Fijn moeilijke dingen doen op hoogbegaafden-vwo
Nooit meer klassikaal onderwijs. Carlos van Baaren (11) en Fedde Vlietstra (12) stralen bij het vooruitzicht. 'Als zo'n meester de hele tijd staat te kletsen, kun je gewoon niet lekker doorwerken', vindt Carlos....
Carlos en Fedde zijn twee van de 23 leerlingen van het Olympium, de eerste middelbare school voor hoogbegaafde kinderen. De spiksplinternieuwe school heeft onderdak gevonden op een industrieterrein in Heerhugowaard, met uitzicht op de Gamma en McDonald's.
Initiatiefnemer F. Schirris, vader van twee hoogbegaafde kinderen, ziet de huisvesting als tijdelijk. 'Dit is het eerste jaar. Ik verwacht dat we over pakweg drie jaar ten minste tweehonderd leerlingen hebben, want de belangstelling is enorm. Maar veel ouders vinden het eng. Zij kijken liever een jaartje de kat uit de boom.'
Naar schatting 2,5 procent van de bevolking is hoogbegaafd: oftewel 400 duizend mensen. In het reguliere onderwijs hebben hoogbegaafde kinderen het vaak erg moeilijk. Fedde heeft drie basisscholen versleten. 'De meesters en juffen vonden me raar. De kinderen vonden me raar. Ik ben nu eenmaal anders', zegt Fedde. Uiteindelijk belandde hij met zijn IQ van 134 op een school voor moeilijk lerende kinderen.
'Dat is toch zonde', vindt Schirris. 'Deze jongen haalt lachend het vwo. Als het moet in de helft van de tijd.'
Zijn klasgenootje Carlos had niet zulke grote problemen in het gewone onderwijs. Maar hij herkent het verhaal van Fedde wel. 'Je bent anders. En je stoot elkaar af. Net als de minpuntjes van een magneet. Maar Fedde en ik: wij zijn een min en een plus. Wij trekken elkaar aan.'
Olympium maakt deel uit van de scholengemeenschap Huygenwaard in Heerhugowaard. De school kende al een aparte klas voor hoogbegaafden, maar dat was geen succes. 'In het hb-klasje zaten de buitenbeentjes. Het liep niet lekker. Te weinig personeel. Te weinig geld', zegt Schirris. Toen Huygenwaard ermee dreigde te stoppen, richtten de ouders van de hoogbegaafde leerlingen van Huygenwaard de stichting Ongekend Talent op. 'Er bestaan natuurlijk al heel veel van dit soort verenigingen, maar die vatten de koe niet bij de horens. Er had toch allang een school voor hoogbegaafden moeten zijn?', aldus Schirris.
De Olympium-leerlingen zullen nauwelijks klassikaal les krijgen. Samen met de docenten wordt voor elk kind een werkplan opgesteld. Dat werken de kinderen zelfstandig af. In hun eigen tempo. Als ze vast komen te zitten, kunnen ze bij de vakdocent aankloppen. Die houdt op vaste tijden een keer per week spreekuur. Leerlingen die daar niet op willen wachten, kunnen hun vraag ook e-mailen.
Alleen voor de moderne vreemde talen worden klasjes geformeerd. 'Spreekvaardigheid en luistervaardigheid oefenen moet je samen doen', vindt Schirris.
Er zijn dan ook nauwelijks klaslokalen op het Olympium. Er is een sociale ruimte om de krant te lezen, te kletsen of spelletjes te doen. Er is een werkruimte waar de computers staan en waar leerlingen ook werkstukken kunnen maken. En er is een leercentrum. Daar mag alleen geleerd en gelezen worden. In absolute stilte. De leerlingen mogen zelf weten waar ze verblijven.
Carlos heeft er ontzettend veel zin in. 'Ik hoop dat we moeilijke dingen mogen doen', aldus de 11-jarige die nu aan de tweede klas van het vwo begint. De dagelijkse treinreis vanuit Den Helder vindt hij geen bezwaar. 'Er is zoveel te zien als je naar buiten kijkt. Het is eigenlijk wel lekker.'
Fedde vindt het vooral prettig dat hij niet meer gepest wordt. En dat hij zich niet meer anders hoeft voor te doen om te voorkomen dat hij gepest wordt. Dat hij geen grove woorden meer hoeft te gebruiken om zijn zin te krijgen. 'Ik kan nu gewoon ''hou op'' zeggen als iets me niet bevalt in plaats van ''donderstraal op''.'
De Olympium-leerlingen doen gewoon zes jaar over hun vwo-opleiding en krijgen het gewone vwo-diploma. 'De meesten kunnen het eindniveau vwo ook binnen drie jaar halen', verwacht Schirris. 'Maar dat kan niet binnen de huidige regelgeving. We doen niets, maar dan ook helemaal niets buiten de regels om. Je moet de buitenwacht niet de strop leveren waarmee ze je kunnen opknopen.'
De studieduur van zes jaar wordt ook gehandhaafd omdat universiteiten zich geen raad zullen weten met kinderen van veertien die een vwo-diploma hebben. Om de zes jaar toch nuttig te gebruiken mogen de leerlingen zich uitgebreid oriënteren op de samenleving. Er zullen onder meer bedrijfsbezoeken worden georganiseerd.
Fedde wil later naar de universiteit, 'iets technisch doen'. Carlos wil accountant worden, of dierenarts. Maar voor hij nog meer vertelt, wil de 11-jarige eerst weten of alles wat hij zegt in de krant komt.