Exacte relatie tussen Sinn Fein en IRA blijft goed bewaard geheim
Zjn Sinn Fein en de IRA zodanig met elkaar vervlochten dat het feitelijk één beweging is? Kun je, zoals de Britten en de unionisten willen, Sinn Fein bestraffen voor wat de IRA doet of nalaat?...
Martin McGuinness, de 49-jarige tweede man van de Noord-Ierse politieke partij Sinn Fein, kwam dit voorjaar, voor een persconferentie, op krukken de trap opgestrompeld van het gebouw waar in Londen de Foreign Press Association is gevestigd. 'Punishment beating van de IRA, Martin?', vroeg iemand. De immer goedgemutste McGuinness lachte. 'Nee, schop gekregen met voetballen', antwoordde hij.
De IRA zal de man die na Gerry Adams de belangrijkste politicus is van haar politieke tak, niet zo snel de botten breken. McGuinness doorliep een lange carrière binnen de terreurorganisatie - een loopbaan waarvan maar een paar ingewijden zeker weten of hij inmiddels is beëindigd. In Noord-Ierland geloven veel mensen dat McGuinness nog steeds zijn werkzaamheden voor Sinn Fein combineert met het lidmaatschap van de IRA Army Council, het hoogste orgaan van het leger.
De vraag in hoeverre Sinn Fein en de IRA één en dezelfde beweging vormen, ligt ten grondslag aan de huidige problemen in het Noord-Ierse vredesproces. Is het terecht dat de unionisten vinden dat Sinn Fein pas kan toetreden tot een regering als de IRA is begonnen met het inleveren van wapens? Mag de Britse regering, als de IRA dat weigert, Sinn Fein daarvoor verantwoordelijk stellen? Of heeft Gerry Adams gelijk met zijn bewering dat hij 'niet namens de IRA kan spreken' en dat 'Sinn Fein niks kan inleveren'?
Eén ding staat vast: er bestaan hechte banden tussen Sinn Fein en de IRA. Praktisch alle vooraanstaande politici binnen de politieke partij zijn hun republikeinse activiteiten ooit begonnen in de IRA. Vermoedelijk is het in de huidige politieke constellatie in Noord-Ierland zelfs onmogelijk om invloed te veroveren in Sinn Fein zónder een IRA-achtergrond.
Gerry Adams, die altijd braaf ontkent ooit lid te zijn geweest van de IRA, was in 1972 - hij was toen 24 - waarschijnlijk de IRA-chef in West-Belfast.
Volgens insiders moet van het dagelijks bestuur van Sinn Fein, de Ard Chomhairle, nog altijd minstens één persoon ook lid zijn van de uit zeven leden bestaande Army Council. Andere bronnen beweren dat de directe band veel sterker is, en dat zeker vier personen een plaats in de top van Sinn Fein en de Army Council combineren. Heeft Tony Blair dus gelijk met zijn bewering dat IRA en Sinn Fein 'onverbrekelijk met elkaar zijn verbonden'? Of had de Ierse premier Ahern het bij het rechte eind, toen hij vorige week verkondigde dat 'Sinn Fein niet kan spreken namens de IRA'?
Waarschijnlijk ligt het allemaal wat gecompliceerder. Gerry Adams behoort vermoedelijk met McGuinness tot degenen in de republikeinse beweging die een politieke oplossing voorstaan - met Sinn Fein als acceptabel gezicht en de IRA als handig pressiemiddel.
Zijn belangrijkste bondgenoot in het leger is Army Council-lid Brian Keenan, die wordt gezien als de invloedrijkste IRA-strateeg en beoogd opvolger van Thomas 'Slab' Murphy, de huidige chef-staf. Ook Keenan zou tot de slotsom zijn gekomen dat het republikeinse ideaal met wapens alleen niet is te verwezenlijken.
Niettemin sprak Keenan in april voor een gehoor van IRA-aanhangers in Inniskeen harde woorden. 'Er bestaat voor Oglaigh na hEireann (de IRA) geen verplichting om te ontwapenen. De IRA maakt geen deel uit van het Goede Vrijdag-akkoord. Als ze het over ontwapenen hebben, bedoelen ze naar mijn mening overgave. Er zal geen overgave zijn. Als de Britse regering spelletjes blijft spelen, twijfel ik niet dat er een nieuw conflict zal komen.'
Keenan trachtte met die woorden de haviken in de IRA gerust te stellen. Want niet iedereen, binnen Sinn Fein noch de IRA, is het met Adams 'toegeeflijkheid' eens. De republikeinse beweging is veel minder eensgezind dan unionisten willen doen geloven, en Adams en Keenan weten dat beter dan wie ook.
Vorig jaar liepen twee leden van de Army Executive van de IRA weg, kwartiermeester Mickey McKevitt en zijn vrouw Bernadette Sands, zus van de IRA-heilige Bobby Sands. Zij waren het niet eens met de overlegpolitiek van Adams, en wensten een hervatting van de armed struggle.
De McKevitts richtten een politiek alternatief op, de 32 County Sovereignty Committee, met een bewapende arm, de Real IRA. Die wordt verantwoordelijk gehouden voor de bomaanslag in Omagh, vorig jaar augustus, waarbij 28 mensen omkwamen. Pas toen de IRA de leiders van het 32 CSC op straffe van executie opdroeg in te binden, kondigde de RIRA een bestand af.
Daarmee bevestigde de IRA (voorlopig) te blijven kiezen voor de Adams-benadering. Maar Adams heeft vermoedelijk gelijk als hij beweert dat hij de IRA niet kan dwingen wapens in te leveren. Niet zozeer omdat hij over onvoldoende invloed beschikt in de organisatie, of omdat Sinn Fein en IRA twee strikt gescheiden organisaties zijn, maar omdat in de republikeinse beweging als geheel het diepe wantrouwen decommissioning nog in de weg staat.
Niets moet worden uitgesloten in Noord-Ierland: misschien wíl Adams ook helemaal nog niet ontwapenen. Een van zijn toponderhandelaars, Francie Molloy, zei het onlangs aldus: 'Als de SDLP, de regeringen en de unionisten denken dat ze hiermee kunnen doorgaan zonder ons, zullen wij dit staatje onregeerbaar maken.' 'Wij' kon in Molly's dreigement alleen maar 'Sinn Fein-IRA' betekenen, onverbrekelijk.