EU-commissaris Bonino kraakt Nederlands visserijbeleid
Nederland heeft veel te weinig gedaan om de visserijcapaciteit terug te brengen en zal de komende jaren daarvoor extra moeten bloeden....
Van onze correspondent
Jos Klaassen
BRUSSEL
Voor veel belangrijke vissoorten, zoals kabeljauw, haring en platvis, wil de Commissie de quota reduceren met 30 tot 40 procent over de periode van 1997 tot 2003. Zulke maatregelen zijn volgens Bonino nodig om de visserij ook voor de toekomst in de Europese Unie te behouden. Ze wees erop dat door modernisering van de vaartuigen de capaciteit in de Unie jaarlijks 2 procent stijgt.
Minister Van Aartsen van Landbouw en Visserij vindt de kritiek volkomen onterecht. 'Wat de haring betreft wijkt Nederland absoluut niet af van wat zij zelf in december aan de raad van visserijministers heeft voorgesteld.' Volgens de bewindsman houden de Hollandse vissers zich keurig aan de afgesproken quota.
Bonino preekt compassie met de haring. 'De haringstand is er zeer slecht aan toe', waarschuwde zij woensdag bij de presentatie van drastische maatregelen. 'En de vissers ook', voegde zij er vlug aan toe.
Ook de Europese vissersvloot zal moeten worden afgeslankt. POP IV heet het saneringsplan - de afkorting van programme d'orientation pluriannuel ofwel meerjarig oriëntatieprogram.
De eerste twee Europese plannen voor de redding van de visserij zijn sinds 1983 een totale mislukking geworden. Met het derde program heeft de Commissie 'enige resultaten' bereikt. Maar enthousiast is Bonino er niet over: 'De afslanking van de Europese vissersvloot bedroeg slechts een kleine 8 procent.
Met haar nieuwe program wil zij een 'aanzienlijke herstructurering' van de Europese visserijvloot en een forse reductie van de vangsten voor een aantal vissoorten. Het program bestaat uit twee fasen: een loopt van 1997 tot 1999, het tweede van 2000 tot 2002.
Een van de redenen is dat in 1999 de nieuwe financiële perspectieven van de Europese Unie moeten worden vastgesteld, dus ook voor de financiering van de sanering in de visserijsector. Daarop kan Bonino thans niet vooruitlopen. De lidstaten stellen immers de ruimte van de Europese begroting vast.
Extra drijfveer voor het vierde POP-program is het rapport dat een groep onafhankelijke experts in maart aan de Commissie heeft overhandigd. In dat rapport wordt geconstateerd dat het visbestand in de wereld gestaag verslechtert.
Er zou sprake zijn van een 'biologische collaps'. Alleen snelle maatregelen kunnen het tij doen keren. De Raad van Ministers moet volgens Bonino dwingende richtlijnen uitvaardigen.
Bonino: 'Maar de sociale consequenties mogen niet uit het oog mogen worden verloren.' Zij vraagt vooral clementie te hebben met de kustvisserij. Want daar zijn de meeste banen te vinden, terwijl de visvangst van geringere omvang is.
Voor de 'sociaal begeleide' herstructurering van de vloot wil de Europese Commissie tijdens de eerste fase (1997-1999) ruim zes miljard gulden uitgeven. Hoeveel er tot 2002 beschikbaar zal zijn moet nog worden bezien.
Het pakket maatregelen waartoe de Europese Commissie besloten heeft moet in september worden goedgekeurd door de Europese Visserij-ministers.
Bonino wil dat ook de wetenschappelijke experts en de vissersbonden met elkaar in de slag gaan. Er komt een contactraad tussen beide groepen. Bonino: 'Dat wordt natuurlijk ruzie. Maar dan zitten ze tenminste wel tegenover elkaar aan tafel.' Zij gelooft niet dat de vissers gelijk hebben met hun 'bevindingen' dat er vis genoeg in zee en oceaan zwemt.
De Eurocommissaris: 'De vissers missen het globale overzicht. Zij jagen op vis en constateren dat zij nog steeds vis in hun netten hebben, zij het steeds wat minder. De wetenschappers hebben wel een globaal overzicht en zij noemen de toestand kritiek.'