‘Erepensioen voor slachtoffers DDR is een fooi’
Voormalige politiek gevangenen uit de DDR vinden dat Duitsland te weinig oog heeft voor hun ontberingen. Ze willen een royalere uitkering....
‘Het is beledigend en onterend. Wij zijn vervolgd omdat wij ons voor vrijheid en democratie hebben ingezet. De politiek moet ons eindelijk het respect geven dat wij verdienen.’
Voormalig politiek gevangene Dieter Walter (1940) is verontwaardigd over de manier waarop het democratische Duitsland hem en zijn lotgenoten wil compenseren voor de ontberingen die zij in de gevangenissen van de DDR hebben doorstaan. In de regeling die de regeringspartijen CDU/CSU en SPD voor ogen staat, worden strenge voorwaarden verbonden aan de toekenning van een slachtofferpensioen. Deze benadering is volgens veel betrokkenen typerend voor de achteloze omgang met het DDR-verleden.
Het voorstel van SPD en CDU/CSU voorziet in een uitkering van 250 euro per maand voor voormalige politiek gevangenen die meer dan zes maanden in DDR-detentie hebben verbleven en die momenteel over een inkomen beschikken van minder dan 1035 euro per maand. DDR-slachtoffers hebben jaren op een materieel blijk van erkenning aangedrongen. Maar de regeling die nu in de maak is, komt aan die wens amper tegemoet. Veel slachtoffers zeggen zich erdoor beledigd te voelen. Afgelopen woensdag demonstreerden ze in Berlijn voor een aanpassing van het voorstel.
De kritiek heeft vooral betrekking op de inkomensafhankelijkheid van de regeling. Rüdiger Schirner (1943), die in 1961 vanwege contact met de West-Duitse SPD tot drie jaar tuchthuis werd veroordeeld: ‘Het gaat mij om morele erkenning voor álle slachtoffers, zonder uitzonderingen. Met deze regeling krijgen wij die niet. Dat is frustrerend.’
Slachtoffers ervaren de ondergrens van zes maanden gevangenis als arbitrair. Die zou ook geen recht doen aan de andere vormen van politieke vervolging die in de DDR werden gepraktiseerd. Iemand die beschadigd is geraakt door een verblijf van drie maanden in de cel, komt niet voor een erepensioen in aanmerking. Hetzelfde geldt voor mensen die stelselmatig werden geïntimideerd. Ex-gevangene Helmut Wippich (1951): ‘Je kunt een mens ook kapotmaken zonder de bajes. Een kennis van mij werd systematisch gepest door de Stasi. Hij is psychisch geruïneerd.’
Ook tegen de bescheiden omvang van de uitkering worden bezwaren geuit. Temeer omdat de privileges van oud-medewerkers van de Stasi en de socialistische eenheidspartij SED in het herenigde Duitsland worden gerespecteerd. Walter: ‘De daders hebben hoge pensioenen. Wij moeten ons met een aalmoes tevreden stellen. Dat is moreel scheef.’ Walter werd in 1960 na een optreden op de West-Berlijnse radiozender RIAS veroordeeld tot 2,5 jaar gevangenis. Bovendien heeft hij zijn opleiding niet mogen voltooien, waardoor hij nu een pover pensioen heeft.
Schirner heeft aan zijn detentie ernstige gezondheidsproblemen overgehouden: ‘Ik ontvang een invaliditeitsuitkering, maar die is laag, omdat ik nooit in staat ben geweest te werken. Daarom strijd ik voor een erepensioen. De nu voorgestelde regeling verdient die naam echter niet. Ik heb mijn gezondheid opgeofferd voor de vrijheid, en word nu met een fooi afgeserveerd.’
Wippich werd op zijn 16de veroordeeld tot zeventien maanden cel, omdat hij ‘staatsvijandige’ gedichten had geschreven en met een klasgenote had gesproken over een mogelijke vlucht naar het Westen. Nog steeds lijdt hij aan angststoornissen. Hij is arbeidsongeschikt verklaard. Als gediplomeerd leraar – hij vervolgde zijn opleiding in de Bondsrepubliek – geniet hij een aanvaardbare uitkering, maar veel lotgenoten leven in bittere armoede, zegt Wippich.
De politici van het herenigde Duitsland miskennen volgens hem de psychische en financiële problemen waarmee veel DDR-slachtoffers kampen. Hij ziet het ‘oneervolle’ wetsvoorstel dan ook als een symptoom van een gebrekkig bewustzijn van het DDR-verleden. ‘De DDR wordt gebagatelliseerd en geïdealiseerd. De Stasi heeft de Oost-Duitse bevolking nog steeds in haar greep. Men staat niet stil bij de gevolgen van de terreur, en het ontbreekt de mensen aan een democratisch bewustzijn.’
Hubertus Knabe, wetenschappelijk directeur van de voormalige Stasi-gevangenis Hohenschönhausen (thans een museum), gaf maandag voor de verantwoordelijke Bondsdagcommissie zijn mening over het voorstel van de regeringspartijen. De historicus drong erop aan een einde te maken aan de benadeling van DDR-slachtoffers.
Volgens hem gaat van de omstreden pensioenregeling het ‘fatale signaal’ uit dat niet verzet tegen, maar aanpassing aan een dictatuur lonend is. Een cipier van de beruchte DDR-gevangenis in Bautzen heeft het nu beter dan een gevangene, klaagt Knabe. Naar zijn mening is de verwerking van het DDR-verleden mislukt: de meeste Duitsers weten niet dat de DDR een dictatuur was. De slachtoffers worden vergeten, terwijl de daders zich steeds nadrukkelijker in de openbaarheid manifesteren en zelfs politieke functies bekleden. Dat steekt veel slachtoffers. Schirner: ‘Het doet me pijn dat er politiek met de daders wordt samengewerkt. De rood-rode coalitie van SPD en Linkspartei in Berlijn is beschamend en pijnlijk.’
Ook Walter hekelt het bagatelliseren van de misstanden in de DDR. Als de politiek echt zou willen, zou er volgens hem allang een goede pensioenregeling zijn getroffen. ‘Maar wij passen niet in het onschuldige beeld van de DDR en worden dus over het hoofd gezien.’