Examens 2015: 'De meeste vragen heb ik wel behandeld in mijn video's'

Zo'n tweehonderdduizend Nederlandse scholieren zijn begonnen aan hun eindexamen. De examenperiode duurt tot het eind van de maand mei. In juni zijn er herexamens. De Volkskrant doet verslag:

Redactie
De Haarlemse scholieren Laura, Roos en Puck (vanaf links) bereiden zich in de tuin voor op het eindexamen Beeld Julius Schrank
De Haarlemse scholieren Laura, Roos en Puck (vanaf links) bereiden zich in de tuin voor op het eindexamenBeeld Julius Schrank

Vraag van de dag

Stanyl® is een hittebestendig polymeer dat bij ongeveer 300 °C vloeibaar wordt. Het is een condensatiepolymeer van de monomeren hexaandizuur en 1,4-butaandiamine. Stanyl® wordt onder andere toegepast in printplaten van computers en mobieltjes. Doordat het pas bij hoge temperatuur vloeibaar wordt, is solderen mogelijk zonder dat de printplaat smelt of krom trekt.

1) Geef een gedeelte van een molecuul Stanyl® in structuurformule weer. Dit gedeelte moet komen uit het midden van het molecuul en bestaan uit één eenheid van elk van beide monomeren.

Het antwoord op de vraag van de dag. Beeld
Het antwoord op de vraag van de dag.Beeld

Examens 2015: 'De meeste vragen heb ik wel behandeld in mijn video's'

'Het scheikunde-examen was een net examen, als ik het zo bekijk. Wel begreep ik van mijn leerlingen dat het examen vrij lang was. Ook de besten hadden de maximaal beschikbare tijd nodig.

Er zaten weinig vreemde vragen in. Het begint bijvoorbeeld met een vraag over Stanyl®, een hittebestendig polymeer. Dat is echt een inkomvraag, die iedereen makkelijk zou moeten kunnen oplossen. Bij veel vragen moesten de kandidaten chemisch rekenen of een halfreactie opschrijven.

Het meeste heb ik wel behandeld in mijn video's. Ik maak uitlegvideo's over onderwerpen die ik al tig keer in de klas heb behandeld en waarvan ik de uitleg heb geperfectioneerd. Die maak ik voor mensen die een les gemist hebben of vlak voor een repetitie of examen nog een keer naar de uitleg willen luisteren.

Ik hamer daarin altijd erg op het gebruik van een standaard werkwijze. Bij chemisch rekenen wil ik bijvoorbeeld dat mijn leerlingen altijd eerst de formule opschrijven, daaronder de hoeveelheden uitgedrukt in mollen en daaronder alles wat niet in mollen is uitgedrukt, zoals grammen, centiliters, concentraties, enzovoorts. Als je het op die manier aanpakt, blijken veel vragen uit het examen op elkaar te lijken.

Daarnaast maak ik examenfilmpjes waarin ik examenvragen maak. Dat doe ik bewust zonder me voor te bereiden en zonder van tevoren naar het antwoordmodel te kijken. Zo dwing ik mezelf écht na te denken over de vragen, en elke denkstap te benoemen. Als ik het antwoord al zou weten, ga ik er naartoe werken. Daar worden de filmpjes minder goed van.

Natuurlijk blijkt achteraf weleens dat ik niet het goede antwoord heb gegeven. Dat ontdek ik tijdens het maken van het filmpje, en dan corrigeer ik het. Dat filmpje zet ik toch online; later maak ik nog een filmpje waarin ik het wel direct goed doe.

Dit jaar heb ik weinig nieuwe filmpjes gemaakt. De exameneisen van wiskunde B, natuurkunde en scheikunde veranderen volgend jaar. Dat zie ik als een nieuwe kans. Er zijn filmpjes uit de begintijd die wel wat beter kunnen. Nu de examenstof verandert, moet ik een hele nieuwe serie uitlegvideo's opnemen. Daar ga ik tijd voor vrijmaken.'
'Het scheikunde-examen was een net examen, als ik het zo bekijk. Wel begreep ik van mijn leerlingen dat het examen vrij lang was. Ook de besten hadden de maximaal beschikbare tijd nodig.

Er zaten weinig vreemde vragen in. Het begint bijvoorbeeld met een vraag over Stanyl®, een hittebestendig polymeer. Dat is echt een inkomvraag, die iedereen makkelijk zou moeten kunnen oplossen. Bij veel vragen moesten de kandidaten chemisch rekenen of een halfreactie opschrijven.

Het meeste heb ik wel behandeld in mijn video's. Ik maak uitlegvideo's over onderwerpen die ik al tig keer in de klas heb behandeld en waarvan ik de uitleg heb geperfectioneerd. Die maak ik voor mensen die een les gemist hebben of vlak voor een repetitie of examen nog een keer naar de uitleg willen luisteren.

Ik hamer daarin altijd erg op het gebruik van een standaard werkwijze. Bij chemisch rekenen wil ik bijvoorbeeld dat mijn leerlingen altijd eerst de formule opschrijven, daaronder de hoeveelheden uitgedrukt in mollen en daaronder alles wat niet in mollen is uitgedrukt, zoals grammen, centiliters, concentraties, enzovoorts. Als je het op die manier aanpakt, blijken veel vragen uit het examen op elkaar te lijken.

Daarnaast maak ik examenfilmpjes waarin ik examenvragen maak. Dat doe ik bewust zonder me voor te bereiden en zonder van tevoren naar het antwoordmodel te kijken. Zo dwing ik mezelf écht na te denken over de vragen, en elke denkstap te benoemen. Als ik het antwoord al zou weten, ga ik er naartoe werken. Daar worden de filmpjes minder goed van.

Natuurlijk blijkt achteraf weleens dat ik niet het goede antwoord heb gegeven. Dat ontdek ik tijdens het maken van het filmpje, en dan corrigeer ik het. Dat filmpje zet ik toch online; later maak ik nog een filmpje waarin ik het wel direct goed doe.

Dit jaar heb ik weinig nieuwe filmpjes gemaakt. De exameneisen van wiskunde B, natuurkunde en scheikunde veranderen volgend jaar. Dat zie ik als een nieuwe kans. Er zijn filmpjes uit de begintijd die wel wat beter kunnen. Nu de examenstof verandert, moet ik een hele nieuwe serie uitlegvideo's opnemen. Daar ga ik tijd voor vrijmaken.'

De YouTube-leraar Jan Willem Eckhardt (35)

Functie: docent natuurkunde/scheikunde en eigenaar huiswerkbegeleidingsinstituut
Werkt met filmpjes op internet sinds: 2012
Aantal filmpjes: 1.400+
Best bekeken filmpje: Wiskunde Bep. integralen en substitutie (14.956 views)
Internet: examenuitleg.nl

Vraag van de dag

Hollywoodfilms zijn een belangrijk Amerikaans exportproduct. De export van Hollywoodfilms heeft niet alleen betrekking op de economische dimensie.

Geef aan
- op welke dimensie de export van Hollywoodfilms nog meer betrekking heeft;
- met welk begrip de wereldwijde invloed van Hollywoodfilms vanuit deze dimensie wordt aangeduid

Antwoord
- de (sociaal-)culturele dimensie
- amerikanisering/verwestering

'Ik probeer altijd de lesstof voor de leerlingen tastbaar te maken'

Eigenlijk zijn we dagelijks bezig met aardrijkskunde. Kijk maar naar de actualiteit. De aardbeving in Nepal bijvoorbeeld: hadden we deze kunnen voorspellen en de schade kunnen beperken? Of de bootvluchtelingen uit Afrika: helpt het als we de boten van smokkelaars vernietigen? Of zorgt dat ervoor dat de migratiestroom zich slechts verplaatst naar een andere plek?

In het examen kwam dat ook terug bij opgave 6, over Hollywoodfilms - iedereen kijkt wel-eens naar zo'n film. Bij deze vraag moesten leerlingen aangeven op welke dimensies de export van Hollywoodfilms betrekking heeft en met welk begrip de wereldwijde invloed van Hollywoodfilms wordt aangeduid.

Het antwoord? Films gaan onder andere over kleding en hoe mensen met elkaar omgaan. Dat heeft dus betrekking op de (sociaal-)culturele dimensie. Het juiste antwoord op de tweede vraag is 'amerikanisering.' Andere westerse landen lijken steeds meer op Amerika. Maar dat gaat met name over materiële kenmerken. Merken als Apple en Coca-Cola zijn typisch Amerikaans, maar je komt deze merken overal tegen. Het zorgt er onder andere voor dat veel mensen vrezen dat de wereldbevolking langzaam verandert in een eenheidsworst.

Landen nemen Amerikaanse producten over, maar gedeeltelijk met behoud van hun identiteit. Zo heb je Bollywood als tegenreactie op Hollywood. Die filmindustrie is nog veel groter dan de Amerikaanse. Tegenwoordig heb je zelfs Nollywood, films uit Nigeria. Dit noemen we ook wel glokalisering: globalisering die aangepast is op de lokale normen en waarden.

Ik probeer de lesstof altijd over te brengen op een manier dat het tastbaar voor de leerlingen wordt. Als ik ze iets wil leren over luchtdruk, pak ik bijvoorbeeld een glas en een bierviltje. Dat glas moet je dan echt tot de rand toe vullen met water. Vervolgens leg je er een bierviltje op en dan draai je, hop, het glas om. Je zult zien dat het bierviltje vast blijft zitten en dat er geen water uit het glas ontsnapt. Dit komt door de luchtdruk.

Daarna stel ik nog wat vervolgvragen die leerlingen aan het denken zetten. Waarom voelen wij bijvoorbeeld geen luchtdruk? Doordat we ademen is de luchtdruk in ons lichaam hetzelfde als in onze omgeving. Het is een simpel voorbeeld, maar daarmee kun je je leerlingen wel triggeren om de lesstof beter te onthouden.

Daarnaast is het natuurlijk ook een leuk trucje om uit te proberen in de kroeg.

De YouTube-leraar Natasja Kok (25)

-Functie: docente aardrijkskunde en maatschappijleer

- Werkt met filmpjes op internet sinds: 2013

- Aantal filmpjes: 35

- Best bekeken filmpje: Wereldwijde luchtstromen (3.500 views)

- Internet: jufkok.nl

Vraag van de dag

Geef twee redenen waarom de motivatie van de werknemers kan toenemen als een onderneming aandelen aan de werknemers verstrekt.

Een voorbeeld van een juiste uitleg is:

• Werknemers ontvangen een beloning die afhankelijk is van het resultaat van de onderneming.

• Werknemers hebben zeggenschap in de onderneming.

'Die bonussen bij ABN Amro, daar vinden we allemaal wat van'

'De meeste leerlingen zijn altijd huiverig voor het examen Management & Organisatie. Het vak wordt nog vaak onderschat. Een grote groep kiest M&O, maar komt er pas vrij laat achter dat het vak best pittig is, dat het analyse is en veel werken met cijfers. Ik zou een blije docent zijn als meer leerlingen bewust voor M&O kiezen.

'Toch was het een prima examen en goed te doen qua lengte en inhoud. Dit was wat leerlingen konden verwachten. Er zaten twee à drie heel simpele vragen in en twee flink pittige vragen, maar de rest was op niveau.

'Vraag 3 van de eerste opgave vond ik wel een aardige: 'Geef twee redenen waarom de motivatie van de werknemers kan toenemen als een onderneming aandelen aan de werknemers verstrekt.'

'Motivatie is overal: in het onderwijs, bedrijfsleven, huishouden. Het is een boeiend onderwerp, iedereen kan zich er iets bij voorstellen. Je ziet het ook terug in maatschappelijke discussies. Die bonussen bij ABN Amro om topmannen te motiveren bijvoorbeeld, daar vinden we allemaal wat van.

'Deze vraag ging overigens niet over een specifiek onderdeel van de lesstof die we hebben behandeld. Dit was vooral een kwestie van inzicht: stel, je bent ondernemer, heeft het voor de motivatie dan zin om ze aandelen te geven of om ze die in het vooruitzicht te stellen? Welk effect zal dat hebben? En is dat wel het gewenste effect?

'Het antwoord dat hier voor de hand ligt, is dat het resultaat van het hele bedrijf wordt gekoppeld aan de beloning van de werknemers zelf. De tweede reden die goed wordt gerekend volgens het beoordelingsmodel, 'werknemers hebben zeggenschap in de onderneming', vind ik wat vergezocht. Oké, ze krijgen wellicht stemrecht op de aandeelhoudersvergadering, maar het is maar de vraag of ze nu echt iets in de melk te brokkelen hebben. Bij zeggenschap denk ik vooral aan grote aandeelpakketten van grote mannetjes of een aanmerkelijk belang.

'Ik kan me voorstellen dat leerlingen niet op die tweede reden zijn gekomen. Ik heb nog even bij andere collega's gepeild en ook zij waren er zelf niet direct op gekomen. Die tweede reden wordt dus eigenlijk toch meer speculeren.'

De YouTube-leraar Christiaan van Os (29)

• Functie: Docent M&O en Economie

• Werkt met filmpjes op internet sinds: 2012

• Best bekeken filmpje:Samengestelde interest: contante waarde van een rente (M&O), bijna 3.000 keer bekeken.

• Internet: osacademie.nl

Vraag van de dag

Welk milieuvoordeel heeft het vliegen op biodiesel uit frituurvet?

A Het gebruik van biodiesel bespaart grondstoffen.
B Biodiesel is een vorm van fossiele brandstof.
C Er onstaat geen koolstofdioxide bij de verbranding van biodiesel.
D Het vliegen op biodiesel is goedkoper dan vliegen op kerosine.

Antwoord:
A

De YouTube-leraar Tim van Waardenburg (30)

- Functie: Docent natuurkunde en scheikunde
- Werkt met filmpjes op internet sinds: 2011RAantal filmpjes: ruim 200
- Best bekeken filmpje: Reactievergelijking kloppend maken (32.000 views)
- Youtube-kanaal: https://www.youtube.com/user/timvanwaardenburg

'De wereld is verklaarbaar, dat is wat ik mijn leerlingen wil leren'

In voorbereiding op het eindexamen maakt menig scholier gebruik van de YouTube-lessen die steeds meer docenten aanbieden. Een kijkje in de digitale klas.Vandaag: vmbo-TL examen natuur- en scheikunde

Van een collega hoorde ik net dat een leerling bijna in tranen was uitgebarsten - en als ik zo kijk naar het aantal leerlingen dat tot de eindtijd heeft gewerkt, dan vermoed ik dat hij niet de enige was die het examen pittig vond.

Dit jaar werd er veel naar inzicht gevraagd. Je hebt er niet veel aan gehad als je alleen feitjes uit je hoofd had geleerd. Het was dus een lastig examen, maar ik verwacht dat mijn leerlingen opgave37 goed hebben gemaakt: een vraag over het milieuvoordeel van biodiesel uit frituurvet.

Ze konden kiezen uit vier antwoorden. Twee daarvan waren conclusies, zoals (B) 'Biodiesel is een vorm van fossiele brandstof' en (D) 'Het vliegen op biodiesel is goedkoper dan vliegen op kerosine'. Ze kloppen wel, maar ze hebben niets met milieu te maken.

Dan had je nog optie (C): 'Er ontstaat geen koolstofdioxide bij de verbranding van biodiesel'. Dit is natuurlijk gewoon niet waar, want bij de verbranding van koolwaterstoffen ontstaat wel koolstofdioxide.

Aardolie bevat koolwaterstofmoleculen die we gebruiken voor brandstoffen als benzine en kerosine. Alleen, in koolwaterstof zit koolstof - wat na verbranding de opwarming van de aarde versterkt. Frituurvet bevat een koolwaterstofverbinding die ook in biodiesel zit. Normaal gesproken gooien we frituurvet weg en pompen we aardolie uit de grond. Door frituurvet te gebruiken is er minder van die aardolie nodig.

Het juiste antwoord is dus (A): 'Het gebruik van biodiesel bespaart grondstoffen'. Als je frituurvet als grondstof gebruikt, dan hoef je geen aardolie te gebruiken. Dát is het milieuvoordeel.

In de klas hebben we het gelukkig uitgebreid gehad over milieukwesties. Ik heb mijn leerlingen geleerd hoe ze in oorzaak-gevolgrelaties moeten denken. Dat is ook wat ik ze met dit vak en mijn filmpjes wil meegeven: dat ze in een wereld leven die - althans natuurkundig - verklaarbaar is.

En dat als je daar een beetje handig in bent, je daar je voordeel mee kunt doen.

Vraag van de dag

Vraag 7: De meeste eiwitten uit de voeding worden in het verteringsstelsel volledig verteerd. Drie organen van het verteringsstelsel zijn:de maag, de alvleesklier en de dunne darm.Welk van deze organen produceert of welke produceren (pro-)enzymen met een functie bij de eiwitvertering?

A alleen de maag
B alleen de alvleesklier
C alleen de dunne darm
D alleen de maag en de alvleesklier
E alleen de alvleesklier en de dunne darm
F de maag, de alvleesklier en de dunne darm

Antwoord:
F

De YouTube-leraar Michiel Kroon (38)

- Functie: docent biologie
- Werkt met filmpjesop internet sinds: 2014
- Aantal filmpjes: 300
- Best bekeken filmpje: Plasmolyse (2500 views)
- Youtube-kanaal: https://www.youtube.com/user/MrCrownful

Michiel Kroon Beeld .
Michiel KroonBeeld .

VWO examen nieuwe stijl

Het viel me op dat het examen van dit jaar net als de afgelopen jaren alvast vooruitloopt op het vwo examen nieuwe stijl van volgend jaar. Die nieuwe stijl houdt in dat concepten (begrippen) binnen verschillende contexten ook wel leefwerelden genoemd worden getoetst.

Voorheen kreeg je bijvoorbeeld gewoon een aantal vragen over spijsvertering. Maar bij dit examen werden die gesteld in de context van 'Coeliakie, een onbekende volksziekte'. Dat ga je volgend jaar veel meer zien.Opgave7, over de productie van (pro-)enzymen in organen, vond ik een leuke vwo-vraag. Leerlingen konden uit zes antwoorden kiezen. Het juiste antwoord is makkelijk te vinden met naslagwerk Binas, maar je moet tijdens het examen wel weten hoe en waar je die informatie moet zoeken in het boekje.

Als je dat weet, dan kun je ook zonder biologie in je vakkenpakket het antwoord vinden.Je kunt de vraag natuurlijk ook beantwoorden met parate kennis, door de examenstof goed uit je hoofd leren. Maar ik denk dat het merendeel van de leerlingen gedacht moet hebben: 'Dit kan ik opzoeken in Binas'. Hoe? Door in het naslagwerk de informatie over spijsvertering op te zoeken.

Vervolgens kijk je bij die organen welke enzymen worden geproduceerd. Het juiste antwoord is dan zo te vinden, namelijk optie F: de maag, de alvleesklier en de dunne darm.Het is dus eigenlijk een weggever. En dit is ook meteen een tip die je altijd aan leerlingen en toekomstige docenten wil meegeven: oefen veel met de Binas, zodat ze weten waar ze de juiste informatie kunnen vinden.Of er ook vragen tussenzaten die misschien wat beter konden? Daar wil ik me niet aan wagen.

Toetsvragen en examens maken is moeilijk. Ik weet dat niet alle examenvraagmakers vertellen dat ze dit werk doen omdat ze behoorlijk veel kritiek krijgen van ontevreden docenten. Examenmakers zijn docenten die een bijdrage willen leveren aan het vak biologie. Veel beter is het om opbouwende feedback te geven of zelf bij te dragen aan de verbetering van het eindexamen.'

Vraag van de dag

Vraag: Zahnpaste in alte Löcher schmieren?
Bohrlöcher sollten nicht mit Notfallhilfen wie Kaugummi oder Zahnpaste verschlossen werden. 'Das ist Pfuscharbeit, eine rein optische Geschichte', sagt Michael Pommer von der Heimwerkerschule in Köln. Außerdem ist es unhygienisch. Denn Kaugummi ist ein Lebensmittel, über dem sich mit der Zeit Schimmel und andere Pilze ausbreiten können.
Das Material trocknet zudem aus und kann reißen. Solange der Kaugummi klebrig ist, zieht er Schmutz an - 'dann hat man irgendwann einen braunen Fleck an der Stelle', warnt der Fachmann.

In wat voor tijdschrift hoort dit artikel thuis?
In een tijdschrift voor:
A biologen.
B doe-het-zelvers.
C schoonmakers.
D tandartsen.

Antwoord:
B doe-het-zelvers

De YouTube-leraar Martin Ringenaldus (42)

- Functie: docent Duits
- Werkt met filmpjes op internet sinds: 2013
- Aantal filmpjes: 38
- Best bekeken filmpje: vervoegen van zwakke werkwoorden (7.900 views)
- Internet: bijlesduits.org

Martin Ringenaldus. Beeld .
Martin Ringenaldus.Beeld .

'Hier moet je vooral goed lezen, niet je eigen logica gebruiken'

'Een gemene vraag zou ik die laatste opgave van het examen niet noemen, maar je moet wel goed kunnen lezen. De titel van de bijbehorende tekst laat zich letterlijk vertalen als 'Tandpasta in oude gaatjes smeren'. In de tekst waarschuwt iemand van een vakschool voor de gevolgen van het opvullen van boorgaatjes met kauwgom of tandpasta. Aan de hand van dit stukje moet de leerling uitvogelen voor welke beroepsgroep het artikel bedoeld is.

Leerlingen konden kiezen tussen A) biologen, B) doe-het-zelvers, C) schoonmakers of D) tandartsen. Door het woord 'boorgaatjes' in de eerste zin vallen de opties A en C al af - het zijn doorgaans tandartsen en klussers die boren. 'Zahnpaste' - tandpasta - maakt het heel verleidelijk om voor antwoord D te kiezen.

Maar het juiste antwoord is B: doe-het-zelvers. In de tekst staat dat de man van de 'Heimwerkerschule' is. 'Schule' betekent 'school' en als je de betekenis van 'heimwerker' opzoekt in het woordenboek, dan zie je 'doe-het-zelver' staan.

Je kunt je misschien afvragen wie zijn oude kiesgaatjes nu laat vullen met kauwgom of tandpasta. Maar dan gebruik je weer je eigen logica, wat in dit geval eigenlijk niet verstandig is. Je moet het juiste antwoord kunnen bewijzen aan de hand van woorden in de tekst.

De makers bouwen bewust dit soort 'afleiders' in de tekst in om de betere lezer van de minder goede lezer te kunnen onderscheiden. Toch vraag ik me af of het examenonderdeel leesvaardigheid nog wel nodig is. Het midden- en kleinbedrijf zoekt vooral goede Duitstalige sprekers.
Ter voorbereiding van dit examen heb ik op YouTube een paar filmpjes gezet waarin ik een oud examen bespreek. Die had ik even snel voor mijn eigen leerlingen in elkaar gezet. Ik ben er nog niet geheel tevreden over, dus na het examen haal ik ze er weer af.' (Nadia Ezzeroili)

18 mei: 'Taalbegrip is een probleem, dus werk ik veel met beelden'

'Jazeker, ik geloof wel dat het examen redelijk goed gemaakt is door mijn leerlingen. Toch denk ik dat een aantal examenvragen taaltechnisch gezien een struikelblok kan zijn voor veel leerlingen. Mijn examenklas bestaat voor 70 procent uit leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond. Van leerlingen wordt gevraagd de opgave goed te lezen en vervolgens een denkstap te maken. Dat kan een probleem opleveren.

'Opgave 9 heeft bijvoorbeeld een lange intro op de werkelijke vraag. Het begint met de discussie binnen de ARP over een ontwikkeling op het gebied van de radio in Nederland. Dan volgt er een opsomming van drie gebeurtenissen die vervolgens wordt afgesloten met twee stellingen. Dat vergt goed begrip van de Nederlandse taal.

'Nu is taalbegrip een bekend probleem, voornamelijk in de Randstad. Maar ook in Arnhem, waar ik doceer, lopen veel leerlingen hier tegenaan. Zonde, want veel leerlingen zouden een hoger opleidingsniveau hebben gehad als ze de taal beter onder de knie hadden.

'Hoe ik daar rekening mee houd tijdens de examenvoorbereiding? Ik werk veel met beelden in mijn lesvideo's en opdrachten. Begrippen koppel ik aan een plaatje en ik laat leerlingen veel oefenen met oude examens. Ook kunnen ze via internet vragen stellen. In de mei-vakantie heb ik nog met zes leerlingen over en weer gemaild. Zo krijgen ze een betere basis. Ik wil ze met zelfvertrouwen het examen insturen.

'Een tip die ik altijd meegeef aan mijn examenklassen en die goed schijnt te werken: kijk per vraag hoeveel punten een goed antwoord oplevert - besteed dan hooguit dat aantal minuten aan nadenken. Dat voorkomt blindstaren. Kun je dus 2 punten verdienen met een vraag? Denk dan maximaal 2 minuten na.' (Nadia Ezzeroili)

Vraag van de dag

Binnen de ARP was er discussie over een ontwikkeling op het gebied van de radio in Nederland. Hieronder staan drie gebeurtenissen die horen bij deze ontwikkeling:
- 1918: de eerste radio-uitzending;
- 1924-1927: verschillende maatschappelijke groeperingen richten hun eigen radio-omroepvereniging op;
- 1935: de helft van alle gezinnen luistert naar uitzendingen van verschillende radio-omroepverenigingen.

V: De leiding van de ARP was aan de ene kant positief over deze ontwikkeling op het gebied van de radio. Maar de leiding van de ARP vond die ontwikkeling aan de andere kant ook gevaarlijk. Noem voor beide standpunten een reden.

A: Positief, omdat de radio gebruikt kon worden om de opvattingen/ cultuuruitingen van de protestanten/binnen de eigen partij te verspreiden. Maar ook gevaarlijk, omdat protestanten nu ook konden luisteren naar de (ongewenste) opvattingen/cultuuruitingen van andere groeperingen.

13 mei: voorzitter van het LAKS in de Nieuwsbreak

Annelotte Lutterman (18), voorzitster van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS), reageert in de Nieuwsbreak op het nieuws van vandaag. Wat zegt ze over de examens?

Zijn er al veel klachten binnengekomen bij het LAKS?
'Belachelijk veel. Volgens mij ook meer dan vorig jaar. Opvallend is dat veel klachten bijna altijd te maken hebben met het examen Nederlands. Ik vond hem dit jaar ook erg lastig.'

Desondanks vindt de SP het 'te gek voor woorden' dat spelling en taalvaardigheid geen rol meer spelen in dat examen.
'Ergens snap ik die klacht wel, maar je kan niet alle vaardigheden in één examen toetsen. Als de vaardigheid lezen wordt getoetst is het prettig als mensen niet ook nog eens op spelling hoeven letten. Zelf ben ik dyslectisch en worstel dus sowieso met spelfouten. Ik vind het heel fijn dat die in mijn examen niet meetellen.'

Ander examennieuws: het Agentschap Telecom maakt jacht op illegale 'jammers' die scholen soms gebruiken om afkijken via smartphones te voorkomen. Gaan scholen niet wat ver in de strijd tegen spieken?
'Ik vind het vooral een teken van onmacht. Een school hoort voldoende gezag te hebben om leerlingen zover te krijgen hun mobieltjes in te leveren. Een illegaal apparaat aanschaffen om een netwerk plat te leggen, dat zegt wel iets over een school. Het is ook zo vijandelijk. Scholen vergeten vaak dat ze eigenlijk met scholieren horen samen te werken. Een leerling wil zijn examen halen, de school wil dat ook. Ze staan niet lijnrecht tegenover elkaar, al lijkt dat soms wel zo.'

Er is ieder jaar weer veel kritiek op het centrale eindexamen in Nederland. Het zou een achterhaald systeem zijn en te weinig waarde hechten aan persoonlijke kwaliteiten. Hoe kijkt u daar tegenaan?
'Als woordvoerder van het LAKS kan ik daar niet veel over zeggen, want we hebben nog geen tijd gehad om hier een officieel standpunt over in te nemen. Persoonlijk begrijp ik de kritiek op het huidige systeem wel. Onze toetscultuur is typisch Hollands, je bent hier meer een cijfertje dan een persoon. Dat kan volgens mij veel beter.'

Lees hier het volledige interview.

Annelotte Lutterman Beeld Twitter
Annelotte LuttermanBeeld Twitter

13 mei: De YouTube-leraar voor havo economie

In voorbereiding op het eindexamen maakt menig scholier gebruik van de YouTube-lessen die steeds meer docenten aanbieden. Een kijkje in de digitale klas. Vandaag: havo Nederlands van Arnoud Kuijpers

'Maandagavond heb ik even een spreekuur gehouden op Twitter en Instagram. Het liep als een trein. Vooral theoretische vragen kwamen voorbij, bijvoorbeeld over functiewoorden of het verschil tussen nuanceren en relativeren.

'Tijdens dat spreekuur zag ik trouwens dat er nog veel spelfouten worden gemaakt. In functie spreek ik ze altijd aan, maar zelden op social media dat bespaart me negatieve energie. Dit jaar mochten leerlingen zelfs in de uitwerking van hun antwoorden spelfouten maken. Belachelijk toch? We hebben het over een eindexamen Nederlands. Een goede spelling is de basis. Je snapt dat ik leerlingen daar niet over heb horen klagen, en terecht. Dus doe ik het nu maar.

'Welke vraag opviel? Leerlingen moesten aan de hand van een citaat de houding van een auteur tegenover de ministeries typeren, die opgave vond ik wel aardig. Ze konden kiezen uit: neerbuigend, pessimistisch, relativerend of tegendraads. Tegendraads was het in ieder geval niet, want de auteur schopt nergens tegenaan. Relativerend is zijn citaat ook niet, want hij maakt niks minder erg. Integendeel zelfs: hij maakt het groter. En een zwartgallige kijk kun je het niet noemen, dus pessimistisch valt ook af.

'Het juiste antwoord is dus: neerbuigend. Waar herken je die houding aan? De auteur is het ergens niet mee eens, maar verwoordt het op een manier alsof hij het beter weet.

'Het viel me op dat het eindexamen dit jaar niet zo nieuw lijkt: van de 39 vragen zijn 3 vragen geen ouwe koek. Mijn verwachting is dat dit examen wel goed is gemaakt. De leerlingen die ik even na de toets heb gesproken zijn in ieder geval erg enthousiast. De examenstof kwam grotendeels overeen met wat ik heb behandeld in mijn YouTube-filmpjes.

'Wat mij betreft worden eindexamens trouwens afgeschaft. Veel scholen ervaren de examens als een blok beton aan het been. Wat we testen is maar zo'n klein gedeelte van de kennis die we leerlingen bijbrengen. Nu we het er toch over hebben: het cijfersysteem helpt ook niet. Het leerproces is niet met een cijfer uit te drukken, dat moet je het hele jaar door laten zien. Zonde.'

YouTube-leraar Arnoud Kuijpers

Functie: docent Nederlands, genomineerd als leraar Nederlands van het jaar

Werkt met filmpjes op internet sinds: 2013

Aantal filmpjes: Ongeveer 70

Best bekeken filmpje: Werkwoordspelling: een opfriscursus (42.250 views)

12 mei: SP wil aandacht voor spelling in eindexamen

De SP vindt het 'te gek voor woorden' dat spelling en taalvaardigheid geen rol meer spelen in het centraal eindexamen Nederlands op havo en vwo. Tweede Kamerlid Jasper van Dijk van de SP heeft daarover dinsdag opheldering gevraagd aan staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs).

Van Dijk heeft Dekker er in het najaar nog over aan de tand gevoeld in de Tweede Kamer. 'De staatssecretaris antwoordde dat spelling wel deel blijft uitmaken van het eindexamen Nederlands', zegt Van Dijk. Maar nu blijkt dat deze onderdelen toch niet meer meetellen voor de beoordeling, concludeert de SP naar aanleiding van kritiek hierop van leraren die lesgeven in levende talen.

Het zou hetzelfde zijn als rekenen geen rol meer speelt in het examen wiskunde, zegt Van Dijk. Hij wil weten waarom alleen nog op de inhoud van het antwoord wordt gelet en niet meer hoe dat is geformuleerd. Hij vraagt zich af of het een kwestie van geld is, omdat nu minder tijd nodig is voor het nakijken van de examens.

12 mei: Veel examenklachten, geen last van de warmte

De warmte op de eerste landelijke zomerdag heeft maandag niet tot problemen geleid tijdens de eerste eindexamendag voor scholieren. Dat zei een woordvoerster van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS).

Evenals voorgaande jaren had LAKS weer een klachtenlijn geopend voor scholieren. Het aantal klachten was aan het einde van de middag met 2200 nog bescheiden, maar in de loop van de avond groeide dat aantal naar ruim 22.000. Vanaf 17.30 begon de klachtenregen los te barsten, meldt het LAKS op de website.

De meeste klachten kwamen van vwo-leerlingen over het examen Nederlands. De examenkandidaten vonden dat de teksten 'lastig of saai' waren. 'Opvallend zijn de klachten over tekst twee, die vonden veel scholieren te moeilijk', aldus klachtencoördinator Benedicta Badul. Havo-scholieren vonden het examen economie 'lastig'. De vakken natuur- en scheikunde leidden bij vmbo-leerlingen niet tot grote problemen.

Een leerkracht deelt het eindexamen Nederlands uit op het Leidsche Rijn College. Beeld anp
Een leerkracht deelt het eindexamen Nederlands uit op het Leidsche Rijn College.Beeld anp

12 mei: De YouTube-leraar voor havo economie

In voorbereiding op het eindexamen maakt menig scholier gebruik van de YouTube-lessen die steeds meer docenten aanbieden. Een kijkje in de digitale klas. Vandaag: havo economie met YouTube-leraar Frank Bosma (42).

'Het examen vond ik dit jaar best te doen: ik kwam geen grote verrassingen tegen. Wel viel het me op dat dit examen weinig rekensommen bevatte: 6 op een totaal van 28 vragen. Normaal bestaat een examen voor ongeveer 40 procent uit rekensommen.

'Voor sommige leerlingen is het misschien wel prettig om voor het examen minder te hoeven rekenen economie wordt vaak gezien als een lastig vak. Voor mij was dat ook een van de redenen om aan de slag te gaan met filmpjes. Ik wilde eens kijken of leerlingen de lesstof beter opnemen met visuele hulpmiddelen.

'Het eerste filmpje maakte ik in het najaar van 2012, nadat ik het programma Dag van de leraar op televisie had gezien. Een docent vertelde over zijn eigen YouTube-kanaal. Het leek me interessant om er ook eens mee te experimenteren. Diezelfde maand maakte ik een filmpje waarin ik een toets voor mijn havo 4-leerlingen evalueerde.

'De examenvragen van vandaag sloten wel goed aan bij de lesstof die ik heb behandeld. Het onderwerp inflatie heb ik nog uitgebreid in een lesfilmpje besproken. Alleen zag ik dat in opgave 17 het woord 'gezondheidsindex' stond. Veel leerlingen kennen dat begrip als 'consumentenprijsindex'. Je moet dan scherp blijven. Door een woord te gebruiken dat ze niet gewend zijn, kunnen leerlingen op een dwaalspoor gezet worden.

'Voor het vak Economie moet je verbanden kunnen leggen. Bovendien zijn leerlingen tegenwoordig meer visueel ingesteld. Dan kan een filmpje een goede manier zijn voor kennisoverdracht. Veel tijd hoeft het ook niet te kosten. Een audiovisuele uitleg duurt gemiddeld tien minuten. Ik weet goed weet wat ik wil uitleggen, dus ik schrijf niets uit.

'Na de positieve reacties op mijn eerste filmpje opende ik mijn eigen YouTube-kanaal. Leerlingen vertelden me dat ze het handig vinden en ook collega's reageerden positief. In het begin werd mijn stem vaak met die van Nico Dijkshoorn vergeleken. Leerlingen reageren toch meer als ze iets grappigs opvalt. Ook dat is de kracht van film.

'Dankzij het succes van de filmpjes heb ik sinds vorig jaar naast het lesgeven een eigen bedrijfje: Economie Academy. Via de site geef ik tegen een financiële bijdrage extra online-examentraining aan leerlingen. Maar lesgeven blijft mensenwerk. Je kunt niet alles met filmpjes leren. Om het examenniveau te halen is het ook een kwestie van veel oefenen.'

YouTube-leraar Frank Bosma

Functie: docent economie
Werkt met filmpjes op internet sinds: 2012
Aantal filmpjes: ongeveer 150 (niet alles is openbaar)
Best bekeken filmpje: Maximale Winst (bijna 45.000 keer bekeken)

Commentaar van dinsdag 12 mei: eindexamen vervangbaar?

Hans Wansink gaat in het commentaar in de Volkskrant in op het idee van Rob Martens om het eindexamen af te schaffen:

'Een op maat gesneden dossier vertelt meer dan een rapport en een lijst met eindexamencijfers. Maar zo'n dossier kan het eindexamen niet vervangen. Wanneer de toetsing in zijn geheel aan leraren en de betrokken scholen wordt overgelaten, dreigt willekeur en komt het niveau van het onderwijs onder druk te staan. Een gevaar dat niet denkbeeldig is, gegeven het maar al te vaak uiteenlopen van de resultaten van schoolonderzoeken en het centraal examen.

Zeker zo belangrijk is het 'civiel effect' van het voor alle leerlingen idententieke eindexamen: werkgevers en onderwijsinstellingen weten met de huidige diploma's waar ze aan toe zijn. Loslaten van het centraal examen zal leiden tot (nog) zwaardere sollicitatieprocedures en tot toelatingsexamens in het hoger onderwijs - en dat is vast niet de bedoeling van onderwijskundigen als professor Martens.'

Wordt dit het laatste eindexamen?

Wat de onderwijskundige Rob Martens betreft, behoren de eindexamenkandidaten van 2015 tot de laatste lichtingen scholieren die nog door de mal van een uniform eindexamen worden geperst. Volgens hem zijn er voldoende alternatieve - digitale - middelen zijn waarmee de kennis en de vaardigheden van scholieren kunnen worden geregistreerd. 'Er zijn allerlei applicaties die de voortgang van leerlingen meten als ze oefeningen maken, zonder dat leerlingen dat doorhebben.'

Volgens Martens doet het klassieke eindexamen geen recht aan de individualiteit van de leerling, registreert het slechts diens cognitieve vaardigheden, heeft het betrekking op kennis die snel veroudert en nodigt het uit tot teaching to the test: kinderen gericht klaarstomen voor de ultieme test op dat ene beslissende moment.

Lees hier verder.

De Haarlemse scholieren Laura, Roos en Puck (vanaf links) bereiden zich in de tuin voor op het eindexamen Beeld Julius Schrank
De Haarlemse scholieren Laura, Roos en Puck (vanaf links) bereiden zich in de tuin voor op het eindexamenBeeld Julius Schrank

11 mei: Vijf tips tegen eindexamenstress

Een op de tien leerlingen ervaart examenstress. De Universiteit Tilburg heeft een site gelanceerd met tips en oefeningen om de examenzenuwen de baas te blijven. Vijf tips om optimaal te presteren tijdens examens:

1) Hou de stof goed bij en begin op tijd met de voorbereiding op je tentamen, maak een planning.

2) concentreer je op die ene subtaak of opgave van dit moment, niets anders.

3) Ben je ervan bewust dat afleidende gedachten alleen maar verschijnselen zijn in je hoofd en laat ze los door er niet in mee te gaan. Je brengt simpelweg je aandacht weer terug naar dit moment of deze ene opgave.

4) Is je concentratie even helemaal weg, bijvoorbeeld door sterke stressgevoelens of een black-out? Neem gerust even een time-out voor jezelf. Verschuif de aandacht van het tentamen naar iets zintuiglijks, zoals je ademhaling. Breng je aandacht naar je inademing en je uitademing, die je rustig uitvoert, eventueel naar je buik ademend. Bedenk dat je best tijd hebt voor een een minuutje time-out.

5) Ook spanning- en stressgevoelens kunnen er bij horen, vecht er niet tegen, laat ze er gewoon zijn en herpak na je time-out weer je concentratie op deze ene opgave.

11 mei: De eindexamens beginnen

Een spannende periode breekt aan voor 206.300 leerlingen: de eindexamens beginnen. De eerste examens maandagmiddag zijn Natuur- en Scheikunde (Nask2) op de twee hoogste niveaus van het vmbo, Economie (havo) en Nederlands voor vwo-leerlingen.

De examens gaan deze maand door en begin en half juni zijn herexamens voor leerlingen die dat nodig hebben.

Van alle eindexamenleerlingen zitten er 110.270 op het vmbo, 57.580 op de havo en 38.450 op het vwo. Vorig jaar waren er met totaal 198.000 scholieren iets minder eindexamenkandidaten dan dit jaar.

Net zoals voorgaande jaren, opent het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) ook weer een klachtenlijn, waar scholieren hun gal kunnen spuwen over te moeilijke examens of foutieve vragen. In 2014 kwamen er bij het LAKS ruim 116.000 klachten binnen.

null Beeld anp
Beeld anp
null Beeld anp
Beeld anp

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden