Ferrellles
Je vindt acteur Will Ferrell ( 46 ) geweldig of onvoorstelbaar flauw. Zijn nieuwste film, Anchorman 2, is in Amerika succesvol, maar wordt na lang aarzelen pas volgende week in Europa uitgebracht. Op zoek naar het geheim achter de echte Ferrell-humor.
Toen Will Ferrell in 1995 auditie deed voor Saturday Night Live (SNL), het grootste en belangrijkste comedyprogramma op de Amerikaanse televisie, had hij iets bijzonders in gedachten. Geïnspireerd door komiek Adam Sandler, die een paar jaar eerder SNL-producent Lorne Michaels onbedaarlijk aan het lachen had gebracht door tot vermoeiends toe te droogneuken met een stoel en daarop stante pede werd aangenomen, bedacht de 28-jarige Ferrell een plan. Hij zou, zo vertelde hij in 2003 aan tijdschrift Esquire, met een koffer vol nepgeld het kantoor binnenkomen en dan, op het moment dat Michaels zijn eerste vraag zou stellen, de stapels geld één voor één uit zijn koffer pakken en op tafel leggen. 'Lorne, je kunt zeggen wat je wilt. Maar jij en ik weten allebei waar het echt om gaat: cold, hard cash. Ik sta nu op en loop weg. Je kunt het geld pakken als je dat wilt. Of niet.' Om vervolgens weg te gaan en niet meer terug te komen.
Dat was het plan. Maar toen Ferrell met de koffer vol nepgeld het kantoor met producenten Lorne Michaels en Steve Higgins binnen liep, was de sfeer zo gespannen dat hij zijn act niet meer durfde op te voeren. In plaats daarvan bleef de koffer het hele gesprek naast hem staan. Nice briefcase, merkte Higgins nog wel even op.
Maar Ferrell werd wel aangenomen bij SNL en 1995 markeerde dus het begin van een carrière die net zo imposant werd als de snor van zijn bekendste karakter, Ron Burgundy. Volgende week komt Anchorman 2 - met Burgundy - uit in Nederland, meer dan drie maanden na de release in de Verenigde Staten. Het zag er zelfs even naar uit dat de film hier helemaal niet zou uitkomen. De resultaten van Anchorman 2 in de rest van Europa vielen namelijk tegen.
Het is het lot dat de films van Ferrell beschoren is. Elf, Old School, Anchorman, Stepbrothers, Semi-Pro, The Other Guys: in de Verenigde Staten zijn het succesfilms die een veelvoud opbrengen van wat ze gekost hebben. Maar hier niet. Zo bracht Talladega Nights, een comedy over de coureur Ricky Bobby, in totaal 163 miljoen dollar op. Slechts 9,1 procent daarvan kwam niet uit Amerikaanse portemonnees.
Misschien is het 'onze' humor niet. Misschien is het 'te Amerikaans'. Van (lompe) comedyfilms is bekend dat ze minder goed 'reizen' dan bijvoorbeeld de vele romantische komedies die wel de Europese bioscopen halen.
Hier zijn Ferrells films vooral voor de liefhebber; als een goed bewaard geheim van een toch wel vrij grote subcultuur. Films die je eindeloos vaak opnieuw kijkt en die ertoe leiden dat je met een complete vreemde in een innige omhelzing belandt nadat je samen, synchroon, letter voor letter, een dialoog uit Anchorman hebt opgedreund. Er is zoiets als de geschokte, verbaasde, overrompelde, betraande schaterlach. Al dan niet een handje geholpen door wat rookwaar. En Will Ferrell is de krankzinnige koning van die lach.
Er viel helemaal niets te beleven in Irvine, een slaperig stadje in het Californische Orange County, waar John William Ferrell opgroeide. 'Ik had niet het overlevingsinstinct dat andere komieken hebben', zei hij in 2008 over zijn onbezorgde, saaie jeugd tegen een lokale krant in Californië. 'Voor mij was het het tegenovergestelde: de humor doorbrak de verveling.'
Ferrell was een rustig kind, geen schim van de bij vlagen krankzinnige, soms gewelddadige en immer messcherpe karakters die hij later zou vertolken. Als de kleine Will op een zaterdagochtend wakker werd en iedereen in huize Ferrell nog sliep, speelde hij Monopoly. In zijn eentje. Ook op school hield hij zich gedeisd, op een enkele uitbarsting na. Toen een wiskundeleraar aankondigde dat de klas wat oefeningen moest gaan doen, sprong Ferrell op uit zijn stoel en begon midden in de klas kniebuigingen te maken.
Na zijn studie sportjournalistiek belandde Ferrell bij The Groundlings, een improvisatieclub in Los Angeles. Daar trok hij de aandacht van Lorne Michaels, die in Los Angeles op jacht was naar talent dat SNL nieuw leven kon inblazen.
Een van Ferrells beste - en kenmerkendste - SNL-sketches was een parodie op VH1 Storytellers, een programma waarin muzikanten het verhaal achter hun grootste hits vertellen en die opvoeren. In de sketch persifleert Ferrell zanger Neil Diamond en zet hem neer als een racistische, drugs gebruikende pornoverslaafde. 'Weinig mensen weten dat ik mijn creatieve brandstof haal uit mijn immense haat jegens immigranten', zegt hij dan, om vervolgens Diamonds hit America in te zetten.
Legendarisch is ook de sketch die Ferrell opvoerde met acteur Christopher Walken en de leden van de band Blue Oyster Cult. Ferrell speelt de dikbuikige Gene Frankle, wiens pens onder zijn te strakke shirt uitkomt en die tijdens het nummer Don't Fear The Reaper als een bezetene op een koebel ramt. Walkens uitspraak 'Gotta have more cowbell' staat met vergulde sierletters in de annalen van de popcultuur.
'Will is de lijm die de show bij elkaar houdt', zei Lorne Michaels in 1998 tegen People. 'Hij is de eerste keus van de schrijvers voor bijna elke sketch.'
Zowel Diamond als Frankle is een lomp, veel te aanwezig karakter met een schrijnend gebrek aan zelfbewustzijn, wars van elke vorm van empathie. Het zijn de kenmerken van veruit de meeste karakters die Ferrell ook in de jaren na SNL zou neerzetten in zijn films. Of het nou gaat om nieuwslezer Ron Burgundy uit Anchorman, basketbalster Jackie Moon uit Semi-Pro, of Chazz Michael Michaels uit de kunstschaatsfilm Blades Of Glory: Ferrell is de meester in het neerzetten van de, zoals hij het zelf noemt, macho-idiot.
Zijn humor is niet bepaald subtiel. Het is schreeuwerig, hard, overrompelend, niet aan te ontkomen. Die komische woede onderscheidt hem ook van collega's als Ben Stiller, Vince Vaughn en Owen Wilson. Voor Ferrell geldt: of je houdt van hem met heel je hart, of je vindt hem kinderachtig en melig. Een kwalificatie als 'wel aardig' zul je niet snel tegenkomen.
'Toen ik begon met comedy wist ik dat ik waarschijnlijk niet de spitsvondigste was, niet iemand die op zijn voorvoeten staat', zei Ferrell tegen Esquire. 'Maar ik garandeer één ding en dat is dat ik me niet inhoud. Ik vind het grappiger in een scène zo hard tegen iemand te gillen dat je bijna je stem verliest in plaats van gewoon te schreeuwen .'
En dan is er nog zijn voorkomen. Met 1,91 meter en een verleden als football-speler is Will Ferrell een imposante verschijning. Tegelijkertijd ziet hij er met zijn schattige krullen, Amerikaanse kaaklijn en vriendelijke blauwe ogen net zo dreigend uit als een Toyota Prius. Hij is een grote, vriendelijke reus. Maar wel een labiele: eentje vanvan wie je weet dat hij onherroepelijk een keer ontploft. Zelfs zijn karakter Allan Gamble, een keurige, sukkelige politieagent uit The Other Guys, die liever papierwerk invult op het bureau dan boeven vangt op straat, beleeft een geweldige, typisch Ferrelleske meltdown.
Maar hij kan meer. In het tragikomische Everything Must Go speelt hij loser Nick Halsey, die op één dag zijn baan, zijn vrouw en zijn huis kwijtraakt en noodgedwongen een paar dagen in zijn voortuin bivakkeert. Hier geen geschreeuw of andere gekkigheid, maar een koppige, emotionele Ferrell, zwelgend in de destructieve gelatenheid van een recidiverend alcoholist. Eerder overtuigde hij in het abstracte Stranger Than Fiction als een belastinginspecteur die plots onderwerp wordt van een roman, waarvan alleen hij de vertellende stem hoort. En dan is er nog Casa de mi padre, een bizarre film in de stijl van een overdreven dramatische Spaanstalige soap.
Het zijn uitstapjes die stiekem doen denken aan een van de voorbeelden van Will Ferrell: die acteur die net als hij begon bij Saturday Night Live en daarna naam maakte met grote, maar ook belangrijke kleinere films waarin hij niet altijd de grapjas uithangt. Misschien treedt Will Ferrell ooit nog in de voetsporen van Bill Murray. Misschien. Eerst nog even Anchorman 2.
Anchorman 2 draait vanaf 27 maart in de bioscoop.
Extra: Satire op zaterdag
Zijn faam dankt Will Ferrell bovenal aan het satirische Amerikaanse tv-programma Saturday Night Live, waarin in de loop der jaren, sinds 1975, een eindeloze reeks Amerikaanse acteurs en komieken optrad. Onder hen John Belushi, Chevy Chase, Dan Aykroyd en Bill Murray. Van 1995 tot 2002 was Ferrell niet weg te denken bij het comedyprogramma en maakte hij naam met imitaties van onder anderen senator Ted Kennedy, presentator James Lipton en, vooral, president George W. Bush.
Extra: Best of
Een best of Will Ferrell maken is eigenlijk ondoenlijk. Hij maakte talloze films, televisieprogramma's, sketches en dan zijn er nog alle interviews en zijn optredens bij talkshows. Hier vier alleraardigste Ferrellmomenten.
The Landlord
Samen met boezemvriend en regisseur Adam McKay richtte Will Ferrell in 2007 Funny Or Die op, een videowebsite waarvoor gebruikers filmpjes kunnen insturen, maar waarop ook vaak sketches van eigen makelij verschijnen.
De allereerste was The Landlord, waarin Ferrell en McKay bezoek krijgen van hun huisbaas, gespeeld door Pearle, de 2-jarige dochter van McKay. Pearle, gestoken in vrolijk jurkje, is vastbesloten de huur te innen. 'Ik wil mijn geld, bitch!', gilt ze tegen Ferrell. Als hij zegt dat hij blut is, is Pearle's ijskoude antwoord: 'Ik laat je eruit zetten.'
Wake up, Ron Burgundy
Bij de opnamen voor de eerste Anchorman-film was zo veel materiaal geschoten, dat Ferrell en de zijnen uit al het restmateriaal een tweede, alternatieve versie maakten.
Wake Up, Ron Burgundy zit vol fragmenten die in het origineel niet hadden misstaan. Bijvoorbeeld de scène waarin Ron Burgundy, Champ Kind, Brian Fantana en Brick Tamland verdwaald raken in de bergen en ze al na een paar minuten denken dat hun niets anders rest dan kannibalisme.
Dubya
Will Ferrell deed in zijn SNL-tijd veel imitaties, maar zijn persiflage van George W. (double u, Dubya) Bush is ongeëvenaard. Zelf een overtuigd Democraat, zette Ferrell Bush jr. neer als een hersenloze cowboy met een spraakgebrek. Ferrell bedacht de term 'strategery', een zogenaamd Bushisme dat, zo wil de legende, op een gegeven moment zelfs door de staf in het Witte Huis gebruikt werd. Moeilijk kiezen welke Bush-sketch de beste is, maar die waarin Dubya praat over global warming kun je ruim tien jaar na dato nog gerust kijken.
The Other Guys
Een van de weinige films waar Ferrell niet de macho-idioot speelt. Samen met Mark Wahlberg vormt Ferrell een rechercheursduo, de lachertjes op een politiebureau waar ook Samuel L. Jackson en Dwayne 'The Rock' Johnson (heel even) emplooi vinden. Wahlberg is de licht ontvlambare, aan lager wal geraakte topagent en Ferrell de slaapverwekkend saaie cijferneuker met een gebrek aan testosteron en een voorliefde voor papierwerk. Totdat hij halverwege de film wordt herinnerd aan zijn inktzwarte verleden als amateurpooier op de universiteit. Plots, tijdens een etentje met zijn vrouw (Eva Mendes) zakken Ferrells wenkbrauwen over zijn ogen, zakt zijn stem en komt de oude 'Gator' naar boven. 'In mij huist iets zwarts en slechts. Het wil eruit, het wil vrij rondlopen. Het wil geld hebben en schoenen kopen. En vooral wil het op mensen af lopen en zeggen: 'Hey, Gator, don't play no shit!''
undefined