ReportageGiro in Aardbevingsgebied

Finishen met de Giro in spookstad L’Aquila, waar tien jaar geleden een aardbeving was

Voor de gelegenheid, de aankomst van de zevende etappe van de Giro d’Italia, had L’Aquila zich opgedoft. Maar tien jaar na de aardbeving is het oude centrum nog steeds een plek van stutpalen en loze beloftes.

Jarl van der Ploeg
Pello Bilbao passeert in de volgelopen straten van L’Aquila, waar nog steeds veel onaf is, als eerste de finish.  Beeld Getty Images
Pello Bilbao passeert in de volgelopen straten van L’Aquila, waar nog steeds veel onaf is, als eerste de finish.Beeld Getty Images

Het gebeurt bijna nooit in de hoofdstad van de Italiaanse regio de Abruzzen, maar vrijdagmiddag klinkt er opeens gejuich in de straten van L’Aquila. En gelach, en gezang en geklap.

In de Via Francesco Crispi, daar waar het normaal zo uitgestorven is, wordt vandaag zowaar feestgevierd, zeker als opeens de Spanjaard Pello Bilbao van Astana de hoek om duikt en even later juichend over de finish komt, vlak voor een jagende Tony Gallopin en Davide Formolo. ‘Bravo, bravo’, klinkt het in de stad die al meer dan tien jaar als spookstad door het leven gaat, maar vrijdagmiddag vol van leven is, dankzij de Giro d’Italia.

L’Aquila was jarenlang een van de mooiste steden in de Apennijnen – een wielerstad bovendien waar de grote Gino Bartali tweemaal zegevierde tijdens de Giro, net als jaren later de Italiaanse superster annex dopingzondaar Danilo Di Luca.

Maar dat veranderde allemaal toen tien jaar geleden, in de nacht van 6 april 2009, 309 doden vielen en ruim 70 duizend mensen dakloos raakten bij een zware aardbeving van 6,3 op de schaal van Richter. Een aardbeving die zelfs zo hard natrilde, dat het centrum tien jaar later nog altijd wordt gedomineerd door hijskranen, bouwmateriaal en kruiwagens.

Verwoest

‘L’Aquila was ooit een fantastische stad’, zegt Fabrizio Picchione (56), een van de vele ex-bewoners die vandaag naar het centrum trokken om de zevende etappe van de Giro d’Italia met eigen ogen te kunnen aanschouwen. Tien jaar geleden woonde Picchione vlak bij de plek waar hij nu staat te juichen. Maar sinds de aardbeving zijn huis verwoestte, is hij aangewezen op een van de vele prefab-dorpen kilometers verderop.

‘Ik woon daar al tien jaar’, zegt hij terwijl door de luidsprekers bij de finish te horen is hoe de kopgroep de stad op tien kilometer genaderd is. In de weken na de beving, zo vertelt Picchione, overheerste vooral de hoop in L’Aquila. Vooral toen toenmalig premier Silvio Berlusconi zich vol trots liet fotograferen, terwijl hij sprak over een ‘Italiaans wonder’ dat hij had bewerkstelligd.

Hij had 19 nieuwbouwwijken laten bouwen rondom de stad waar de vele daklozen een paar maanden gratis konden wonen, terwijl hun huizen in de tussentijd zouden werden hersteld. Ook Picchione kreeg zo’n tijdelijke woning toegewezen, in afwachting van een betere bestemming.

Die verbetering kwam er in de eerste maanden inderdaad, bijvoorbeeld in de vorm van miljarden euro’s, onder andere gedoneerd door Nederland. Maar samen met het geld kwam helaas ook de corruptie naar L’Aquila. Nooit was de Zuid-Italiaanse maffia echt geïnteresseerd in deze achtergestelde regio, tot er 12 miljard euro aan rampengeld vrijkwam.

Het gevolg: tien jaar later zijn een paar malafide bouwondernemers schathemeltje rijk geworden, maar is het oude centrum nog altijd een grote bouwput vol stempels, stutpalen, stoffige steigers en spanbanden. Van de ruim 20 duizend inwoners die er in 2009 woonden, zijn er minder dan duizend teruggekeerd. Ook staat 90 procent van de winkels en barretjes nog altijd leeg, waardoor L’Aquila, ooit een bruisende studentenstad, is verworden tot een spookstad zonder leven – niemand wil wonen in een stad waar nooit iets gebeurt.

Feestelijk

Of specifieker: waar bijna nooit iets gebeurd, want vrijdagmiddag is er iets zeldzaams aan de hand in L’Aquila. Speciaal voor deze Ronde van Italië werd er een comité van burgers aangesteld dat meer dan twee maanden in de weer was de stad zo feestelijk mogelijk aan de wereld te kunnen tonen.

Er werd een roze foodtruckfestival georganiseerd, alle schoolkinderen kregen een dag vrij en in overleg met de koersdirecteur werd gekozen voor een fietsroute met zo min mogelijk hijskranen in beeld. De mooiste, meest intacte pleinen werden bovendien toegewezen aan de toegestroomde televisieprogramma’s en de weinige winkeltjes in het oude centrum investeerden allemaal fiks in roze ballonnen. Allemaal waren ze zich ervan bewust: vandaag is onze kans.

Niet voor niets zei de burgemeester van L’Aquila, Pierluigi Biondi, vlak na de finish dat hij blij was dat de dag zo feestelijk was verlopen, maar dat hij vooral niet kon wachten alle televisiebeelden terug te kijken.

Voor Italiaanse steden die betrokken zijn bij de Giro, is de koers immers leuk, maar is de aandacht nog veel leuker. De Giro geldt als ideaal vehikel om toeristen te lokken. Hoe vaak gebeurt het immers dat achttien televisiezenders uit vijf verschillende continenten jouw stad op de mooist mogelijke manier in beeld brengen en bovendien vertellen over de verrukkelijke Montepulciano d’Abruzzo, die in de aanpalende heuvels wordt verbouwd, en hoe heerlijk de lokale tagliatelle al sugo di lumache in werkelijkheid smaken, en dat allemaal vlak voor de zomervakantie begint?

‘Ik hoop echt dat dit circus voor een ommekeer zorgt’, zegt wielerfan Picchione, als 1.07 minuut na dagwinnaar Bilbao ook het peloton binnenkomt. ‘Maar eerlijk gezegd vrees ik ervoor.’

Niet lang nadat de Italiaan Valerio Conti voor de tweede dag op rij in de roze leiderstrui wordt gehesen, en twee smakkerds krijgt van de lokale rondemissen, pakken de meeste fotojournalisten hun camera’s alweer in – op naar de volgende stad die de wereld wil laten zien hoe mooi zij is. Op naar Tortoreto en naar Pesaro, en daarna naar Riccione en San Marino, enzovoorts.

‘Het was geweldig om de stad weer eens vol te zien’, zegt Picchione. ‘Maar ik ben bang dat L’Aquila meer nodig heeft dan één dag wielrennen.’

Ritzege voor Pello Bilbao

Pello Bilbao heeft in de Ronde van Italië de zevende etappe op zijn naam geschreven. De Spaanse coureur van Astana sloeg in de laatste 2 kilometer toe. Hij reed weg uit een kopgroepje van zes coureurs en stelde daarna zijn achtste profzege veilig. De Italiaan Valerio Conti bleef leider in het klassement, met de Spanjaard José Rojas als nieuwe nummer twee op ruim anderhalve minuut (1.32). De heuvelachtige rit ging over 185 kilometer van Vasto naar L’Aquila. In het algemeen klassement bleef Sam Oomen op de tiende plek, op 4.57 van Conti, de beste Nederlander.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden