat Hans, ondanks de goede zin waarmee hij iedere dag om zeven uur ’s morgens de koeien melkt, erover denkt zijn negentig dieren weg te doen. Voor de natuur.

In de komende jaren worden uitgekocht door het Rijk: het is een realistisch scenario voor Hans Houbraken (49). Vanuit de boerderij is op een paar honderd meter het door stikstof overbelaste Natura 2000-gebied De Plateaux te zien. En dus komt hij in aanmerking voor een uitkoopregeling, waarvoor de overheid de eerste miljarden heeft klaarstaan.

‘Als men blijft mekkeren op de boeren, ons blijft tarten, dan heb ik er op den duur niet veel zin meer in’, geeft de 49-jarige melkveehouder als belangrijkste reden.

In de stal, met zijn twee boerenknuisten opgestapeld op het einde van de rechtopstaande bezemsteel, hoort vader Janus het verhaal aan. De emotie over dit toekomstbeeld is van zijn gezicht af te lezen.

Vader Janus en zoon Hans Houbraken in de stal van hun melkveehouderij. Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Vader Janus en zoon Hans Houbraken in de stal van hun melkveehouderij.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Na het uitbreken van de stikstofcrisis in 2019 leken boeren en masse een oplossing te blokkeren. De felle protesten wekten de indruk dat de boeren geen meter wilden inschikken voor de natuur en de stilgevallen bouw. Maar is dat wel zo?

Die vraag is de laatste maanden nog relevanter geworden. De onenigheid over de toekomst van de veehouderij is een van de belangrijkste obstakels voor de vorming van een nieuw kabinet, met de VVD en het CDA tegenover D66, dat de woede van de boeren wekte met het voorstel de veestapel te halveren om de stikstofcrisis op te lossen. Het politieke steekspel wordt op dit moment aan de formatietafel gevoerd. Maar wat wil de boer zelf eigenlijk?

Om dit te onderzoeken heeft de Volkskrant het onafhankelijke onderzoeksbureau I&O Research een enquête laten uitvoeren onder veehouders, met onder meer de vraag: onder welke voorwaarde staan boeren open voor een uitkoopregeling? Niet eerder is hier zo’n grootschalig onderzoek naar gedaan. In totaal vulden bijna duizend rundvee-, varkens-, pluimvee- en overige veehouders de enquête in. De uitkomsten geven een representatief beeld voor de Nederlandse veehouderijsector.

De uitkomsten kantelen het zwart-witbeeld over veehouders. ‘We zien een beroepsgroep die zich staande houdt, maar zich zeer onbegrepen en in het nauw gedrukt voelt’, concludeert hoofdonderzoeker Peter Kanne van I&O Research. ‘Veehouders zweven tussen hoop en vrees. Ze klampen zich zo lang mogelijk vast aan partijen die zich zwaar verzetten tegen krimp van de veehouderij, zoals de BoerBurgerBeweging (BBB) en Farmers Defence Force (FDF).’

Tegelijkertijd lijken veel veeboeren in te zien dat ze het krimpscenario niet lang meer kunnen negeren. ‘Uiteindelijk zullen ze denk ik rationele afwegingen maken, eieren voor hun geld kiezen’, zegt Kanne. ‘Het is dan ook niet zo gek dat we substantiële percentages boeren zien die op zijn minst in gesprek zouden gaan met de overheid over uitkoopregelingen.’

null Beeld de Volkskrant
Beeld de Volkskrant

In totaal staat zo’n 40 procent niet afwijzend tegenover uitkoop, verplaatsing of verkleining van de eigen veestapel, blijkt uit het onderzoek. De bereidheid is het grootst als de veehouder zijn of haar grond kan behouden. Het populairste scenario onder boeren is dat waarin zij een deel van het vee inleveren en wel door kunnen gaan, mits daar compensatie tegenover staat. Vooral jonge boeren en pluimveehouders zien dit scenario zitten. ‘Als de continuïteit wordt gegarandeerd door de politiek en de Nederlandse markt, kunnen we met de helft van de kippen ook een goede boterham verdienen’, zegt een van de ondervraagde boeren.

Pluimveehouders zijn het best te porren helemaal te stoppen als ze grond en woning mogen houden. Rundveehouders, bij wie de grootste stikstofwinst te halen valt, voelen minder voor dit scenario, maar toch staat nog altijd ruim een derde ervoor open. Voor velen geldt: met het vertrek van het vee mag het land geen natuurbestemming krijgen. Dat zou voor de boer een overstap naar akkerbouw onmogelijk maken.

Alle typen veehouders voelen weinig voor het scenario waarin ze alles behalve hun huis wegdoen, tenzij ze ‘op een andere locatie een nieuw veehouderijbedrijf kunnen starten’.

Veel boeren mogen dan bereid zijn het op een akkoordje te gooien met de overheid, de scepsis is gigantisch, zo blijkt uit de antwoorden. Neem de veehouder die schadeloos gesteld wil worden. Hij eist een taxatie door een onafhankelijke taxateur die is aangewezen door een derde partij en bovendien geen enkele dienst levert aan de overheid. Dan nog is deze veehouder huiverig: de schadeloosstelling moet gelijk zijn aan de huidige waarde van het bedrijf. ‘Dus niet een bedrijf uitroken en dan pas taxeren.’

Boeren stellen hoge financiële eisen en rekenen op vele miljoenen aan vergoeding. Eén wil alles verkopen voor de huidige taxatieprijs met een opslag van 40 procent. ‘Omdat je meewerkt aan het oplossen van een probleem van de overheid.’ Een ander wil de som geld 100 procent belastingvrij ontvangen. Weer een ander wil ontvangen wat de grond waard is als bouwgrond in plaats van als landbouwgrond, wat zo een factor vijftig kan schelen.

null Beeld de Volkskrant
Beeld de Volkskrant

Voor driekwart van de welwillende boeren geldt bovendien: ze willen de plek, waar hun voorouders soms al eeuwen voedsel produceren, niet verlaten. Zelfs al doen ze afstand van grond en dieren: de boerderij is heilig.

Zo ook voor melkveehouder Hans Houbraken uit Bergeijk, die op meer punten vertolkt wat veel collega’s voelen. Voor de euro’s zou hij zich nooit laten uitkopen. ‘Wat moet ik met dat geld?’ Ook gelooft hij niet dat de natuur er werkelijk van opknapt als de veehouderij fors krimpt. Evenals bij Houbraken, blijkt uit de enquête, zijn woede, frustratie en onbegrip de primaire redenen waarom veel veehouders openstaan voor een zak rijksgeld. Het werk is niet leuk meer.

Vader Janus en zoon Hans Houbraken op hun erf in het Brabantse Bergeijk. Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Vader Janus en zoon Hans Houbraken op hun erf in het Brabantse Bergeijk.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Onvrede als drijfveer om te stoppen, het verbaast hoogleraar rurale sociologie Han Wiskerke (Wageningen Universiteit) allerminst. ‘Tegenover de stijgende (administratieve) kosten voor boeren staat zelden een hogere prijs’, zegt hij. Terwijl de boer zich daar zorgen over maakt, denkt het Landbouwministerie alvast na over onteigening en suggereert de landsadvocaat dat vergunningen voor veehouders eventueel ook direct ingetrokken kunnen worden. Wiskerke: ‘Dan kan ik me zo langzamerhand wel voorstellen dat boeren denken: wat moet ik hier nog?’

Mirjam Olieman (28) is pas een jaar bezig in Steenwijkerland, maar stelt zichzelf die vraag nu al. ‘Nederland heeft ons nodig,’ zegt de boerin, ‘maar als de overheid ons weg wil hebben, laat ze ons daar dan maar een handje mee helpen. Met een prijs boven de marktwaarde, bijvoorbeeld. Dan zal ik niet lang twijfelen en vertrek ik naar Amerika of Canada.’

Stoppen om het stikstofprobleem te helpen oplossen? Het idee komt bij vrijwel geen enkele boer op. Slechts een kwart vindt stikstof überhaupt zorgelijk, tegenover twee derde van de Nederlandse burgers. En als boeren al geloven dat stikstof een probleem is, dan denkt 70 procent van hen dat technische maatregelen het probleem zonder veestapelkrimp kunnen oplossen. (Meerdere deskundigen spreken tegen dat dit kan in het veedichte Nederland.) Klimaatverandering is een grotere zorg onder veehouders, al ligt het aantal (ruim de helft) ver achter op de burger (ruim driekwart).

Veehouder Hans Houbraken overweegt de overstap naar akkerbouw. ‘Maar melkvee levert me drie keer meer op per hectare dan aardappelen, uien en bieten. Daar mag wat tegenover staan.’ Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Veehouder Hans Houbraken overweegt de overstap naar akkerbouw. ‘Maar melkvee levert me drie keer meer op per hectare dan aardappelen, uien en bieten. Daar mag wat tegenover staan.’Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Ondernemer en kalverhouder Hans Rijense van Buuren (51) uit Putten spreekt als het over stikstof en klimaat gaat van niets minder dan ‘waanideeën’. De politiek laat zich erdoor leiden, waarmee ze volgens hem ‘het agrarisch goed in Nederland gruwelijk tekort doet’. In zijn omgeving hoort hij dan: ‘Durf jij je kleinkinderen over dertig jaar nog aan te kijken?’ Waarop hij reageert: ‘Ik durf ze niet meer aan te kijken als we hier tegen die tijd geen agrariërs meer hebben.’

Maar net als veel andere boeren is Rijense van Buuren van het pragmatische soort. ‘Als iedereen overtuigd is dat dit de goede weg is en ze komen vanwege stikstof bij mij, dan wil ik best een deel van mijn vee wegdoen’, zegt de kalverhouder. Ook hij wil er wel wat extra’s voor terug, namelijk ‘dat de overheid zorghuisvesting mogelijk maakt op mijn grond.’

Niet alle boeren praten even gemakkelijk over het inkrimpen van hun veestapel. Voor 17 procent blijkt dit goed bespreekbaar in hun omgeving, maar voor bijna de helft geldt dit niet. Dat bleek ook bij het maken van dit verhaal: meerdere boeren die werden benaderd haakten later af.

null Beeld de Volkskrant
Beeld de Volkskrant

Hoogleraar Wiskerke sprak boeren die na publieke uitlatingen ‘intimiderend’ bezoek kregen van de Farmers Defence Force. ‘Daardoor durft niet iedereen zich uit te spreken.’ Het boerengeluid verzwakt er volgens hem door. ‘Een deel is bereid dieren in te leveren voor langdurige natuurbeheercontracten ter compensatie. Maar doordat een ander, veelal luidruchtiger deel overal tegen is, gaat het alleen nog over opkoopregelingen en niet over nieuwe toekomstperspectieven.’

De stikstofcrisis begon met een uitspraak van de Raad van State, die medio 2019 oordeelde dat de Nederlandse natuur niet goed genoeg wordt beschermd tegen stikstofproducenten. Daarna werd vooral naar de veehouderij gekeken, omdat volgens cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid (RIVM) deze sector veruit de grootste stikstofdruk legt op kwetsbare natuur, in de vorm van neerdalend ammoniak uit mest en urine.

Boeren geloven er niks van. Niet alleen de overheid, maar ook het RIVM wordt nog altijd sterk gewantrouwd, blijkt uit de enquête. Vanwege alle ‘negativiteit en leugens’ over de veehouderij, die de afgelopen jaren zijn losgekomen, mijdt Houbraken nieuws en kranten al tijden. De veehouderij is volgens hem niet meer dan ‘een gemakkelijke prooi’ voor de overheid om uit de stikstofcrisis te komen. ‘We saneren de beste boeren ter wereld weg vanwege een op papier gecreëerd probleem.’

Om er zelf vanaf te zijn, overweegt Houbraken op zijn 63 hectare volledig over te gaan op akkerbouw, een bedrijfstak die niet wezenlijk bijdraagt aan het stikstofprobleem. In ruil voor zijn vee wil hij niet alleen geld, maar ook meer land.

‘Melkvee levert me drie keer meer op per hectare dan aardappelen, uien en bieten’, zegt hij. ‘Daar mag wat tegenover staan.’ De overstap zal hoe dan ook pijn doen. ‘Dit is geen werk, hè’, zegt hij over zijn koeien. ‘Dit is een roeping. Als ik alles verkoop en investeer in ASML-aandelen, levert me dat meer rendement dan melken. Maar wat moet ik dan doen als ik ’s ochtends wakker word?’

Uitkopen of niet, de familielijn boeren van de familie Houbraken eindigt bij de kinderloze Hans – nog een belangrijke reden voor veel boeren open te staan voor een uitkoopregeling. In 2020 had 59 procent van de boeren boven de 55 geen opvolger klaarstaan, berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek al. Verkopen aan het Rijk kan voor deze groep een manier zijn het pensioen veilig te stellen.

Daar zit de spagaat. FDF en BBB willen niets weten van verkleining van de veestapel, terwijl veel individuele boeren van wie ze steun krijgen genoeg redenen zien hierover met de overheid om tafel te gaan. Er is toch geen geschikte opvolger, de continue druk om te investeren weegt zwaar op de boeren, het plezier is weg. Zolang de grond niet automatisch wordt volgezet met natuur, huizen en zonnepanelen, valt er best te praten.

‘Een nieuw kabinet kan niet om krimp heen, maar zal in gesprek met boeren met heel goede aanbiedingen moeten komen’, concludeert Kanne van I&O Research. ‘Het wantrouwen overwinnen wordt een hele opgave. De boeren zullen het onderste uit de kan willen en elke regeling tot in detail op papier willen zien.’

Het feit dat de boeren zich bijna volledig van de coalitiepartijen hebben afgekeerd, zoals uit het onderzoek blijkt, biedt volgens Kanne ook ruimte. ‘Electoraal valt er nu niet veel meer te verliezen, dus er is nu eigenlijk geen reden meer niet te doen wat nodig is’, zegt hij. ‘Hopelijk doet het nieuwe kabinet dit met respect voor de veeboeren, hun tradities en hele plattelandsgemeenschappen.’

Wat het vader Houbraken zou doen, mocht zijn zoon inderdaad binnenkort stoppen met melken? Lang blijft het stil. Hans heeft dan al gezegd dat zijn vader ‘doodongelukkig’ zou worden, mocht hij niet meer dagelijks tussen de koeien kunnen rondscharrelen. ‘Het is een aflopende zaak’, zegt de 83-jarige Janus dan toch. ‘Ik heb er eigenlijk al afscheid van genomen.’

Niet dat hij zijn zoon iets verwijt. Integendeel: ‘Als ik vandaag moest beginnen, dan begon ik er niet aan’.

null Beeld de Volkskrant
Beeld de Volkskrant

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden