Er is geen hoop, Manuelito is vermoord

In de tuin van bisschop Carlos Belo in de Oost-Timorese hoofdstad Dili heerst zaterdagmiddag totale verslagenheid. Vrijheidsstrijder Manuel Carrascalau zit huilend in zijn rode jeep....

Van onze medewerker Gerrit de Boer

Al gauw wordt duidelijk dat er geen hoop is. Manuelito is vermoord door een woedende pro-Indonesische militie die in de vroege middag het huis van Carrascalau binnendrong.

Carrascalau is een vooraanstaand lid van de Oost-Timorese onafhankelijkheidsbeweging CNRT. Hij beschikt over een lijst met de namen van 127 vluchtelingen. Die bleven 's ochtends, met zijn zoon, in de woning achter toen hij samen met Christina zijn vrouw ging afhalen op het vliegveld.

'Manuelito belde me op mijn mobiele telefoon dat we beter niet thuis konden komen, omdat het huis werd aangevallen. Dat was het laatste wat ik van hem heb gehoord. Wat er met de vluchtelingen is gebeurd weet ik niet.' Carrascalau ging meteen naar de militaire commandant Tono Suratman. 'Ik vroeg om bescherming. Maar hij zei dat het leger neutraal was. Vervolgens smeekte ik om een wapen zodat ik me kon verdedigen. ''Vraag dat maar aan de CNRT'', was zijn reactie.'

Dili is zaterdag vanaf de vroege ochtend in de greep van de angst. De straten zijn uitgestorven. Alleen op het plein voor het kantoor van de gouverneur is het een drukte van belang. Rond tienen verzamelt zich daar een in slonzige burgerkleding gestoken groep van ruim duizend pro-Indonesische militieleden. Ongeveer de helft draagt vuurwapens. De meeste zijn staaltjes huisvlijt, maar er zijn ook enkele automatische geweren en pistolen te zien.

Rond half elf bestijgt 'oorlog-chefstaf' Joao Tavares, zoals het hoofd van de milities wordt genoemd, het podium. In een korte rede houdt hij zijn miliciens voor dat hem geen andere keus rest dan de strijd aan te gaan met Xanana Gusmao, de leider van CNRT. 'Xanana houdt zich niet aan zijn afspraken en heeft ons de oorlog verklaard. Wij zijn er klaar voor', zegt Tavares onder gejuich.

De gouverneur van Oost-Timor, Abilio Soares, de hoogste vertegenwoordiger van de Indonesische regering, luistert als eregast op de voorste rij toe. Naast hem zit de burgemeester van de stad, Domingos Soares, geflankeerd door Tavares. Een dag eerder verklaarde Suratman dat de milities geen wapens mogen dragen. Maar niemand neemt aanstoot aan de honderden geweren.

Tijdens een optocht door de stad na afloop van de ceremonie loopt de situatie snel uit de hand. Gutteres wijst de weg. 'Laten we de onafhankelijkheidsstrijders uitroeien. Geen uitstel meer. Nu meteen', roepen tientallen militieleden. Direct klinken er schoten. Meerdere keren tijdens de tocht rennen jongemannen schietend de kampong in op jacht naar vijanden. Dikke rookwolken geven de plaats aan waar een huis in brand is gestoken. Een doodsbange jongeman wordt uit de kampong gesleept. Iemand stompt hem met een geweerkolf tussen de ribben en schouderbladen. Soldaten, politieagenten en doodsbange burgers juichen de militieleden toe. 'Hoeveel hebben jullie er te pakken gekregen', roept een soldaat. 'Twee slapen voorgoed', schreeuwt iemand hem lachend toe.

De stoet houdt stil bij het huis van Carrascalau. Het hek sneuvelt en de deur wordt ingetrapt. Er klinken schoten en het geluid van brekend glas. Twee buitenlandse journalisten die binnen worden aangetroffen, maken dat ze wegkomen. Twee meisjes worden huilend naar buiten geleid. 'Schiet ze dood', roepen sommige heethoofden. Maar anderen beschermen hen. Drie buitenlandse journalisten die toekijken worden weggejaagd onder bedreiging met de dood. De milities willen geen pottenkijkers. De aanval op de woning duurt een half uur. Daarna gaan de troepen terug naar het kantoor van de gouverneur voor een welverdiende lunch.

'We betreuren wat is gebeurd. Maar de milities werden aangevallen en geprovoceerd. Toen moesten ze wel terugschieten', verklaart Basilio Araujo namens FPDK, een intellectuele pro-integratiebeweging. 'Bij de milities zijn ook gewonden gevallen. Maar de pers wil dat niet horen. Hoe weten jullie zeker dat er geen provocaties waren? Jullie zijn bevooroordeeld.'

Zondag is er geen militair te zien op straat. De politie belooft bescherming aan Manaul Carrascalau, maar hij moet zich melden op het hoofdbureau. Het lijk van Manuelito wordt pas na 48 uur vrijgegeven. Zo is de procedure. 'Als ik mijn zoon terug wil, gelden er procedures. Maar als je iemand wil vermoorden, kun je gewoon je gang gaan', briest hij.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden