Expansiedrift jaagt bedrijven dijk over
Steeds meer grote Nederlandse bedrijven worden steeds minder Nederlands. Reed Elsevier verkoopt de Dagbladunie om zijn geld in winstgevender zaken elders te investeren, Fortis loopt CLBN mis maar acquireert in België, en Ahold koopt een zoveelste supermarkt in de VS....
Van onze economische redactie
AMSTERDAM
Toch moet het tanende Nederlandse karakter van wat er aan het Damrak genoteerd staat, niet gezien worden als een teloorgang van vaderlands erfgoed. Er is eerder sprake van steeds meer expansie buiten de grens door bedrijven die het land ontgroeien. De concentratie gaat door en grenzen vervagen.
Nederlandse bedrijven zitten op grote zakken geld, harde guldens. De investeringen van Nederlandse bedrijven in het buitenland zijn de laatste jaren spectaculair gestegen. Nederland was al één van de landen met enorme buitenlandse investeringen. Dit beeld wordt weliswaar enigszins vertekend door het grote aantal buitenlandse bedrijven dat hier om fiscale redenen een holding hebben. Maar vorig jaar bedroegen de directe Nederlandse investeringen in het buitenland 21 miljard gulden, terwijl er maar voor krap 6 miljard naar Nederland vloeide.
De groei van de investeringen in het buitenland zal deels komen doordat het vestigingsklimaat in Nederland minder aantrekkelijk is geworden. Wellicht belangrijker is dat het gewoon goedkoop is om de grens over te gaan. Je krijgt nu eenmaal veel voor een gulden.
Bedrijven die naar het buitenland trekken, zijn vooral op zoek naar ruimte om te groeien. In een redelijk verzadigde Nederlandse markt wordt groeien steeds moeilijker, anders dan door overnames.
Maar overnames liggen niet voor het oprapen. En zelfs als de Nederlandse markt nog mogelijkheden biedt, worden bedrijven soms nog gedwongen de grens over te gaan. Zo was Fortis in eerste instantie meer geïnteresseerd in CLBN dan in het Belgische NMKN.
Het financiële conglomeraat, dat in 1992 is opgezet als holding boven de Nederlandse verzekeraar Amev en het Belgische financiële concern AG, wil doorgaan met groeien. Met CLBN, de vierde bank van Nederland, was het bankbedrijf van Fortis in één klap groot geweest. Maar Fortis viste achter het net en voor er een andere Nederlandse overnamekandidaat gevonden werd, diende zich een mogelijkheid in België aan. Met NMKN zullen in plaats van de ruim 2600 Nederlandse werknemers van CLBN er 967 Belgische onder de Fortis-paraplu bijkomen.
Na de overname van het Belgische ASLK kwam vorig jaar nog maar 22 procent van de omzet van Fortis uit Nederland en 50 procent uit België. Door de aankoop van NMKN verschuift dat verder in het voordeel van België en het is te verwachten dat die trend doorgaat. In België zijn her en der nog wel overnamekandidaten, maar in Nederland beginnen ze op te raken.
Het gebrek aan geschikte Nederlandse overnamekandidaten lijkt ook Reed Elsevier het land uit te drijven. De geplande verkoop van de kranten en tijdschriften is ingegeven door het al oude streven om op te klimmen in de informatiepiramide. Elsevier wil al sinds jaar en dag steeds hogere rendementen en die zijn nu eenmaal niet te krijgen in de verzadigde dagbladmarkt. De specialisatie naar andere media was al eerder ingezet, met de aankoop van de grote Amerikaanse databank Lexis-Nexis als voorlopig indrukwekkend hoogtepunt.
Maart internationalisatie was voor Elsevier al langer een doel op zich. Al vóór de fusie begin 1993 met het Britse Reed was de, toen nog pur sang, uitgever op zoek naar activiteiten in Engelstalige gebieden. Door de fusie werd het bedrijf, dat bijna 40 procent van zijn omzet in Nederland behaalde, in één klap een international die minder dan 20 procent van de omzet in de vroegere thuismarkt behaalt.
Door de verkoop van de Dagbladunie en Bonaventura zou de Nederlandse omzetbijdrage van rond de 16 procent naar 11 procent gaan. Maar als de opbrengst van de verkoop dan uiteindelijk ook in een acquisitie in het buitenland is gestoken, zal dit percentage waarschijnlijk onder de 10 procent komen. Ook het aantal Reed Elsevier-werknemers in Nederland, momenteel 4.500 op een totaal van 30 duizend wereldwijd, zal door de verkoop met bijna de helft verminderen.
Wat er van Elsevier in Nederland overblijft, de wetenschappelijke uitgaven, het gelijknamige weekblad, een hoofdkantoor, een deel van de directie en een notering op de beurs, is op één hand te tellen. De situatie begint op die van Unilever en Koninklijke Olie te lijken.
Een ander verhaal lijkt Ahold. Voor het detailhandelsconcern werd het steeds moeilijker om marktaandeel te winnen. Om verder te groeien is de oversteek naar de VS gemaakt. Ahold is niet via een alliantie onder een overkoepelende organisatie terecht gekomen. Nagenoeg uitgegroeid in Nederland, waar het een marktaandeel van meer dan 25 procent heeft, is het op eigen kracht de Amerikaanse markt opgegaan en genereert daar nu de helft van de jaarlijkse omzet. Ahold wordt inmiddels gezien als een half Amerikaans, half Nederlands bedrijf, waarbij de zwakke dollar het alleen in de wielen rijdt bij de omrekening van de Amerikaanse winst in Nederlandse guldens.
Maar de meeste buitenlandse groei komt voort uit allianties met één buitenlandse partner. Akzo's overname van Nobel en ING's indrukwekkende move met Barings liggen nog vers in het geheugen. Het gaat wel niet om zulke spectaculaire bedragen, maar de trend is er één van concentratie, net als in de Verenigde Staten. En net als Amerika lijkt ook Europa nog niet uitgeconcentreerd, al zal het aantal binnenlandse overnames kleiner worden.
Er zijn genoeg bedrijven die openlijk met plannen rondlopen. KLM is al sinds jaar en dag op zoek naar een Europese partner en heeft laten weten die nu in het zuiden te zoeken. DSM heeft aangekondigd te willen acquireren in specialty chemicals, een sector waar in Nederland weinig te koop is.
De internationale markten gaan verder open en de deregulering schrijdt voort. Nu de binnenlandse mogelijkheden steeds meer opdrogen, zullen fusies achter de dijken nog schaarser worden. Wie nog wil groeien, zal ook in de toekomst toch echt de dijk over moeten.
Esther Hansen-Löve