Erfgoed Mexico met Chinese trekjes
Het Kolossale Hoofd staart al zeker drieduizend jaar recht voor zich uit. Zijn mond hangt een beetje open, alsof hij ieder moment in een magistraal gebulder kan uitbarsten....
Zeventien Kolossale Hoofden zijn in het oosten van Centraal-Mexico teruggevonden. Met het Hoofd dat onder archeologen bekend staat als San Lorenzo Monument 4 opent de expositie 'Kunstschatten uit het oude Mexico - een goddelijke reis' in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Het is een van de gaafste exemplaren.
De Olmeken zijn het oudste bekende volk van Mexico en stonden aan de basis van de grootse verichtingen van de Maya's, Azteken, Mixteken, Zapoteken, Teotihuacanen, Totonaken en Tolteken. Een culturele ontwikkeling die de Spaanse veroveraar Hernán Cortés in 1519 grotendeels tot staan bracht. Sindsdien leven de tradities, tot op de dag van vandaag, voort in straatarme indianengemeenschappen.
Het is de pre-koloniale geschiedenis die de Nieuwe Kerk illustreert, met dank aan unieke samenwerkingen met Mexicaanse musea. Een onderneming van jewelste - naar West-Europese maatstaven betreft het de ontwikkeling van de Myceense Beschaving tot het Rijk van Karel de Vijfde.
Met ruim 250 objecten is het de grootste tentoonstelling van het Mexicaanse erfgoed in Europa, maar nog altijd niet meer dan een best of van wat er ligt in schatkamers als het Nationaal Museum voor Antropologie in Mexico-Stad.
Van de Olmeken is weinig meer overgeleverd dan de zeventien koppen. Het belangrijkste kenmerk ervan is de 'jaguar mond': de lippen hangen iets naar beneden zoals in de bek van de in de Mexicaanse mythologie steeds weer terugkerende jaguar. Veel opmerkelijker, doch onverklaarbaar, is dat de beelden allemaal een flink brede neus en flink dikke lippen hebben - niet direct de kenmerken van de doorsnee Mexicaanse indiaan. De zeventien vormen eerder een pre-historische afroclub van black is beautiful.
De tentoonstelling, gerangschikt naar onderwerp en níet naar tijdvak, heeft nog zo'n mysterie in petto. Want net zo min als dat het waarschijnlijk is dat de Olmeken in staat waren naar Afrika te varen, zal het ook voor de volken in de westelijke kustprovincie Nayarit niet de normaalste zaak van de wereld zijn geweest de oversteek naar Azië te wagen. En tóch hebben hun terracottabeeldjes, die overledenen daar tussen 300 voor en 300 na Christus in hun graf vergezelden, Chinese trekken.
Een knielende vrouw en een man in kleermakerszit vertegenwoordigen in de Nieuwe Kerk die zogeheten chinesco stijl. Het raadsel betreft de spleetogen, niet de fantasierijke geometrische figuren waarmee ze zijn beschilderd. De twee behoren tot de sierlijkste beelden op de tentoonstelling, ook dankzij hun onnatuurlijk ver uitgerekte nekken. De hoofden zweven het lichaam vooruit.
De kunstige beelden uit Nayarit en de imposante Hoofden van de Olmeken behoren niet tot de bekendste nalatenschap van de Mexicaanse indianenvolken. 'Raciale raadsels' is dan ook naast 'Samenleving', 'Dagelijks leven', 'Goden', 'Maskers' géén thema van de tentoonstelling. Terwijl dat best had gekund.
Ook aan de nalatenschap van de om hun tempelcomplexen vermaarde Maya's en de Azteken kleeft namelijk een rassenkwestie. Aan de bijna barokke kunst van deze hoogontwikkelde volken valt die niet af te lezen, wél aan de huidige leefomstandigheden van de meer dan tien miljoen Mexicaanse indianen die in hoofdzaak de afstammelingen zijn van die door de Spanjaarden verslagen volken. De Mexicaanse mestiezen-meerderheid - met haar half indiaanse trekken - pronkt met de indianenhistorie, maar dankt de indianen al eeuwen met een aalmoes.
Een maatschappelijke ondertoon ontbreekt echter in de Nieuwe Kerk. De tentoonstelling had er een hogere urgentie van kunnen krijgen, dan die van een Griekse, Romeinse of Middeleeuwse kunstexpo.
De vraag is alleen of de Mexicaanse rijksmusea dan nog hadden meegewerkt.