Europa was nieuwsgierig, vandaar

De globalisering en de opmars van Azië maken oude vragen actueel. Zoals: hoe kwam het dat Europa in de 19de eeuw zo dominant was?...

Door Peter Giesen

In 1793 weigerde de Chinese keizer botweg de geschenken van de Britse gezant Lord Macartney. ‘Ik zie geen waarde in vreemde voorwerpen en geen nut in de producten uit uw land’, schreef hij aan de Britse koning. De Chinezen hadden niets te leren van de barbaren uit het Westen.

Niet helemaal zonder reden. Wie in 1400 zijn geld had moeten zetten op Europa, de islamitische wereld of China, had waarschijnlijk voor China gekozen, de oudste en in menig opzicht ook de meest verfijnde beschaving. Ook de islamitische wereld deed niet voor Europa onder. Pas in de 19de eeuw voltrok zich wat historici the great divergence noemen. Dankzij de industriële revolutie overvleugelde Europa de rest van de wereld. Waarom voltrok die revolutie zich juist in Europa?

Dat is een ‘puzzel van duizend stukjes’ die nooit helemaal opgelost zal worden, zegt de Britse historicus John Darwin, maar een deel van het antwoord ligt besloten in de desinteresse van de Chinese keizer. Europeanen waren nieuwsgieriger dan Chinezen en islamieten. Simpel gezegd: vanaf de 16de eeuw experimenteerde Europa, terwijl China en de islamitische wereld vooral het bestaande wilden behouden.

John Darwin is een van de belangrijkste sprekers op het 21ste International Congress of Historical Sciences – ook wel ‘de Olympische Spelen voor historici’ genoemd – dat eind augustus in Amsterdam wordt gehouden. In 2007 schreef hij het veelgeprezen After Tamerlane – The Rise & Fall of Global Empires, 1400-2000, een ambitieuze wereldgeschiedschrijving over de strijd tussen de beschavingen op het Euraziatische continent.

Darwin is fellow van Nuffield College in Oxford. Het college werd pas in 1937 gebouwd, maar bij oppervlakkige waarneming lijkt het eeuwenoud, met gele zandstenen gebouwen en het traditionele grasveld in het midden.

Tot voor kort werd imperial history als een irrelevante discipline beschouwd, zegt Darwin, een hobby van stoffige heren die het verlies van het Empire nog steeds niet te boven waren. Maar door de globalisering en de opmars van Azië zijn oude vragen actueel geworden. Hoe kon Europa zo’n dominante status bereiken? En met welke erfenis heeft het de wereld opgezadeld? Volgens sommigen kunnen de problemen in Afrika en het Midden-Oosten worden verklaard uit de rampzalige invloed van het Europese imperialisme. Volgens anderen zijn Afrikanen en Arabieren in achterlijkheid blijven steken.

Matroesjkapop
De vraag naar het waarom van de Europese dominantie is een Russische matroesjkapop. Elk antwoord leidt tot een nieuwe vraag. Waarom industrialiseerde juist Europa? Vooral omdat Europeanen in wetenschappelijk opzicht nieuwsgieriger waren. Maar waarom waren zij nieuwsgieriger?

Darwin: ‘Een belangrijke factor is de marginale positie van de Europeanen in de Middeleeuwen. Zelfs het centrum van hun religieuze wereld lag niet in Europa, maar in Jeruzalem. Bovendien was hun commerciële succes afhankelijk van de handel met rijkere delen van de wereld, zoals de islamitische wereld. Dat leidde tot een nieuwsgierigheid naar andere werelddelen, die in China en de islamitische wereld niet bestond.’

China en de islamitische wereld leden aan de wet van de remmende voorsprong, denkt Darwin. ‘Er wordt weleens gezegd dat de islamitische wereld zijn Renaissance al vroeg in de Middeleeuwen meemaakte, toen islamitische geleerden de Griekse teksten bestudeerden die in Europa verloren waren gegaan. Daardoor ontstond een stevige, krachtige en in veel opzichten ook heel bevredigende traditie van kennis. Waarom zou je die ondermijnen door nieuwe kennis? Europa daarentegen moest een inhaalslag maken.’

In de islamitische en Chinese wereld bleef de intellectuele elite vasthouden aan het bewaken van de islamitische en confucianistische orthodoxie. In China werd die neiging nog eens versterkt door het centrale gezag van de keizer.

Europa telde talloze vorsten die elkaar beconcurreerden door de beste wetenschappers in te huren. Die leverden ook nuttige kennis, bijvoorbeeld op het gebied van geografie en astronomie, waarmee de zeeën konden worden bevaren.

De Europese intellectuele elite brak met het monopolie van traditionele, religieus geïnspireerde kennis. Wetenschappers probeerden juist nieuwe kennis te ontdekken door te experimenteren.

Darwin verzet zich echter tegen de gedachte dat Europa ‘voorbestemd’ was om de wereld te domineren. ‘Achteraf kun je zeggen dat de Europese expansie begon met de ontdekkingsreizen. Maar op het moment dat de Europeanen Amerika ontdekten, breidde ook het Ottomaanse Rijk zich enorm uit. In 1529 stonden de Turken voor de poorten van Wenen. Europa was zich zeer bewust van zijn zwakte aan de oostgrenzen’, zegt Darwin.

Ook in de 17de en 18de eeuw bleef het voordeel van Europa beperkt. Pas in de 19de eeuw kwam de echte doorbraak, volgens Darwin door een samenloop van omstandigheden. De industriële revolutie speelde een rol, maar ook het feit dat de Europeanen na de nederlaag van Napoleon geen oorlog meer tegen elkaar voerden. Daarnaast had de ontdekking van Amerika een enorme invloed op de Europese geest. ‘Europeanen ontdekten hun vermogen om andere samenlevingen radicale veranderingen op te leggen – door slavernij, onteigening, bekering, migratie en economische exploitatie’, aldus Darwin.

Roofzucht
Volgens sommige historici, zoals de Amerikaan Ken Pomeranz, had de industriële revolutie ook in China plaats kunnen vinden. De regio Kiangnan was net zo ontwikkeld als de meest geavanceerde streken van Europa. Volgens Pomeranz was er niets speciaals aan Europa, op twee dingen na. Geluk – in de vorm van steenkool – en roofzucht. Darwin: ‘Ik heb daar twee problemen mee. Je kunt wel zeggen dat Europa geluk had, maar het gaat er ook om wat je met steenkool doet. Dan kom ik toch weer bij nieuwsgierigheid en wetenschappelijk experiment uit. De koloniën brachten pas later veel geld op, niet op het moment dat Europa zijn rijken opbouwde.’

Hoe dan ook, de Europeanen onderwierpen in de 19de eeuw een groot deel van de aarde. Volgens sommigen met rampzalige gevolgen: het kolonialisme stond een evenwichtige ontwikkeling van veel niet-westerse gebieden in de weg. Anderen vinden dat onzin. Arabieren en Afrikanen zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het geweld en de stagnatie in hun regio’s.

Darwin: ‘De Britten hebben natuurlijk voor een complicatie gezorgd door in de Eerste Wereldoorlog een Joods Nationaal Tehuis te beloven. Ook de constructie van Irak, een onsamenhangende en ondemocratische staat, kun je bekritiseren.’

Later had de Koude Oorlog een kwalijke invloed, zegt Darwin. In 1953 organiseerden de Britten en Amerikanen een staatsgreep in Iran, waar een democratisch gekozen regering de Britse oliebelangen bedreigde. ‘De Amerikanen waren aanvankelijk tegen ingrijpen, maar ze waren bang dat Iran naar de Sovjet-Unie zou neigen’, zegt Darwin. Na de staatsgreep werd met westerse steun een dictatoriale sjah geïnstalleerd. Iraniërs hebben dus alle reden om het Westen te wantrouwen, zeker als het zich voordoet als hoeder van de democratie.

Darwin waarschuwt echter voor al te simpele conclusies. Het kolonialisme was een dubbelsnijdend zwaard: het bracht onderdrukking, maar ook ontwikkeling. Bovendien hebben niet-Europeanen ook hun eigen verantwoordelijkheid, zoals uit het voorbeeld van Iran blijkt.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden