Esonstad

‘Hier herrijst Esonstad’, staat op een enorm bord, aan de Friese kant van het Lauwersmeer, niet ver van het dorp Anjum....

Martin Bril

Esonstad?

Herrijzen?

Esonstad is een vakantiepark in de vorm van een oud, Hollands vestingsstadje. De uitbaters van het project, Landal, willen doen geloven dat er vroeger op deze plaats zo’n vestigingstadje lag, verloren gegaan in storm en overstromingen. Ach ja, alles heeft een verhaal nodig.

Esonstad is de laatste jaren uit de grond gestampt, en nu klaar. Het bestaat uit replica’s van pittoreske grachtenpanden, vissershuizen en oud-Hollandse koopmanswoningen. Het heeft een heuse toegangspoort, en een stadhuis à la dat van Gouda of Delft waarin een grand café is gevestigd. De straatjes zijn met keien geplaveid, er mogen geen auto’s rijden. Er is een overdadige aanplant van jonge bomen, en het gras in de kleine tuintjes achter de huizen ligt er verdord bij.

Alles is nep – in Egonstad.

En alles is brandschoon.

Een wandeling door het oord leert dat alle huizen hetzelfde dienblad met koffiekopjes en een nepzilveren kannetje op de keukentafel hebben staan. Ook treffen we overal dezelfde televisie, en dezelfde magnetron. Ieder tuintje heeft dezelfde donkerblauwe, plastic stoelen, en dezelfde donkerblauwe, plastic tafel. Van de 144 beschikbare huizen zijn er deze week 100 verhuurd. Hier en daar zie je dan ook een ouder echtpaar zitten puzzelen, of een jonge moeder doende met haar kinderen. Op het stadsplein is de voorziening voor peuters gesloten, net als de supermarkt en de souvenirwinkel.

‘Het is net Amsterdam’, zegt een dame uit Dokkum die samen met een vriendin een kijkje is komen nemen in Egonstad. Ze dragen felgekleurde windjacks en hebben kort, grijs haar. Krasse senioren die zich het kaas niet van het brood laten eten.

‘Best leuk’, beaamt de vriendin, ‘best leuk. Maar ik zou hier niet willen zitten.’

‘Het is wat dicht bij huis hè’, zegt de ander.

‘En het waait zo.’

Dat klopt, het waait in Egonstad – niet zo’n beetje ook. Maar dat hoort erbij, dat maakt het bestaan in dit spiksplinternieuwe vestingstadje pas echt authentiek. Je hoort vlaggen klapperen, en masten van oude boten kraken. Het zou eigenlijk verplicht moeten zijn aan de toegangspoort de kleding uit de 21ste eeuw te verwisselen voor oude klederdracht (uiteraard nieuw gemaakt). De mensen zouden geen tv en geen magnetron moeten hebben. Voor de kinderen: geen zwembad, maar hoepels en een zak knikkers. Een tol, ook mooi. Voor vader en moeder: geen golf en tennisbanen, maar een spinnewiel en voor de mannen een pijp om te roken.

Egonstad is nog steeds aan het uitbreiden. De vestingstad ligt op een soort eiland. Aan de overkant van het water verrijzen bungalows in vier soorten: dijkwoningen, verandawoningen, torenwoningen en panoramawoningen. Allen zijn voorzien van steigers, zodat er flink gevaren kan worden. Het water heeft een open verbinding met het Lauwersmeer. Feitelijk slokt Egonstad het naburige gehucht Oostmahorn op. Maar dat was al eerder in de greep van het toerisme. Het heeft een enorme jachthaven, met buitendijkse bungalows, en een vakantiepark, De Schans.

Wat zoeken de mensen hier?

‘Rust’, zegt het meisje van de Landal-receptie, ‘en ze vinden het fijn dat het allemaal zo schoon en netjes is, en nieuw.’ Ze glimlacht. ‘Het is oud, maar geen rotzooi.’ Achter haar, in het overdekte zwembad, hangt een man zijn lul goed in zijn zwembroek alvorens achter zijn twee kleine kinderen aan het water in te springen. Achter hem in een ligstoel bladert zijn vrouw in de Libelle. Ze hebben de tijd van hun leven.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden