Flarden balletklassiekers in moderne spitzenchoreografie
DANS
La La La Human Steps
Amsterdam -De Canadese choreograaf Édouard Lock (56) van La La La Human Steps koestert een fascinatie voor geheugen en herinnering. Daarom verwerkt hij de laatste jaren vaak flarden uit beroemde balletklassiekers in zijn moderne spitzenchoreografie. Al zijn de citaten alleen voor balletkenners te herleiden.
Locks handelsmerk blijft zijn razendsnel opgevoerde danstechniek: alles gaat fast forward in de vijfde versnelling. De hyperactief fladderende armen verwijzen echter wel naar zwarte en witte zwaanvariaties en de bedwelmende pirouettes en hellende torso's verraden iets van overgave en tragiek uit gedanste sprookjesromantiek.
Toch vraag je je af bij zijn nieuwste creatie voor het dertigjarig jubileum van zijn gezelschap of hij het geheugen van zijn vaste schare toeschouwers niet onderschat. Woensdag ging in Het Muziektheater een titelloze voorstelling in wereldpremière die grossiert in déjà vu's.
Zelfs de strakke pakjes - zwarte kinky bodysuits voor de vrouwen - ogen hetzelfde als in Amjad (2007). Ook de neerdalende filmschermen met opnames van danseressen, gespiegeld door een via manipulatie verouderd alter ego, gebruikt hij al vanaf zijn voorstelling 2 (1995). Ook de poses van de vrouwen, bijvoorbeeld wanneer ze kortstondig als uitdagende sfinxen op de grond liggen, zijn gerecycled uit Amjad.
De herinnering aan deze voorstelling wordt versterkt omdat ook toen componist Gavin Bryars voor een live compositie tekende, op basis van beroemde thema's uit Tsjaikovski's balletmuziek. Nu baseert Bryars zich op Purcells opera Dido and Aeneas (1689) en Von Glucks opera Orfeo ed Euridice (1762). Purcell klinkt nog af en toe door in de stuwende kettingcompositie voor piano, altviool, saxofoon en cello. Maar naar de donkere dramatiek van Von Gluck blijft het gissen. Ook de dansfragmenten bevatten wel wat verwijzingen naar het libretto van Dido and Aeneas - de kleine spierbundel Talia Evtushenko jojoot telkens van man naar eenzaamheid - maar het spitsroede lopen van Orfeo en Euridice tussen onder- en bovenwereld valt alleen vaag te koppelen aan het relatief verstilde slot waarin gastsoliste Diana Vishneva (Kirov Ballet) een rustig, introverter duet aangaat in deze honderd minuten formule 1 dans. Vishneva komt overigens maar drie keer op in de hele reeks van spaarzaam uitgelichte kortjes. Ook dat bevestigt dat Lock niet echt een nieuw experiment heeft willen aangaan met haar gastoptreden.
Toch blijft het bedwelmend deze virtuoze dansers (zes mannen, vijf vrouwen) zo beheerst en doeltreffend aan het werk te zien in deze opgerekte danstornado. Armen schieten betoverend snel uit, polsen knakken en spitzen priemen als dolken de grond in. Jammer dat de choreografie zelf zo weinig bodem heeft.