'Familiedrama' is feitelijk gezinsdoding
'Assense weduwnaar doodt zijn drie kinderen en verhangt zich', zo bericht de Volkskrant op 20 maart 1996. De kop laat er geen enkel misverstand over bestaan wat zich in Assen heeft afgespeeld. Feitelijker kan haast niet, toch ligt er een eindeloos drama in deze woordencombinatie besloten. Tegenwoordig zou voor een minder expliciete kop zijn gekozen. 'Vier doden bij familiedrama Assen', bijvoorbeeld. Als ware het een onafwendbaar noodlot met enkel gelijkwaardige slachtoffers.
Afgelopen week stoorden lezers zich aan het 'vergoelijkende taalgebruik' in de berichtgeving over de dood van de bankier, zijn vrouw en dochter. 'Oud-topman ABN Amro omgekomen bij gezinsdrama Laren', kopte de krant zaterdag online. Op maandag dook op verschillende plekken het woord 'familiedrama' op. Waarom gebruikt de krant een eufemisme voor zoiets gruwelijks als 'meervoudige moord', vroegen lezers zich af.
De verslaggeefster zegt dat ze niet heeft stilgestaan bij het gebruik van 'familiedrama'. Zij baseerde zich op informatie van de politie, die in een persbericht 'sterke vermoedens van een familiedrama' zei te hebben - alsof het hier een apart delict betreft.
De populariteit van de term verbaast me. Ten eerste is die niet feitelijk. Er zijn zoveel familiedrama's - van testamentruzies tot ernstig kindermisbruik - die niet tot doden leiden. Daarentegen schuilt achter veel moord en doodslag een drama. Maar als een man zijn vrouw neersteekt, noemen we dat niet 'relationeel drama kost echtgenote het leven'. Wanneer een dronken bestuurder een kind doodrijdt, heet dat evenmin 'verkeersdrama'. Bovendien roept 'familiedrama' associaties op met theater en televisieseries.
Om de zoveel jaar laait de discussie over de term op. Meestal gaat die hand in hand met de roep om terughoudende berichtgeving. In 1997 pleitte een psycholoog voor een mediastilte na vijf 'kindermoorden' ('familiedrama' kwam nog maar sporadisch voor). Er zou sprake zijn van 'imitatiegedrag'. De toenmalige minister van Justitie verordonneerde mondjesmaat informatie aan de media te verstrekken. Eenzelfde discussie herhaalde zich in 2007 en 2009. Daarbij werd ook het begrip 'familiedrama' - dat inmiddels in zwang was geraakt - betrokken. Het zou depressieve ouders het laatste zetje kunnen geven omdat 'drama' erkenning voor hun problemen zou betekenen.
Ook nu refereren lezers aan de kwalijke gevolgen van de term. 'Ik denk dat het in de finale afweging van daders uit kan maken wanneer hij of zij beseft dat je na de dood 'weggezet' wordt als laffe kindermoordenaar of als slachtoffer van een familiedrama', mailt een lezer.
Er bestaat evenwel geen wetenschappelijk bewijs voor imitatiegedrag bij gezinsdoding, zeggen twee deskundigen van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) desgevraagd. Wel is een verband vastgesteld tussen gedetailleerde berichtgeving over suïcide en imitatiegedrag. Hetzelfde geldt voor school shootings in de VS. Bij familiedoding is die besmetting niet aangetoond, maar ook niet onderzocht. De deskundigen sluiten niet uit dat dit effect wel kan optreden als er sensationeel en emotioneel wordt bericht. Ze bepleiten terughoudendheid.
Dat lijkt mij gepast, maar het vereist een zekere zelfregulering. Een mediacode instellen, waarvoor eerder is gepleit, heeft geen zin. De kans dat sociale media en kranten die foto's van slachtoffers afdrukken zich hieraan committeren, lijkt klein. De Volkskrant heeft kortom een eigen verantwoordelijkheid.
Die begint wat mij betreft met het vervangen van het woord 'familiedrama' door 'gezinsdoding'. Dat is feitelijk en neutraal. 'Meervoudige moord' of 'gezinsmoord' is minder precies vanwege de strafrechtelijke lading. Moord impliceert dat met voorbedachten rade is gehandeld en er sprake was van een bepaalde mate van toerekeningsvatbaarheid. Als de dader zelfmoord heeft gepleegd, kan de rechter dat niet meer vaststellen.
Inhoudelijk zal de redactie telkens zorgvuldig moeten afwegen welke informatie maatschappelijk relevant is en welke louter voorziet in sensatiezucht. Maandag bracht de krant interessante stukken over een nieuwe methode waarmee het NIFP motieven van gezinsdoders onderzoekt. Gelukkig bleef de straatreportage met anonieme buren - 'het was zo'n gewone man' - achterwege. Feitelijk en nuchter moet de toonzetting zijn. Dat let nauw. Zo was het woord 'verhangt' in de kop over Assen uit 1996 een detail te veel.
undefined