Fini stuurt aan op breuk met Berlusconi
De rechtse oppositie in Italië valt uiteen. Haar omstreden leider Berlusconi werd bekritiseerd door bondgenoot Fini, op een congres waarop Fini's partij haar neofascistische verleden probeerde kwijt te raken....
Van onze correspondent
ROME
Met de zakenman Berlusconi gaat het beter dan ooit. De verdachte Berlusconi heeft nieuwe hoop. Maar de politicus Berlusconi is op zijn retour. Zijn overrompelende opmars van vier jaar geleden is een verre herinnering geworden. Tegenwoordig wordt de tv-koning belaagd door de rechters en zijn politieke rivalen, maar ook door zijn politieke vrienden.
De oorlog tussen het parket van Milaan en Berlusconi escaleert nog steeds. De verdachte heeft onbedoelde steun gekregen uit onvermoede hoek: die van de onderzoeksrechters zelf.
Sinds de jaren zeventig onderzoekt procureur Gherardo Colombo de corruptie van de politici. Alles wat hij omhoog spitte, kwam in de doofpot terecht. Totdat zes jaar geleden de Operatie Schone Handen begon. Maar toen het onderzoek de kopstukken bereikte, hernam de sabotage.
Vorige week zei Colombo te vrezen dat de grote verdachten vrijuit zullen gaan omdat hun processen door traagheid of tegenwerking niet op tijd kunnen beginnen. Veel corruptiemisdrijven verjaren volgend jaar. Colombo zei ook dat de politiek nog altijd een kwestie is van handjeklap.
De hele politieke wereld is over hem heengevallen. De minister van Justitie heeft een disciplinair onderzoek gelast. Superverdachte Berlusconi geniet.
Maar als politicus beleeft Berlusconi geen lol. Dat heeft hij te wijten aan zijn gedraai, gebrek aan visie, justitiële problemen en kapitale belangenconflicten. Oud-president Cossiga heeft een nieuwe centrumgroep gevormd. In het rechtse kamp heeft hij al 52 parlementariërs weggekaapt. Nog even, en Cossiga werpt zich op tot alternatief voor Berlusconi als leider van centrum-rechts.
Een echte dolkstoot is Berlusconi toegediend door zijn bondgenoot Gianfranco Fini. In 1993 was het Berlusconi die Fini, toen nog leider van de neofascistische MSI, uit zijn politieke getto haalde. Fini bouwde de MSI uit tot Nationale Alliantie en werd Berlusconi's trouwe partner, eerst in diens kortstondige regering in 1994, daarna in de oppositie.
Zonder Berlusconi was Fini bang naar zijn getto te worden teruggejaagd. Maar langzamerhand begint de ex-neofascist de tv-magnaat te zien als de beste garantie om nooit meer aan de macht te komen. Afgelopen weekeinde heeft Fini hem krachtig de les gelezen. Het was misschien nog geen breuk, maar het leek er veel op.
Op een congres in Verona wilde Fini bewijzen dat het neofascistische verleden voorbij is en dat zijn Nationale Alliantie een fatsoenlijk rechtse partij was geworden. Met gasten van de gaullistische UDR en de Amerikaanse Republikeinse Partij wilde hij aantonen dat hij voor zijn examen democratie was geslaagd. Cossiga gaf Fini direct de titel 'de Italiaanse Tony Blair van rechts'. En de linkse PDS promoveerde hem tot een betrouwbare partner, een verademing na de wispelturige Berlusconi.
Twee keer ging het mis op het congres. De poging om het vertrouwen te winnen van de joodse wereld mislukte. En Berlusconi kwam met vliegende vaandel en slaande trom zijn evangelie verkondigen alsof het zijn eigen congres was. Hij deelde vijfduizend exemplaren uit van het recente Franse boek over de verschrikkingen van het communisme. Hij fulmineerde tegen de Milanese rechters, die uit zouden zijn op de macht. En de staatkundige hervormingen kunnen wat Berlusconi betreft rustig worden uitgesteld, want 'ze zijn niet voorgeschreven door de dokter'.
Fini was razend. Italië, zei hij in zijn slotwoord, wordt niet geregeerd door een communistisch regime, maar door centrum-links. Zijn partij steunt de rechters en is alleen tegen de politieke ambitie van sommige magistraten. En staatkundige hervormingen zijn volgens Fini broodnodig.
En toen was het Berlusconi's beurt om razend te worden. Hij is bang door Fini en Cossiga buiten spel te worden gezet. In hoge nood heeft hij zich tot Liga-leider Bossi gewend, dezelfde die in 1994 zijn kabinet liet vallen.
Jan van der Putten