Even op adem komen dankzij het Logeerhuis

Kinderen met ADHD en PDD-NOS doen er leuke dingen, hun familie kan bijtanken. De wachtlijst groeit...

Van onze verslaggeefster Karin Sitalsing

‘Hallo, wie zijn er allemaal? Wat eten we? En wat gaan we morgen doen? Hoe laat moeten we naar bed? Ik blijf hier logeren van vijf uur tot vijf uur tot vijf uur. Twee nachtjes. En dan ga ik naar huis en ben ik om zes uur klaar voor het eten en daarna ga ik naar bed. Zoals gewoonlijk.’

Woensdagmiddag in het Logeerhuis voor kinderen met ADHD en PDD-NOS in Heerenveen. Kinderen met ADHD zijn druk en hebben concentratieproblemen. PDD-NOS is een vorm van autisme met als belangrijkste kenmerk moeite om contacten te leggen en te onderhouden. Aan het woord is de 10-jarige Ate Johan, die hier wel vaker komt, maar voor het eerst blijft logeren. Hij heeft PDD-NOS, zegt dingen als ‘uiteindelijk’ en ‘normaal gesproken’ en vertelt honderduit. Over kamperen, Ajax, de Tour en de keer dat hij Foppe de Haan zag. En weten we wel dat het heelal heel geleidelijk aan zwart wordt? ‘Anders zou je naar beneden kijken en nog steeds blauwe lucht zien.’

Het Logeerhuis startte drie jaar geleden met één locatie en zes kinderen. Nu gebruiken zestig kinderen van verschillende leeftijden de opvang, die binnenkort de vierde vestiging opent. De kinderen komen uit vijf provincies en de wachtlijst groeit. Directeur Ineke Bollema begon het Logeerhuis omdat ze zelf nergens met haar zoon (nu 13, PDD-NOS) terecht kon. De kinderen knutselen, doen spelletjes en maken uitstapjes. Ouders kunnen op adem komen en broertjes en zusjes krijgen de aandacht waar anders geen ruimte voor is.

De Logeerhuizen zitten in woonwijken en zijn duidelijk geen instantie, maar een plek om leuke dingen te doen. De locatie voor de kleinsten (4- tot 7-jarigen) heeft een grote speelzolder en alle ruimtes hebben een andere kleur. Een rode, warme woonkamer. De keuken is rustgevend groen. Er hangt een lijstje met namen en instructies. ‘Geen suiker’ staat er bijna overal. Een jongetje mag geen cola, ook geen kindercola.

De logés vinden het vooral fijn dat ze zichzelf kunnen zijn, zegt Bollema. ‘Iedereen die hier komt, heeft iets. Niemand vindt hen hier raar. Dat voelt veilig. Veel kinderen met PDD-NOS hebben thuis geen vriendjes, maar hier wel.’

Ook Ate Johan heeft een vriendje in het Logeerhuis. Die is er dit keer niet; nu is hij alleen met Angela, die ook 10 is en ADHD heeft. Zij – rossig haar, ondeugende sproetjes – ligt rustig op de bank met een stapel Tina’s. Haar oudere broer en zus hebben ook ADHD, die laatste zelfs gecombineerd met PDD-NOS. ‘Mijn kleine zusje heeft niks. Maar volgens mij wel’, zegt Angela. ‘Want ik vind haar altijd zo druk.’

Regelmaat, structuur en duidelijkheid zijn erg belangrijk, legt teamleidster Martha Reitsema uit. ‘Daarom zetten we bijvoorbeeld het weekmenu op het bord. De kinderen zijn altijd druk in hun hoofd. Als ze weten dat we donderdag nasi eten, kan er een luikje dicht. Dat geeft rust.’

Spontaniteit is uitgesloten; de kleinste verandering kan leiden tot ruzie. Toen er verschillende soorten ijsjes waren, bijvoorbeeld. ‘Ze konden echt niet kiezen. Dan hebben ze er nog liever geen, wat het toen ook geworden is.’

Het Logeerhuis biedt verder naschoolse opvang, training van sociale vaardigheden en thuisbegeleiding. Alles wordt overlegd met de ouders: in gesprekken en met een ‘heen-en-weer-schrift’.

Vandaag eten de kinderen patat. ‘De zoveelste keer in twee weken’, verzucht Ate Johan. ‘Maar weet je, laatst was mijn broertje jarig. Midden in de zomer, en wat aten we? Erwtensoep!’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden