Sinds januari wordt het land bestuurd door een interim-regering die de steun heeft van het leger. De regering heeft de noodtoestand uitgeroepen. Eerder is Hasina al beschuldigd van corruptie en machtsmisbruik tijdens haar premierschap van 1996 tot 2001. Zij ontkent daaraan schuldig te zijn, en zegt dat het een complot is om haar uit de politiek te bannen. Ook de Asian Center for Human Rights in New Delhi spreekt van een poging Hasina uit het politieke proces te houden.

Hasina en haar rivale Khaleda Zia, met wie zij het premierschap van Bangladesh sinds 1991 afwisselt, waren de grote namen voor de verkiezingen, die eigenlijk op 22 januari hadden moeten worden gehouden. De huidige regering besloot echter na een golf van gewelddadigheden de stembusgang tot volgend jaar uit te stellen.

Ongeveer tweehonderd mensen – onder wie veel aanhangers van Hasina en Khaleda Zia – zijn de afgelopen maanden gearresteerd op verdenking van corruptie.