Er valt niet veel te lachen

MARTIN SOMMER

Het geschiedenisprogramma Andere tijden ging afgelopen zondag over de RSV-enquête. In 1984 onderzocht de Tweede Kamer hoe miljarden in de put van de scheepsbouw werden gestort. Toentertijd zat ik ademloos naar de televisie te kijken en nu opnieuw. Er werd destijds nog onbekommerd gerookt. En vooral werd er, ondanks die verdwenen miljarden, onbedaarlijk gelachen.

Wat is er mooier dan een schip dat te water wordt gelaten, was een retorische vraag. Een vrouw, antwoordde de steil protestantse commissievoorzitter Van Dijk. Een hilariteit barstte los die nu niet meer bestaat in Den Haag, zeker niet bij de commissie-De Wit die de laatste miljardenput onderzoekt. Ik meende er een bewijs van ongebroken zelfvertrouwen in te zien dat de politiek nu ontbeert. Zelfs commissielid Marcel van Dam zat destijds te schuddebuiken, terwijl hij toch geen lachebekje is.

Twee van de drie PvdA-leiders in spe, Martijn van Dam en Diederik Samsom, willen de huidige somberte bestrijden. Goed idee. Dat zal nummer drie, Ronald Plasterk, ook wel willen. Met de adrenaline is het in orde. Ze zijn tegen grote scholen en tegen de banken die de financiële crisis hebben veroorzaakt. Zit er een toekomstige premier bij? Dat is de enige vraag waarom het gaat. Mag ik voorzichtig betwijfelen of deze kandidaten de somberte gaan keren?

Dat ligt niet alleen aan de kandidaten. Het goede humeur van de RSV-enquêteurs hoorde bij Nederland. Een land van vertrouwen, al zag je het ter plaatse afbrokkelen. Een besnorde Amerikaan vertelde hoe ze de miljoenen aftroggelden van de goedgelovige Hollanders, met een onderneming die MMWOPS heette. Making money while other people sleep. Weer gelach in de zaal, maar het was een lach met kiespijn, die ook een begin van argwaan markeerde of je je belastinggeld wel aan de politiek kon meegeven.

Zoveel jaar na dato is het vertrouwen in Nederland nog altijd betrekkelijk hoog. Maar de somberte gaat wel naar het Europese gemiddelde, vanwege een niet-voorbeeldige politieke klasse met gedonder over topsalarissen, bijbanen en Vestia-schandalen. Ook op ander terrein nadert Nederland het chagrijnig Europees peil. Het typisch Nederlandse midden, met zijn klassensolidariteit en gedelegeerd vertrouwen, is hard op zijn retour. De positie van CDA en PvdA was gefundeerd in een ruil met de kiezer: u laat het aan ons over, wij besturen op een fatsoenlijke manier.

Maar nu zijn alle partijen D66 geworden, jojo's aan het touwtje van de volksgunst. De geëmancipeerde kiezer laat zich geen knollen voor citroenen verkopen. Een partijleider krijgt een zeer voorlopig mandaat. Peilingen en tv-programma's werken als een permanent referendum, Job Cohen ging eraan onderdoor. Zo ontstaat een veel directere vorm van democratie: Rutte is veel meer een VVD-premier dan Kok een PvdA-premier was. En links en rechts bejegenen elkaar met meer haat en wantrouwen dan voorheen. Ook dat kennen we van de omliggende landen - politiek niet als gedelegeerd vertrouwen maar als gedelegeerde afkeer van elkaar.

Dat geldt niet alleen voor de politiek, alle gezamenlijkheid is aan sleet onderhevig. Waar is de SER waarin de geledingen tot elkaar plachten te komen? Voorzitter Rinnooy Kan is net herbenoemd maar je hoort niets van hem. De vakbeweging heeft wegens verbouwing de luiken tot de zomer maar helemaal gesloten. En de werkgevers, hoofdverantwoordelijk voor het 'binnenbrengen' van de PVV in de gedoogconstructie, roepen nu moord en brand omdat de goede naam van Nederland in Europa in gevaar is. Dat heet van twee walletjes eten.

Ziedaar de arena waarin de nieuwe politieke leider van de Partij van de Arbeid moet opereren. Veel te lachen valt er inderdaad niet. Job Cohen wilde de boel bij elkaar houden. Maar Cohen vond de woorden niet en geen van de troonpretendenten was de afgelopen dagen in staat om in drie zinnen te zeggen hoe hij dat wel dacht aan te pakken.

Martijn van Dam meende met zijn leeftijd een troef te hebben. Wat er vooral toe leidde dat je je als kijker realiseerde dat hij nog niet droog is achter zijn oren. Datzelfde geldt in iets mindere mate voor Samsom. Een jongen. Plasterk kwam weer met het neoliberalisme aanzetten. Ja, het neoliberalisme daar zijn ze allemaal tegen.

Maar dat is een strijd voor de bühne omdat in Nederland 50 procent van al het verdiende geld via de staat wordt herverdeeld. Ook bij ons is de verzorgingsstaat voor een deel met begrotingstekorten gefinancierd. Van die schuld afkomen én de boel bij elkaar houden, dat is de onmogelijke opdracht van de nieuwe PvdA-leider. Ik ben geen kandidaat.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden