'EU houdt zich bezig met details, niet met grote zaken '

K. Schwarzenberg..

Van onze correspondent Jan Hunin

PRAAG Geliefd zijn federalisten niet in het eurosceptische Tsjechië. Zeker niet als ze van adel zijn, zoals prins Karel Schwarzenberg, de oud-minister van Buitenlandse Zaken van het land dat dit halfjaar EU-voorzitter is, en dat bekendstaat als het land van de brave soldaat Svejk. Deze antiheld van schrijver Jaroslav Hasek moest niets hebben van de Donaumonarchie, de vreemde mogendheid waar Tsjechië tegen heug en meug deel van uitmaakte.

Hier worden edellieden vaak bestempeld als wrede, scheldende idioten die over de rug van hun onderdanen een luxeleventje leiden.

Maar voor Karl Johannes Nepomuk Josef Norbert Friedrich Antonius Wratislaw Mena von Schwarzenberg (71) maken de meeste Tsjechen graag een uitzondering. Als minister groeide deze pro-Europese prins de afgelopen twee jaar uit tot een van de populairste politici van Tsjechië.

Zijn populariteit heeft hij niet in de laatste plaats te danken aan zijn gevoel voor humor. Hij begint te bulderen van het lachen wanneer hij wordt geconfronteerd met wat zijn landgenoten van de adel vinden. ‘Idioten die leven op de kap van hun onderdanen? Helaas voor mij zijn die tijden voorbij!’

Zijn geprivilegieerde status raakte Schwarzenberg in 1948 kwijt, toen zijn ouders besloten naar Oostenrijk te vluchten. In zijn vaderland was hij tot aan de val van het communisme in 1989 niet meer welkom. ‘Mijn grootste droom was een paar weken vakantie op het landgoed waar ik opgroeide’, vertelt hij. De dag in december 1989 waarop de voormalige dissident Vaclav Havel werd gekozen tot president van wat toen nog Tsjechoslowakije was, noemt hij het hoogtepunt van zijn leven: ‘Pas toen wist ik zeker dat het communisme voorbij was.’

Voor Schwarzenberg, in de jaren tachtig voorzitter van het Helsinki Comité voor Mensenrechten, begon zijn politieke carrière toen pas echt. Na een paar jaar gewerkt te hebben als kanselier voor president Havel, werd hij voor de Groenen senator en, tot zijn ontslag vorige maand, minister van Buitenlandse Zaken. In die laatste functie zat hij tijdens de eerste maanden van het Tsjechische voorzitterschap van de Europese Unie de Europese Raad van ministers voor.

U zat twee jaar lang in een coalitieregering met de conservatieven. Voor een groene politicus ligt die combinatie niet voor de hand.

‘Hoezo? De Groenen zijn van nature een anti-establishmentpartij. Zoals het establishment in West-Europa eerder rechts en conservatief is, is het in het voormalige Oostblok overwegend communistisch.’

U bent niet bepaald een fan van de Tsjechische sociaal-democraten.

‘Toen ik in Oostenrijk woonde, waren mijn beste vrienden sociaal-democraten. Maar de sociaal-democratie hier heeft evenveel te maken met de West-Europese sociaal-democratie als een bij een Vietnamees gekochte handtas met een merkproduct uit Parijs. Een groot deel van de leiding bestaat uit ex-communisten.’

Vorige maand brachten de sociaal-democraten de centrum-rechtse regering waarvan u deel uitmaakte ten val. Daardoor dreigt het Tsjechische EU-voorzitterschap in mineur te eindigen.

‘Weet u wat Talleyrand (de Franse diplomaat die onder uiteenlopende regimes diende, red.) zei, toen Napoleon de koning van Spanje gevangen zette? ‘C’est une bêtise!’ Het was een stommiteit. In een democratie zou het staatsbelang boven het partijbelang moeten staan.’

Bij het ontslag van uw regering speelden de postcommunistische sociaal-democraten onder één hoedje met de eurosceptische president Vaclav Klaus, niet bepaald uw beste vriend. Twee jaar geleden verzette die zich vanwege uw banden met Oostenrijk lange tijd tegen uw benoeming als minister. Nu weigert hij zijn handtekening te zetten onder het Verdrag van Lissabon, dat al door het Tsjechische parlement is geratificeerd.

‘Er komt een dag dat hij het verdrag zal ondertekenen, maar vraag me niet wanneer. Ik ben profeet noch psychiater.’

Bent u zelf gelukkig met het Verdrag van Lissabon?

‘Het is zeker geen perfect verdrag. Daarvoor is het te ingewikkeld. Ik had het liever zo duidelijk gewild als de Amerikaanse Grondwet. Zodra het geratificeerd is, moet het gewijzigd worden.’

In welke zin?

‘Ik denk inderdaad dat we Europa moeten herinrichten. Heel wat bevoegdheden die vandaag in Brussel geconcentreerd zijn, kunnen beter naar nationaal of regionaal niveau worden overgeheveld. De burgers zijn het beu om van Brussel voorgeschreven te krijgen hoe ze hun eeuwenoude kaas moeten maken. Dat heeft geen enkele zin. Het vervreemdt de burger van Europa. Ik denk dat we serieus werk moeten gaan maken van het subsidiariteitsbeginsel (waarbij besluiten zo dicht mogelijk bij de burger, worden genomen, red.).

‘Anderzijds zijn er bevoegdheden die nu bij de lidstaten zijn ondergebracht, maar die naar een federaal niveau zouden moeten worden getild: buitenlandse politiek, veiligheidspolitiek en energiepolitiek. Anders zullen we nooit kunnen concurreren met landen als China en India.’

U bent een van de weinige Oost-Europese politici die zich federalist noemen, geen vanzelfsprekendheid in de nieuwe lidstaten.

‘In de EU houden we ons bezig met details, terwijl de grote vragen onbeantwoord blijven. We zijn als een groot huis met vele bewoners, waarbij de eigenaar beslist hoeveel huur ze moeten betalen en welke kamers ze mogen gebruiken, maar geen personeel heeft om het dak te repareren of de kelder droog te houden.’

Zijn nieuwe bewoners, zoals Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië welkom in dat huis?

‘Wacht even, alles op zijn tijd. Eerst de westelijke Balkan, want daar zitten we op een kruitvat. Als dat probleem niet opgelost wordt, vliegen we op een dag de lucht in. Landen als Kosovo en Bosnië zitten met werkloosheidscijfers van 60 procent. Alleen als ze EU-lid worden, zullen de grote investeerders komen. Natuurlijk moeten ze voldoen aan de toetredingsvoorwaarden, maar laten we geen kunstmatige struikelblokken opwerpen.’

En Turkije?

‘Er zijn bepaalde beloftes gedaan, maar Turkije heeft veel tijd nodig om de noodzakelijke hervormingen door te voeren. En laten we eerlijk zijn: de Europeanen zijn niet klaar voor een Turks lidmaatschap. Sorry. Ook Oekraïne moet eerst zijn eigen problemen oplossen. Op dit ogenblik zien we geen kans om dat land, of Wit-Rusland, Moldavië, Georgië of Armenië, lid te laten worden.’

Toch heeft de EU de deur op een kiertje gezet met de lancering van het Oostelijk Partnerschap.

‘Het is onze plicht de inwoners van die landen vooruit te helpen. Daar hebben we zelf ook belang bij. Vergeet niet dat er geen Middellandse Zee tussen ons ligt. Of wij gaan naar hen, of zij komen naar ons.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden