Exodus Serviërs eindigt in buitenhuisjes

Iedereen vertrekt uit Grbavica, een Servische buitenwijk van Sarajevo. Op de trottoirs voor de huizen staat alles wat mensen met een leven lang werken hebben vergaard: een bankstel, een schemerlamp en een dressoir....

BART RIJS

Van onze correspondent,

Bart Rijs

GRBAVICA

Dan beginnen de spullen van de trottoirs te verdwijnen. Gammele vrachtwagens rijden de bankstellen, schemerlampen en dressoirs met brullende motor de berg op, de stad uit.

Sommigen vertrekken verbitterd. Als ze wegrijden, slingeren ze verwensingen naar de hoofden van de patrouillerende NAVO-soldaten. Wat ze niet in hun vrachtwagens konden laden, steken ze in brand. Elk uur stijgt er weer ergens een zwarte rookpluim op, maar niemand die zich daar nog om bekommert.

Sommigen vertrekken bedroefd, gelaten zitten ze op de stoep de komst van hun vrachtwagen af te wachten. 'Ik wil niet weg, maar iedereen gaat, dus moet ik wel mee', zucht Neven. Hij wijst op de bomen in zijn tuin en noemt de jaren waarin ze zijn geplant: de dikste boom, een den, is veertig jaar oud. Neven zou het niet over zijn hart kunnen verkrijgen zijn huis in brand te steken. 'Ik laat alles netjes achter, dan kunnen er misschien nog mensen van de andere kant in wonen.'

Maar uiteindelijk rijden ze allemaal de stad uit, werpen een laatste blik op de wijk, en dan zijn ze voorgoed vertrokken.

Dezer dagen speelt zich het laatste bedrijf af in het drama van Sarajevo, dat begon toen Servische milities de stad in het voorjaar van 1992 van de buitenwereld afsloten. Ze veroverden de buitenwijken, maar konden niet doordringen tot het hart van de stad. De frontlijn deelde woonwijken, flatblokken en zelfs sommige huizen in tweeën. Maandag wordt Grbavica, de laatste Servische buitenwijk, overgedragen aan de Bosnische federatie en is Sarajevo weer verenigd.

Maar Sarajevo heeft weinig meer van de bruisende, multi-etnische gemeenschap van voor de oorlog. Met elk kind dat door sluipschutters werd doodgeschoten, met elke mortiergranaat die een paar ledematen afrukte en met elke door de honger verloren kilo, nam de traditionele verdraagzaamheid verder af. Tienduizenden jonge, hoog opgeleide stadsbewoners zochten een goed heenkomen in Berlijn, Toronto, Sidney en Auckland. Hun flats werden ingenomen door Moslims die waren verdreven van het platteland en die vaak alle reden hadden de Serviërs te haten.

Als de inwoners van Sarajevo de Servische exodus uit de wijken rond de stad niet met genoegen aanzien, dan met onverschilligheid. De paar duizend Serviërs die zijn achtergebleven - meest bejaarden - worden volgens de internationale politiemacht 'systematisch geïntimideerd en geterroriseerd'. Moslimbendes jagen de Serviërs uit hun huizen en plunderen hun bezittingen, de Bosnische federale politie kijkt toe. 'Het treurige resultaat is dat Sarajevo straks etnisch zuiver zal zijn,' zegt politiewoordvoerder Alexander Ivanko.

De Servische exodus is een ernstige tegenslag voor het vredesakkoord, dat althans op papier uitgaat van het geleidelijk herstel van een multi-etnische Bosnische staat. De zestigduizend man sterke NAVO-vredesmacht heeft de vijanden uit elkaar gehaald, maar geen militaire macht ter wereld kan hen dwingen tot samenleven.

De Bosnisch-Servische leiders hebben de angst van hun volksgenoten in Sarajevo aangewakkerd tot een ware paniek. Ze lieten bedrijven, ziekenhuizen en scholen ontdoen van alles van enige waarde. Alle elektriciteitstrafo's en waterpompen zijn weggehaald, zodat Grbavica al dagen zonder water en stroom zit. De mensen moeten zich behelpen met kaarsen en het smeltwater dat van de daken druppelt. Zelfs het bos op de helling boven de wijk wordt in hoog tempo gekapt en het hout naar de Servische kant van de grens versleept.

Radovan Karadzic, de 'president van de Servische Republiek', spiegelde zijn mensen een gloednieuw Servisch Sarajevo voor in de bergen boven de stad. Een architectenbureau in Belgrado ontwierp in zijn opdracht een plan voor een grandioze hoofdstad met 200 duizend inwoners. Karadzic verscheen zelf op tv om de maquette toe te lichten: er zou een enorme kathedraal komen, een universiteit, een nationaal museum, groene buitenwijken, alles verbonden door imposante boulevards. Alleen hoe de straatarme Servische Republiek aan de 11 miljard Duitse mark moest komen voor de bouw van de stad, vergat hij erbij te zeggen.

Mladen Zivanovic wil niets meer horen van de mooie beloften van de Bosnisch-Servische leiders. In wat 'het recreatiegebied van Servisch Sarajevo' zou moeten worden - de ruige, met dicht naaldbos bedekte Jahorina-berg - laadt hij zijn huisraad uit een vrachtwagen. Kamerplanten, kastjes en stoelen staan in de diepe sneeuw. Hij verruilt Grbavica voor een wrakkig vakantiehuisje. 'Wij zijn beter af dan de meeste anderen', beseft hij. 'Maar wat moet ik hier met mijn familie? Hier woont geen mens, hier is geen werk.'

In de villa die dienst doet als bureau van de internationale politie in Grbavica wachten mensen om zich te laten registreren. Zij willen blijven. Het zijn voornamelijk bejaarde Moslims en Kroaten die door de Serviërs tijdens de etnische zuiveringen zijn vergeten. De politie schat dat er zo'n duizend mensen in de wijk zullen blijven.

Angst, niet de wens tot verzoening, heeft Muharem, een bejaarde Moslim, Dusko, een Servische advocaat en Ankica, zijn Kroatische echtgenote, aan het slot van de oorlog samengebracht.

Afgelopen week drong een Servische bende de flat van Muharem binnen. Ze sloten hem op in zijn wc met de woorden dat ze nog wel met hem zouden afrekenen als ze klaar waren met de spullen. Toen zijn onderburen hem zeven uur later bevrijdden, was zijn huis leeg. Hij bezit niets anders meer dan zijn kleren.

Dusko en Ankica hebben hem opgenomen in hun huis. Liefdevol slaat Dusko zijn arm om de schouders van de bejaarde Moslim. 'Opa is onze levensverzekering.' Ze zijn van plan om in Grbavica blijven. Niet voorgoed, maar tot de tijd dat ze hun huis voor een redelijke prijs van de hand kunnen doen. Zij beschermen Muharem in de hoop dat zijn aanwezigheid hen zal beschermen als de Bosnische autoriteiten Grbavica hebben overgenomen.

Gedrieën proberen ze zich zo goed mogelijk te verscholen te houden. Ze zijn bang dat iemand het huis in brand zal steken wanneer bekend wordt dat ze blijven. 'De komende tijd houden we ons heel, heel stilletjes.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden