Europese ggo's op het etiket
Na een verbod van vijf jaar is Europa niet langer taboe voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo's). In juli hebben het Europees Parlement, de ministers van Landbouw én de Europese Commissie ingestemd met verordeningen rondom toelating, etikettering en traceerbaarheid van genetisch veranderd veevoer en levensmiddelen....
Daarmee komt feitelijk een einde aan het Europese moratorium op ggo's, dat sinds het najaar van 1998 gold. Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Luxemburg, Italië, Griekenland en Denemarken besloten de toelating van nieuwe ggo's te verhinderen, omdat de traceerbaarheid niet gegarandeerd was. Het kwam de Europese Unie in mei dit jaar op een formele klacht te staan bij de Wereldhandelsorganisatie. Het beklag werd ingediend door de VS, gesteund door onder meer Canada, Argentinië en Australië.
Centraal in de nieuwe Europese regels is een heldere vermelding op etiketten. De industrie moest bijvoorbeeld al 'gemodificeerd zetmeel' of 'genetisch gemodificeerde maïs' vermelden. Voortaan geldt ook een etiketteringsplicht voor levensmiddelen die met ggo's
zijn geproduceerd, zelfs als ze deze ggo's feitelijk niet bevatten (bijvoorbeeld sojaolie). Ook voor diervoerders geldt die eis.
Europees Commissaris David Byrne van Consumentenbescherming is content met de nieuwe richtlijnen. 'Het versterkt onze internationale geloofwaardigheid en zal zeker helpen om het publiek vertrouwen te geven in de nieuwe technologieën.' Door de nieuwe regels kunnen consumenten volgens hem zelf kiezen voor transgeen voedsel, dan wel producten van de gangbare landbouw of voor biologische kost.
Minder dwingend zijn de nieuwe Europese regels voor 'co-existentie': het naast elkaar bestaan van transgene landbouw en overige productiewijzen. Biologische boeren willen bijvoorbeeld niet dat hun gewassen kruisen met gemodificeerde gewassen. Hoe landen dat voorkómen, moeten ze zelf regelen.
Het uitkruisen is volgens de Europese Commissie op zichzelf geen gevaar: genetisch gemodificeerde gewassen worden pas toegelaten voor productie en consumptie als ze veilig zijn bevonden voor milieu en gezondheid.